Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0205

2010/205/: Besluit van de Commissie van 31 maart 2010 betreffende de vragenlijst voor de rapportage uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1955) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 88 van 8.4.2010, p. 18–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/205/oj

8.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 88/18


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 31 maart 2010

betreffende de vragenlijst voor de rapportage uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1955)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/205/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (1), en met name op artikel 16,

Gelet op Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 166/2006 vereist een rapport over de toepassing van de richtlijn, gebaseerd op de informatie van de jongste drie verslagjaren, dat overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 166/2006 bedoelde procedure wordt opgesteld.

(2)

Artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 166/2006 bepaalt dat het verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst, die door de Commissie wordt uitgewerkt met hulp van het bij artikel 19, lid 1, van de verordening ingestelde comité.

(3)

Het eerste rapport betreft de periode 2007 tot en met 2009.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19 van de verordening ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten gebruiken de in de bijlage bij dit besluit vastgestelde vragenlijst voor de rapportage als basis voor het opstellen van het rapport dat op grond van artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 166/2006 bij de Commissie wordt ingediend.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 31 maart 2010.

Voor de Commissie

Janez POTOČNIK

Lid van de Commissie


(1)  PB L 33 van 4.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48.


BIJLAGE

VRAGENLIJST VOOR DE RAPPORTAGE

Aanvullende informatie die door de lidstaten moet worden verstrekt op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 166/2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (E-PRTR-Verordening) en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad

Algemene opmerkingen:

Deze vragenlijst bevat vragen die de lidstaten moeten beantwoorden met betrekking tot de uitvoering van de E-PRTR-Verordening in de jongste drie verslagjaren.

De antwoorden op de vragenlijst moeten door de lidstaten in elektronische vorm verstrekt worden.

1.   ALGEMENE BESCHRIJVING

Gelieve in het kort uit te leggen hoe dit rapport is opgesteld, met inbegrip van informatie over het soort overheidsdiensten dat daaraan heeft bijgedragen.

2.   JURIDISCHE MAATREGELEN TOT VASTSTELLING VAN HET PRTR-SYSTEEM (ARTIKELEN 5 EN 20)

Gelieve een overzicht te geven van de juridische, regelgevende en andere maatregelen voor de instelling van het register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen.

Beschrijf met name de door de lidstaten krachtens artikel 20 vastgestelde maatregelen om te garanderen dat de regels betreffende de sancties doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn en wat de ervaringen met de toepassing van die sancties zijn.

3.   RAPPORTAGEVOORSCHRIFTEN, IDENTIFICATIE VAN DE INRICHTINGEN, BEVOEGDE AUTORITEITEN EN TE VERSTREKKEN GEGEVENS (ARTIKEL 5)

Gelieve een overzicht te geven van de juridische, regelgevende en andere maatregelen voor de vaststelling van de rapportagevoorschriften voor PRTR.

Geef in het bijzonder aan welke bevoegde autoriteiten aangewezen zijn voor de identificatie van de E-PRTR-inrichtingen en voor het verzamelen van informatie over de uitstoot van verontreinigende stoffen van puntbronnen. Gelieve te beschrijven wat de rapportagevoorschriften zijn en wat de procedure voor PRTR-gegevensverzameling in uw land is. Noem de daarbij betrokken instellingen en vermeld met gebruikmaking van onderstaande tabel voor welk deel van het valideringsproces ze verantwoordelijk zijn.

 

Validering van het proces door de instelling

 

Inrichting: …

 

Plaatselijke autoriteiten: …

 

Regionale autoriteit: …

 

Nationale autoriteit: …

 

Ministerie van Milieu: …

4.   PRTR RAPPORTAGEPRAKTIJK (ARTIKEL 5)

Gelieve voor elke rapportagecyclus sedert de vorige vragenlijst informatie te verschaffen over:

a)

de termijnen voor de rapportage aan de bevoegde autoriteit;

b)

de problemen met de naleving van de rapportagetermijnen. Is in de praktijk voldaan aan de verschillende termijnen voor rapportage door de inrichtingen en voor het publiekelijk beschikbaar stellen van de informatie via het register? Wat waren de redenen voor een eventuele vertraging;

c)

de verhouding van de op elektronische wijze gerapporteerde gegevens ten opzichte van de schriftelijk gerapporteerde gegevens van de exploitanten en beschrijving van de rapportage en de instrumenten waarover de exploitanten en de bevoegde autoriteiten kunnen beschikken;

d)

de belangrijkste problemen voor de exploitanten en de bevoegde autoriteiten bij de rapportage van PRTR-gegevens (gelieve vanuit het oogpunt van de autoriteiten te antwoorden).

5.   KWALITEITSBORGING EN KWALITEITSBEOORDELING VAN DE GEGEVENS (ARTIKEL 9, LEDEN 1, 2 EN 3)

Gelieve een beschrijving te geven van de regels, procedures en maatregelen voor het garanderen van de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens in het kader van E-PRTR en wat de invloed daarvan is geweest op de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens.

Geef in het bijzonder informatie over:

a)

de beoordeling door de bevoegde autoriteiten van de volledigheid, consistentie en geloofwaardigheid van de door de exploitanten verstrekte gegevens;

b)

de door de bevoegde autoriteiten gevolgde methoden en procedures die in de verstrekking van gegevens van hogere kwaliteit hebben geresulteerd.

6.   TOEGANG VAN HET PUBLIEK TOT PRTR-GEGEVENS (ARTIKEL 10, LID 2)

Beschrijf op welke manier(en) de informatie in het register gemakkelijker toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek.

Geef in het bijzonder informatie over:

gevallen waar de in het Europese PRTR opgenomen informatie nog niet gemakkelijk toegankelijk is voor het publiek via een directe elektronische weg, en welke maatregelen zijn genomen om de toegang tot het register op publiek toegankelijke plaatsen te vergemakkelijken.

7.   VERTROUWELIJKHEID (ARTIKEL 7, LID 2 EN ARTIKEL 11)

Gelieve, telkens wanneer informatie door een lidstaat als vertrouwelijk wordt behandeld, te vermelden om welk type informatie het gaat en wat de redenen en de frequentie van de vertrouwelijke behandeling zijn. Beschrijf met name kort:

a)

welk type informatie vertrouwelijk was;

b)

wat de belangrijkste opgegeven redenen waren van de verzoeken om vertrouwelijke behandeling;

c)

het aantal inrichtingen per in bijlage I vermelde activiteit met vertrouwelijke gegevens en het totale aantal gerapporteerde gevallen per in bijlage I vermelde activiteit.

Gelieve inlichtingen te verstrekken over de praktische ervaring en problemen in verband met de behandeling van verzoeken om vertrouwelijke behandeling op grond van artikel 4 van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad, in het bijzonder met betrekking tot informatie over lozingen en overbrenging zoals gedefinieerd in bijlage III.


Top