EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015L2087

Richtlijn (EU) 2015/2087 van de Commissie van 18 november 2015 houdende wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (Voor de EER relevante tekst)

PB L 302 van 19.11.2015, p. 99–102 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/06/2019; stilzwijgende opheffing door 32019L0883

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2015/2087/oj

19.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/99


RICHTLIJN (EU) 2015/2087 VAN DE COMMISSIE

van 18 november 2015

houdende wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (1), en met name artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 juli 2011 heeft de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) resolutie MEPC.201(62) aangenomen; deze resolutie wijzigt bijlage V bij het Marpol-verdrag betreffende de preventie van verontreiniging door scheepsafval door de invoering van een nieuwe, meer gedetailleerde indeling van afvalstoffen (2). De gewijzigde bijlage V bij het Marpol-verdrag is op 1 januari 2013 in werking getreden.

(2)

IMO-circulaire MEPC.1/Circ.644/Rev.1 weerspiegelt deze nieuwe indeling van afvalstoffen; ze bevat een standaardformaat voor het formulier voor voorafgaande kennisgeving van de levering van afval aan havenontvangstvoorzieningen (3). Ook IMO-circulaire MEPC.1/Circ.645/Rev.1 weerspiegelt de nieuwe indeling; deze circulaire bevat een standaardformaat voor het ontvangstbewijs dat wordt afgegeven nadat een schip afval heeft geleverd aan havenontvangstvoorzieningen (4).

(3)

Om de samenhang met de maatregelen van de IMO te garanderen en om onzekerheid onder de gebruikers van de haven en de autoriteiten te vermijden, moet de tabel in bijlage II bij Richtlijn 2000/59/EG, waarin vermeld is welke soorten en hoeveelheden afval en ladingresiduen moeten worden afgegeven of aan boord gehouden, worden aangepast aan de nieuwe indeling van afvalstoffen in de gewijzigde bijlage V bij het Marpol-verdrag.

(4)

Om het bij Richtlijn 2000/59/EG ingestelde systeem, dat tot doel heeft lozingen van scheepsafval en ladingresiduen in zee terug te dringen, te verbeteren, moet informatie over de soorten en hoeveelheden scheepsafval die daadwerkelijk zijn afgegeven bij havenontvangstvoorzieningen in de laatste haven van levering, worden opgenomen in de tabel in bijlage II.

(5)

De precieze gegevens over de soorten en hoeveelheden scheepsafval en ladingresiduen van schepen die in de laatste haven door een schip zijn afgegeven, zijn van essentieel belang voor een nauwkeurige berekening van voldoende specifieke opslagcapaciteit op dat schip. De berekening van voldoende opslagcapaciteit is een voorwaarde om een schip toestemming te verlenen om zich naar de volgende haven te begeven zonder scheepsafval te hebben afgegeven en voor een correcte selectie van schepen voor inspectie. Beter gerichte inspecties zullen de doorlooptijd in havens beperken en zo bijdragen tot een doeltreffende exploitatie van het maritieme verkeer.

(6)

Deze informatie kan beschikbaar zijn via ontvangstbewijzen van afval die worden afgegeven op basis van IMO-circulaire MEPC.1/Circ.645/Rev.1, waarin het standaardformaat voor het ontvangstbewijs wordt aanbevolen, of via andere soorten ontvangstbewijzen die aan de kapitein van het schip worden afgegeven bij levering van de afvalstoffen. De hoeveelheden en soorten afval die op het ontvangstbewijs zijn vermeld of door de kapitein van het schip bij levering worden aangegeven, in het geval geen ontvangstbewijs kan worden verkregen, zouden in het algemeen nauwkeuriger zijn dan die op het kennisgevingsbericht omdat zij overeenstemmen met de werkelijke situatie na levering; ze vormen dus een betrouwbaardere basis voor het besluitvormingsproces. De kapitein van het schip registreert deze leveringsinformatie in het afvalstoffenjournaal, zoals vereist krachtens het Marpol-verdrag.

(7)

Een systematische verzameling van nauwkeurige gegevens over de levering van de afvalstoffen maakt ook een betere statistische analyse van afvalstroompatronen in havens mogelijk en faciliteert de ontwikkeling van het informatie- en controlesysteem zoals voorzien bij artikel 12, lid 3, van Richtlijn 2000/59/EG. De monitoring en uitwisseling van dergelijke informatie, met inbegrip van de elektronische kennisgeving van afvallevering die is ontwikkeld in het kader van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (5), worden thans ondersteund door het systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie van de Unie (SafeSeaNet), opgericht bij Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (6), dat moet worden gekoppeld aan een rapporteringsmodule in de gegevensbank inzake havenstaatcontrole (7) die is opgezet bij Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad (8).

(8)

Bijlage II bij Richtlijn 2000/59/EG moet worden gewijzigd teneinde daarin de gegevens op te nemen over de levering van afvalstoffen in de vorige haven en teneinde rekening te houden met de nieuwe indeling van afvalstoffen die is ingevoerd bij de gewijzigde bijlage V bij het Marpol-verdrag.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 2000/59/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 9 december 2016 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 november 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81.

(2)  Resolutie MEPC.201(62) van 15 juli 2011, wijzigingen van de bijlage van het Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973.

(3)  MEPC.1/Circ.644/Rev.1, 1 juli 2013.

(4)  MEPC.1/Circ.645/Rev.1, 1 juli 2013.

(5)  Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1).

(6)  Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).

(7)  Deze gegevensbank is ontwikkeld en wordt beheerd door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.

(8)  Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57).


BIJLAGE

„BIJLAGE II

AAN TE MELDEN INFORMATIE VOOR HET AANDOEN VAN DE HAVEN VAN ….

(Haven van bestemming als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 2000/59/EG)

1.

Naam, roepnaam en, indien van toepassing, IMO-identificatienummer van het schip:

2.

Vlaggenstaat:

3.

Vermoedelijke aankomsttijd (ETA):

4.

Vermoedelijke vertrektijd (ETD):

5.

Vorige aanloophaven:

6.

Volgende aanloophaven:

7.

Laatste haven en datum waarop het scheepsafval werd afgegeven, met inbegrip van de hoeveelheden (in m3) en de soorten afval die werden geleverd:

8.

Geeft u (aankruisen wat van toepassing is):

alle ☐

bepaalde ☐

geen ☐

afvalstoffen van uw schip af bij havenontvangstvoorzieningen?

9.

Soort en hoeveelheid af te leveren en/of aan boord te houden scheepsafval en ladingresiduen, en percentage van de maximale opslagcapaciteit:

Indien alle afval wordt afgegeven, de tweede en laatste kolom invullen, voor zover van toepassing. Indien enig of geen afval afgegeven wordt, alle kolommen invullen.

Soort

Af te geven afval

(m3)

Maximale aparte opslagcapaciteit

(m3)

Hoeveelheid aan boord gehouden afval

(m3)

Haven waarin het resterende afval zal worden afgegeven

Geschatte hoeveelheid afval die tussen aanmelding en volgende aanloophaven ontstaat

(m3)

Afval dat is geleverd bij het laatste punt van levering genoemd onder punt 7 hierboven

(m3)

Afvalolie

Met olie verontreinigd ruimwater

 

 

 

 

 

 

Oliehoudende residuen (slib)

 

 

 

 

 

 

Overige (specificeren)

 

 

 

 

 

 

Afvalwater  (1)

 

 

 

 

 

 

Vuilnis

Kunststof

 

 

 

 

 

 

Voedselrestanten

 

 

 

 

 

 

Huishoudelijk afval (bijv. papier en karton, poetslappen, glas, metaal, flessen, aardewerk enz.)

 

 

 

 

 

 

Spijsolie

 

 

 

 

 

 

Verbrandingsasse

 

 

 

 

 

 

Bedrijfsafval

 

 

 

 

 

 

Dierlijke karkassen

 

 

 

 

 

 

Ladingresiduen  (2) (specificeren) (3)

 

 

 

 

 

 

Opmerkingen

1.

Deze informatie kan worden gebruikt voor de havenstaatcontrole en andere inspectiedoeleinden.

2.

De lidstaten bepalen welke instanties afschriften van deze aanmelding ontvangen.

3.

Dit formulier moet worden ingevuld tenzij het schip onder een vrijstelling overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2000/59/EG valt.

Hierbij verklaar ik dat

de bovenstaande gegevens juist en volledig zijn, en

er voldoende aparte opslagcapaciteit aan boord is voor alle afval dat ontstaat tussen deze aanmelding en de volgende haven waarin afval wordt afgegeven.

Datum …

Tijdstip …

Handtekening”


(1)  Afvalwater mag overeenkomstig voorschrift 11 van bijlage IV bij de Marpol-overeenkomst in zee worden geloosd. De desbetreffende vakken behoeven niet te worden ingevuld als het de bedoeling is een toegestane lozing in zee te verrichten.

(2)  Mogen schattingen zijn.

(3)  Ladingresiduen moeten worden gespecificeerd en ingedeeld volgens de toepasselijke bijlagen van Marpol, in het bijzonder Marpol-bijlagen I, II en V.


Top