EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0066

Beschikking van de Commissie van 18 december 2006 inzake een tijdelijk experiment met betrekking tot het verhogen van het maximumgewicht van een partij zaaizaad van groenvoedergewassen in het kader van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6572) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 32 van 6.2.2007, p. 161–163 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 219M van 24.8.2007, p. 174–176 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013: This act has been changed. Current consolidated version: 05/11/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/66(1)/oj

6.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/161


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2006

inzake een tijdelijk experiment met betrekking tot het verhogen van het maximumgewicht van een partij zaaizaad van groenvoedergewassen in het kader van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6572)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/66/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), en met name op artikel 13 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 66/401/EEG is in het kader van zaadcontrole het maximumgewicht van een partij vastgesteld teneinde heterogeniteit van partijen zaaizaad te voorkomen.

(2)

Op grond van wijzigingen in de praktijken betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaizaad, met name de grotere omvang van de zaaizaadoogsten en de methoden voor het vervoeren van zaaizaad, waaronder verzending in bulk, lijkt het wenselijk het voorgeschreven maximumgewicht van een partij graszaad te verhogen.

(3)

Bij Beschikking 2002/454/EG van de Commissie (2) werd een tijdelijk experiment georganiseerd met betrekking tot het verhogen van het maximumgewicht van een partij zaaizaad van groenvoedergewassen in het kader van Richtlijn 66/401/EEG, dat op 1 juni 2003 afliep. Er hebben echter geen zaaizaadbedrijven aan deelgenomen omdat op grond van de beschikking op elke in het kader van het experiment geproduceerde partij zaaizaad een heterogeniteitstest moest worden uitgevoerd, waarmee grote extra kosten gemoeid waren.

(4)

De huidige internationale praktijken, met name het technisch protocol van de ISTA (Internationale Vereniging voor Zaaizaadcontrole), dat op 10 februari 2006 door het Uitvoerend Comité van de ISTA is goedgekeurd en op 24 mei 2006 door de Raad van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), voorzien in de mogelijkheid om het maximumgewicht van een partij voor grassen te verhogen.

(5)

Om in de praktijk de omstandigheden te controleren waaronder productieplanten voldoende homogene grote partijen zaaizaad kunnen voortbrengen, dient een tijdelijk experiment te worden georganiseerd inzake de verhoging van het maximumgewicht van een partij graszaad.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1.   In afwijking van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 66/401/EEG en bijlage III daarbij wordt voor lidstaten die deelnemen aan het tijdelijke experiment, en voor zaaizaad van de in de eerste kolom van bijlage III bij die richtlijn onder het hoofdje „GRAMINEAE” genoemde soort, het maximumgewicht van een partij vastgesteld op 25 ton.

2.   Op lidstaten die aan het tijdelijke experiment deelnemen, zijn naast de voorwaarden van Richtlijn 66/401/EEG ook de voorwaarden in de bijlage bij deze beschikking van toepassing.

3.   Lidstaten die aan het experiment deelnemen, stellen de Commissie daarvan in kennis. Zij kunnen hun deelname te allen tijde beëindigen door de Commissie daarvan in kennis te stellen.

Artikel 2

Voor elk jaar brengen de lidstaten uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar aan de Commissie en de andere lidstaten verslag uit over de resultaten van het experiment.

Artikel 3

Het tijdelijke experiment gaat in op 1 januari 2007 en loopt af op 30 juni 2012.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 december 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/117/EG (PB L 14 van 18.1.2005, blz. 18).

(2)  PB L 155 van 14.6.2002, blz. 57.


BIJLAGE

Voorwaarden als bedoeld in artikel 1:

a)

wanneer wordt afgeweken van de maximumomvang van partijen zaaizaad van Gramineae, wordt het op 24 mei 2006 door de Raad van de OESO goedgekeurde document „ISTA/ISF-Experiment on herbage seed lot size” (Experiment inzake de omvang van partijen graszaad) (1) gevolgd;

b)

aan de zaaizaadproducenten wordt door de certificerende autoriteit een officiële vergunning verleend;

c)

op het officiële etiket overeenkomstig Richtlijn 66/401/EEG wordt het nummer van deze beschikking vermeld na de woorden „EG-systeem”;

d)

de door een aan het tijdelijke experiment deelnemende lidstaat voor communautaire vergelijkende proeven geleverde monsters zijn afkomstig van partijen zaad die officieel zijn gecertificeerd overeenkomstig de voor dit experiment geldende bepalingen; en

e)

de certificerende autoriteit houdt toezicht op het verloop van het experiment en voert zo nodig controles uit op maximaal 5 % van de heterogeniteitstesten.


(1)  http://www.seedtest.org/en/content —-1 — 1039.html


Top