Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22011X1008(01)

    Statuten van de Internationale Studiegroep voor rubber

    PB L 264 van 8.10.2011, p. 14–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.10.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 264/14


    STATUTEN VAN DE INTERNATIONALE STUDIEGROEP VOOR RUBBER

    WOORD VOORAF

    De Internationale Studiegroep voor Rubber (hierna „de Groep” genoemd) is opgericht in 1944 met de status van erkende internationale organisatie in het Verenigd Koninkrijk. De Groep is sinds 1 juli 2008 als erkende internationale organisatie gevestigd in Singapore.

    I.   Doelstellingen

    1.

    De Groep biedt een forum voor de bespreking van kwesties met betrekking tot de productie en het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber en de handel in deze producten. De Groep streeft ernaar, uitvoerige statistische informatie over de mondiale rubberindustrie te verzamelen en te verspreiden en daardoor de transparantie van de rubbermarkten en de markttrends te vergroten.

    2.

    De Groep kan samenwerken met andere internationale organisaties die relevant zijn om haar doelstellingen te bereiken.

    II.   Taken

    1.

    De Groep komt regelmatig bijeen, op plaatsen en tijdstippen die alle leden schikken, om de statistieken en gemeenschappelijke kwesties van de rubberindustrie te bespreken.

    2.

    Als dit nodig wordt geacht, verricht de Groep zelf toetsingen en studies over de positie van rubber op de wereldmarkt of geeft zij die in opdracht, vooral met het oog op uitvoerige informatie over vraag en aanbod en de verwachte ontwikkeling ervan.

    III.   Definities

    1.

    „Groep”: de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG).

    2.

    „Delegatiehoofden”: de hoogste autoriteit van de Groep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de leden.

    3.

    „Gastland”: het lid waarmee de Groep een zetelovereenkomst heeft gesloten.

    4.

    Elke vermelding in deze statuten van een „lid” of „land” omvat tevens de Europese Unie en de intergouvernementele organisatie die exclusieve bevoegdheid heeft over aangelegenheden die onder deze statuten vallen en verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting en de tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten, met name overeenkomsten voor basisproducten.

    5.

    „World Rubber Summit”: een openbare bijeenkomst voor de industrie en regeringen, georganiseerd door de Groep.

    6.

    „Producent van natuurlijk rubber”: ieder lid waarvan de productie van natuurlijk rubber het verbruik ervan overschrijdt.

    7.

    „Rubberverbruiker”: elk ander lid dan een producent van natuurlijk rubber.

    8.

    „Natuurlijk rubber”: het product op basis van latex van de Hevea brasiliensis-boom.

    9.

    „Synthetisch rubber”: thermogeharde elastomeren, gebaseerd op het polymerisatieproces; dit is de chemische assemblage van monomeren om een polymeer te vormen.

    10.

    „Rubber”: natuurlijk rubber of synthetisch rubber, met uitsluiting van geregenereerde vormen van rubber.

    11.

    „Gewone meerderheid”: een meerderheid van stemmen.

    IV.   Zetel

    De zetel van de Groep is gevestigd op het grondgebied van een lid, waar de Groep ook een secretariaat heeft om haar werkzaamheden te verrichten.

    V.   Lidmaatschap

    1.

    Het lidmaatschap van de Groep staat open voor landen die een belang hebben bij de productie of het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber of bij de handel in deze producten.

    2.

    De Groep kent twee categorieën leden, te weten de producenten van natuurlijk rubber en de rubberverbruikers.

    VI.   Plichten van de leden

    1.

    De leden stellen alles in het werk om het secretariaat te voorzien van accurate statistieken over de productie en het verbruik van en de handel in rubber op hun grondgebied, alsook alle andere informatie die relevant is voor het opstellen van schattingen en prognoses.

    2.

    Wanneer een lidstaat twee opeenvolgende jaren geen accurate statistieken en niet de vereiste informatie heeft verschaft en daarvoor geen bevredigende verklaring heeft, nemen de delegatiehoofden de maatregelen die zij passend achten.

    VII.   Stemrecht en stemprocedure

    1.   De leden hebben samen 100 stemmen.

    2.   De stemmen worden over de leden verdeeld overeenkomstig hun respectievelijke jaarlijkse aandeel in de bijdragen.

    3.   Wanneer het lidmaatschap verandert of wanneer het stemrecht van een lid is geschorst of hersteld op grond van ongeacht welke bepaling, worden de stemmen voorafgaand aan de volgende stemming opnieuw berekend en verdeeld onder de leden.

    4.   Ieder lid mag het aantal stemmen uitbrengen waarover het beschikt, maar mag zijn stemmen niet splitsen.

    5.   Door middel van een brief aan de voorzitter van de delegatiehoofden, het Statistisch en Economisch Comité of andere comités kan iedere producent van natuurlijk rubber iedere andere producent van natuurlijk rubber, en kan iedere rubberverbruiker iedere andere rubberverbruiker machtigen om op een vergadering zijn belangen te behartigen en zijn stemmen uit te brengen.

    6.   Bij elke vergadering van de Groep is het quorum bereikt als de gewone meerderheid van de leden aanwezig is, waaronder minstens twee producenten van natuurlijk rubber en twee rubberverbruikers.

    7.   Stemprocedures

    7.1.

    Indien mogelijk worden de beslissingen tijdens vergaderingen bij consensus genomen, zonder tegenstemmen, formele bezwaren of voorbehoud. De voorzitters van de vergaderingen streven bij elke beslissing naar een consensus. Als er toch een voorbehoud wordt gemaakt, moet voldoende tijd worden uitgetrokken om een compromis uit te werken waarover alsnog een consensus kan worden bereikt.

    7.2.

    Als de voorzitter van mening is dat consensus over een bepaalde kwestie onmogelijk is, wordt erover gestemd.

    7.3.

    In normale omstandigheden wordt de stemming op een dusdanige wijze gehouden dat de grootst mogelijke transparantie van het besluitvormingsproces is gewaarborgd. De voorzitter beslist of de stemming bij handopsteking of bij naamafroeping plaatsvindt. In buitengewone omstandigheden kan de voorzitter beslissen om onder de betrokken leden een geheime stemming of een stemming per brief te houden. Op verzoek van een of meer leden beslist de voorzitter tot een geheime stemming.

    7.4.

    Als een beslissing bij stemming wordt genomen, volstaat in normale omstandigheden, met uitzondering van het bepaalde onder de punten 7.5 en 7.6, een gewone meerderheid van de aanwezige en stemmende leden. Bovendien is de stem vereist van minstens twee producenten van natuurlijk rubber en van twee rubberverbruikers. Bij onthouding wordt een lid geacht zijn stemmen niet te hebben uitgebracht.

    Indien een lid gebruikmaakt van de bepalingen van punt 5 van dit artikel en zijn stemmen in een vergadering worden uitgebracht, wordt dit lid voor de toepassing van de punten 7.4, 7.5 en 7.6 van dit artikel geacht aanwezig te zijn en te stemmen.

    7.5.

    Voor beslissingen door stemming over:

    a)

    de selectie van de secretaris-generaal,

    b)

    goedkeuring van de begroting, alsmede

    c)

    schorsing van rechten van een lid zoals bedoeld in artikel XIV, punt 4,

    is een eenvoudige meerderheid nodig binnen de groep van producenten van natuurlijk rubber en binnen de groep van de rubberverbruikers die aanwezig zijn en stemmen; bovendien moeten deze stemmen samen ten minste een tweederde meerderheid uitmaken van degenen die aanwezig zijn en stemmen.

    7.6.

    Beslissingen over:

    a)

    de herziening of beëindiging van de zetelovereenkomst,

    b)

    wijziging en beëindiging van de statuten,

    c)

    de vestigingsplaats van de zetel, alsmede

    d)

    goedkeuring van het ontwerp van de geverifieerde rekeningen,

    worden uitsluitend bij consensus genomen.

    VIII.   World Rubber Summit

    De Groep komt jaarlijks bijeen op het grondgebied van een lid. Wanneer de World Rubber Summit echter wordt georganiseerd op het grondgebied van een niet-lid, mogen de vergaderingen van de Groep ook daar plaatsvinden. Als er geen uitnodiging wordt ontvangen en aanvaard, wordt de World Rubber Summit in het gastland gehouden. Niet-leden, adviseurs van de industrie en andere deskundigen en waarnemers kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de World Rubber Summit.

    IX.   Delegatiehoofden

    1.

    Elk lid van de Groep stelt een vertegenwoordiger aan, die tijdens elke vergadering van de delegatiehoofden mag worden bijgestaan door adviseurs.

    2.

    De voorzitter en de vicevoorzitter worden door de delegatiehoofden verkozen voor een termijn van twee begrotingsjaren van de Groep en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

    3.

    De delegatiehoofden vergaderen op de zetel of elders indien zij daartoe besluiten.

    4.

    De delegatiehoofden vergaderen minstens eenmaal in de eerste helft van elk kalenderjaar en telkens wanneer de delegatiehoofden dit nodig achten.

    5.

    Als de vertegenwoordiger van een lid niet aan een vergadering van de Groep kan deelnemen, kan het desbetreffende lid een plaatsvervanger aanwijzen. Deze plaatsvervanger krijgt alle voorrechten van een vertegenwoordiger, waaronder stemrecht.

    6.

    De delegatiehoofden kunnen comités of adviesgroepen oprichten telkens wanneer dit nodig wordt geacht, en het lidmaatschap en de taken ervan vaststellen.

    7.

    De delegatiehoofden benoemen onafhankelijke accountants voor het verifiëren van de rekeningen van de Groep.

    8.

    De delegatiehoofden geven toelating voor de uitvoering en publicatie van studies over de positie van rubber op de wereldmarkt en over andere onderwerpen die nuttig worden geacht.

    9.

    De delegatiehoofden stellen het reglement van orde van de Groep vast.

    X.   Het secretariaat en de secretaris-generaal

    1.

    Het secretariaat is ingericht voor het goede verloop van de werkzaamheden van de Groep.

    2.

    De secretaris-generaal staat aan het hoofd van het secretariaat en legt verantwoording af aan de delegatiehoofden over de werkzaamheden van het secretariaat.

    3.

    De secretaris-generaal wordt benoemd door de delegatiehoofden voor een termijn van vier jaar, hernieuwbaar voor een tweede termijn van maximaal vier jaar. De voorschriften voor de selectie worden vastgesteld door de delegatiehoofden.

    4.

    De delegatiehoofden stellen de verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal vast.

    5.

    De taken van het secretariaat zijn:

    a)

    de best mogelijke informatie over statistieken en ruimere economische kwesties met betrekking tot rubber verstrekken;

    b)

    het werkprogramma voorbereiden en uitvoeren;

    c)

    tussen de vergaderingen een contactfunctie tussen de leden voor kwesties met betrekking tot rubber vervullen;

    d)

    de nodige voorbereidingen voor de vergaderingen treffen; alsmede

    e)

    contacten onderhouden met andere internationale organisaties en de bedrijfstak waarvan de werkzaamheden van belang zijn voor de Groep.

    XI.   Het Statistisch en Economisch Comité

    1.

    Het Statistisch en Economisch Comité bestaat uit alle leden die er deel van wensen uit te maken.

    2.

    Het Comité kan een beroep doen op de deskundigheid van het Adviesorgaan voor de industrie.

    3.

    De leden van het comité kiezen de voorzitter en de vicevoorzitter uit hun midden of uit het Adviesorgaan voor de industrie. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn in functie voor een termijn van twee begrotingsjaren en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

    4.

    Het comité vergadert een keer per kalenderjaar en telkens wanneer het comité dit nodig acht.

    5.

    De taken van het comité zijn:

    a)

    de door de secretariaat ingediende statistische gegevens over vraag en aanbod van rubber analyseren en beoordelen;

    b)

    het werkprogramma van het secretariaat goedkeuren, volgen en beoordelen, rekening houdend met alle standpunten en aanbevelingen van het Adviesorgaan voor de industrie; alsmede

    c)

    aanbevelingen doen aan de delegatiehoofden over de opstelling, de uitwerking en de publicatie van in het kader van het werkprogramma voorbereide documenten, en het verslag daarover ter goedkeuring indienen bij de delegatiehoofden.

    XII.   Adviesorgaan voor de industrie

    1.

    De delegatiehoofden richten een Adviesorgaan voor de industrie op dat met alle actoren uit de rubbersector — zoals de industrie, de handel, de academische wereld en de onderzoek- en ontwikkelingssector — communiceert. De delegatiehoofden voeren een transparante selectieprocedure voor de leden van het Adviesorgaan voor de industrie in.

    2.

    Het Adviesorgaan voor de industrie kiest zijn eigen voorzitter en vicevoorzitter. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn in functie voor een termijn van twee begrotingsjaren en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

    3.

    De taken van het Adviesorgaan voor de industrie zijn:

    a)

    door middel van standpunten en aanbevelingen bijdragen aan de vaststelling van het werkprogramma van het secretariaat;

    b)

    het Statistisch en Economisch Comité bijstaan bij het volgen en beoordelen van het werkprogramma van het secretariaat;

    c)

    het Statistisch en Economisch Comité bijstaan bij het beoordelen van projectvoorstellen die door andere instellingen worden gefinancierd; alsmede

    d)

    de noodzakelijk geachte verslagen opstellen en aanbevelingen aan de delegatiehoofden doen.

    4.

    Het Adviesorgaan voor de industrie vergadert minstens een keer per kalenderjaar en telkens wanneer het Adviesorgaan voor de industrie dit nodig acht. De leden hebben de status van waarnemer bij vergaderingen van het Adviesorgaan voor de industrie wanneer dat gewenst is.

    5.

    Het Adviesorgaan voor de industrie, vertegenwoordigd door zijn voorzitter of vicevoorzitter, woont alle vergaderingen van de delegatiehoofden bij wanneer dat gewenst is.

    XIII.   Status

    1.

    De Groep heeft rechtspersoonlijkheid. Zij heeft met name de bevoegdheid contracten te sluiten, roerende en onroerende zaken te verwerven en te vervreemden en in rechte op te treden overeenkomstig de zetelovereenkomst tussen het gastland en de Groep.

    2.

    Voor de status, de voorrechten en de immuniteiten van de Groep, haar secretaris-generaal, haar personeel en haar deskundigen, alsmede van de vertegenwoordigers van de leden wanneer zij zich op het grondgebied van het gastland bevinden voor het uitoefenen van hun functies, geldt de zetelovereenkomst tussen het gastland en de Groep.

    XIV.   Begroting en financiële voorschriften

    1.

    De leden betalen een onderling overeengekomen bijdrage voor de uitvoering van de activiteiten van de Groep. Alle door de leden verschuldigde bedragen worden betaald in de valuta van het gastland.

    2.

    60 % van de goedgekeurde jaarbegroting wordt gedekt door de basisbijdragen van de leden, die voor elke lid evenveel bedragen. De overige 40 % van de goedgekeurde begroting wordt betaald door de leden naar rato van het gemiddelde van hun productie of verbruik (de grootste waarde is van toepassing) van rubber tijdens de drie kalenderjaren die aan het desbetreffende begrotingsjaar voorafgingen. Bij gebrek aan de nodige statistieken berekent de secretaris-generaal de bijdrage op basis van de beste beschikbare informatie en verzoekt hij de betrokken leden om met deze berekening in te stemmen.

    3.

    Nieuwe leden die in de loop van een begrotingsjaar tot de Groep toetreden, betalen hun bijdrage pro rata (per maand) voor de rest van het jaar. De bijdragen van nieuwe leden hebben geen weerslag op de bijdragen van de zittende leden in het desbetreffende begrotingsjaar, maar worden in aanmerking genomen bij de vaststelling van de bijdragen in het volgende jaar.

    4.

    Wanneer een lid twee jaar geen bijdragen heeft betaald, worden zijn rechten geschorst totdat de achterstallige bijdragen van alle voorgaande jaren en de bijdrage van het lopende jaar zijn betaald, tenzij de Groep er anders over beslist.

    XV.   Wijzigingen

    1.

    De delegatiehoofden kunnen, door consensus overeenkomstig artikel VII, punt 7.6, wijzigingen in deze statuten aanbrengen. Het secretariaat stelt de leden van de wijzigingen in kennis.

    2.

    De delegatiehoofden stellen de datum en de procedures voor de toepassing van de wijzigingen vast.

    XVI.   Toetreding tot, terugtrekking uit en uitsluiting uit de Groep

    1.

    Toetreding tot de Groep gebeurt door kennisgeving aan de secretaris-generaal.

    2.

    Na de toetreding leggen de Europese Unie en andere in artikel III, punt 4, bedoelde intergouvernementele organisaties bij het secretariaat een door de bevoegde autoriteit van de betrokken organisatie afgelegde verklaring neder waarin de aard en de omvang van haar bevoegdheden met betrekking tot de onder deze statuten vallende aangelegenheden worden gespecificeerd, en stellen zij het secretariaat in kennis van eventuele latere substantiële wijzigingen van die bevoegdheden. Indien de Europese Unie of een intergouvernementele organisatie verklaart een exclusieve bevoegdheid te hebben over alle aangelegenheden die onder deze statuten vallen, komen de lidstaten van deze organisaties niet voor het lidmaatschap van de Groep in aanmerking en trekken de lidstaten die lid zijn, zich terug uit de Groep.

    3.

    Een lid dat zich wil terugtrekken, stelt de secretaris-generaal hiervan vóór 1 november schriftelijk in kennis; de terugtrekking is van kracht met ingang van 30 juni van het volgende kalenderjaar. Als de kennisgeving na 1 november wordt ingediend, is het land zijn lidmaatschapsbijdrage voor het volgende begrotingsjaar verschuldigd.

    4.

    Indien de delegatiehoofden besluiten dat een lid niet aan zijn in deze statuten vastgestelde verplichtingen voldoet, kunnen zij dat lid met een bij consensus genomen beslissing uitsluiten uit de Groep. Het lid dat niet aan zijn verplichtingen voldoet, kan hierbij geen stem uitbrengen.

    5.

    De financiële verplichtingen die een lid vóór zijn terugtrekking of uitsluiting op grond van deze statuten jegens de Groep heeft opgebouwd, gaan niet teniet door terugtrekking of uitsluiting.

    6.

    Een lid dat zich heeft teruggetrokken of is uitgesloten uit de Groep, heeft geen recht op een aandeel van de opbrengsten van liquidatie of de andere activa van de Groep, en kan evenmin worden verplicht tot betaling van een deel van het tekort, zo hier sprake van is, van de Groep bij beëindiging van deze statuten.

    XVII.   Beëindiging

    1.

    Deze statuten blijven van kracht, tenzij de delegatiehoofden bij consensus besluiten ze te beëindigen.

    2.

    Niettegenstaande de beëindiging van deze statuten, blijven de delegatiehoofden nog ten hoogste 18 maanden in functie voor het uitvoeren van de liquidatie van de Groep, met inbegrip van de vereffening van de rekeningen, en hebben zij — met inachtneming van de desbetreffende bij consensus overeenkomstig artikel VII, punt 7.6, te nemen besluiten — gedurende dat tijdvak de bevoegdheden en taken die daartoe nodig mochten zijn.


    REGLEMENT VAN ORDE VAN DE INTERNATIONALE STUDIEGROEP VOOR RUBBER

    WOORD VOORAF

    Het Reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber wordt vastgesteld overeenkomstig artikel IX, punt 9, van de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber. Dit reglement van orde is goedgekeurd door de Groep bij de vergadering van de delegatiehoofden van … in …

    1.   Financiële regels en procedures

    Het begrotingsjaar begint op 1 juli en sluit op 30 juni.

    1.1.   Lidmaatschapsbijdragen

    1.1.1.

    De lidmaatschapsbijdragen zijn elk jaar verschuldigd op 1 juli, bij de ontvangst van de officiële factuur van het secretariaat.

    1.1.2.

    Als een lid zijn volledige bijdrage niet voor 1 december heeft betaald, wordt het door de secretaris-generaal dringend verzocht de betaling onmiddellijk te verrichten.

    1.1.3.

    Als de volledige betaling niet voor 1 februari is verricht, meldt het secretariaat-generaal dit aan de delegatiehoofden. Vervolgens overwegen de delegatiehoofden schorsing van alle stemrechten van het lid, behalve bij stemming over kwesties die rechtstreeks het gevolg zijn van een besluit om de Groep te liquideren.

    1.1.4.

    Als de volledige betaling niet voor 1 april is verricht, schorsen de delegatiehoofden alle secretariaatsdiensten aan het desbetreffende land, tenzij zij hier in buitengewone omstandigheden anders over beslissen.

    1.1.5.

    Als een lid zijn bijdrage op het einde van het begrotingsjaar niet volledig heeft betaald, wordt de verschuldigde bijdrage verhoogd met het jaarlijkse inflatiepercentage in het gastland, dat bij de opstelling van de jaarlijkse begroting wordt toegepast zolang de achterstallige bijdragen niet zijn betaald, tenzij de delegatiehoofden anders besluiten.

    1.1.6.

    Op het einde van elk kwartaal van het begrotingsjaar wordt het lid door de secretaris-generaal in kennis gesteld van de aldus herziene bijdrage.

    1.1.7.

    Beslissingen of maatregelen die krachtens bovenstaande bepaling worden genomen, doen geen afbreuk aan het recht van het lid.

    1.2.   Bankrekening

    1.2.1.

    De Internationale Studiegroep voor Rubber heeft in het gastland een bankrekening op zijn naam.

    1.2.2.

    Van deze bankrekening kan alleen gebruik worden gemaakt door middel van cheques/elektronisch bankieren, gefiatteerd door:

    a)

    de secretaris-generaal;

    b)

    bij zijn afwezigheid het hoofd van de afdeling Economic and Statistics, of

    c)

    bij hun afwezigheid, de aangewezen vertegenwoordiger van de delegatiehoofden.

    1.2.3.

    Boven de grens van 15 000 SGD zijn voor cheques/elektronische banktransacties twee handtekeningen nodig, namelijk één van het secretariaat en één van de aangewezen vertegenwoordiger van het gastland bij de delegatiehoofden.

    1.2.4.

    De rekeningen van het secretariaat worden bijgehouden door het hoofd van de afdeling Management and Administration.

    1.2.5.

    Het secretariaat houdt toezicht op alle desbetreffende bankrekeningen in het gastland.

    1.2.6.

    Alle ontvangsten worden onmiddellijk op de bankrekening gestort. De secretaris-generaal beschikt over een voorschotrekening voor kleine betalingen en ontvangsten van minder dan 1 000 SGD.

    1.3.   Aanbestedingen

    Het secretariaat besteedt diensten aan door middel van een van de volgende methoden, gebaseerd op de vastgestelde EPV (Estimated Procurement Value — geschatte aanbestedingswaarde). Het secretariaat splitst de EPV niet om de aanbestedingsvoorschriften te ontwijken.

    1.3.1.

    Aankopen van geringe waarde met een EPV van niet meer dan 3 000 SGD, exclusief GST (goods and services tax — goederen- en dienstenbelasting). Aankopen rechtstreeks bij de leverancier zijn toegestaan wanneer a) de prijs van de goederen of diensten bekend is door een eerdere aankoop of b) de prijs is bekendgemaakt door leveranciers, de media of een andere betrouwbare informatiebron, zoals brochures of internet. De aanschafprijs moet ook redelijk zijn.

    1.3.2.

    Aankopen door middel van prijsopgaven bij een EPV van niet meer dan 70 000 SGD, exclusief GST. Het secretariaat vraagt prijsopgaven van ten minste drie geschikte leveranciers en kiest zo mogelijk het aanbod met de laagste prijs. Indien voor een aankoop niet het aanbod met de laagste prijs wordt gekozen, moet de motivatie door het nodige bewijsmateriaal worden gestaafd. Elke aankoopbeslissing moet door de secretaris-generaal worden goedgekeurd.

    1.3.3.

    Aankopen door middel van aanbesteding bij een EPV van meer dan 70 000 SGD, exclusief GST. Het secretariaat verzoekt om inschrijvingen van ten minste drie geschikte aanbieders. Het secretariaat stelt voor de delegatiehoofden een evaluatieverslag van de inschrijvingen met de nodige aanbevelingen en opmerkingen op. Elke aankoopbeslissing moet door de delegatiehoofden worden goedgekeurd.

    1.4.   Aanstelling van accountants

    1.4.1.

    De aanstelling van accountants overeenkomstig artikel IX, punt 7, van de statuten gebeurt op aanbeveling van de secretaris-generaal, die verantwoordelijk is voor het toezicht op de prestaties van de accountants. Elke vier jaar verzoekt de secretaris-generaal om inschrijvingen van ten minste drie wettelijk erkende accountantskantoren.

    1.4.2.

    Zo spoedig mogelijk na het afsluiten van elk boekjaar, doch uiterlijk zes maanden na die datum, worden onafhankelijke accountantsverslagen inzake de rekeningen aan de leden ter beschikking gesteld. Zij worden door de delegatiehoofden bestudeerd teneinde op een passend geachte wijze bij de eerstvolgende zitting te worden goedgekeurd. Daarna wordt een samenvatting van de geverifieerde rekeningen alsmede de balans gepubliceerd op de website van de IRSG.

    1.5.   Begroting

    1.5.1.

    De secretaris-generaal is ervoor verantwoordelijk dat vóór 31 maart van elk jaar een voorlopige begroting voor het volgende begrotingsjaar wordt opgesteld en ter goedkeuring bij de delegatiehoofden wordt ingediend.

    1.5.2.

    De secretaris-generaal legt de goedgekeurde begroting aan de leden voor.

    1.5.3.

    De reis- en verblijfkosten van de leden die aan de vergaderingen van de Groep deelnemen, zijn ten laste van de respectieve landen.

    1.6.   Jaarrekening

    1.6.1.

    Zo snel mogelijk na het einde van het begrotingsjaar stuurt de secretaris-generaal alle leden een jaarrekening. Na goedkeuring door de delegatiehoofden wordt de jaarrekening gecertificeerd door de voorzitter of vicevoorzitter, de secretaris-generaal en de accountants.

    1.6.2.

    De naar behoren ondertekende en gecertificeerde rekening wordt bijgehouden door het secretariaat.

    2.   Vergaderingen van de delegatiehoofden

    2.1.

    De delegatiehoofden kunnen bijzondere vergaderingen houden op verzoek bij gewone meerderheid van zijn leden, of van de secretaris-generaal met instemming van de voorzitter.

    2.2.

    De convocaties voor de zittingen, de voorlopige agenda en de schriftelijke uiteenzetting voor de zitting worden de leden door de secretaris-generaal, in overleg met de voorzitter, ten minste 30 dagen van tevoren toegezonden, behalve in spoedgevallen, waarin de kennisgeving ten minste 15 dagen van tevoren moet worden gedaan. Bij spoedgevallen moet de aard ervan in de kennisgeving worden vermeld.

    2.3.

    De voorlopige agenda voor elke zitting wordt opgesteld door de secretaris-generaal in overleg met de voorzitter. Indien een lid wenst dat een bepaalde kwestie tijdens een zitting wordt besproken, stelt hij de secretaris-generaal hiervan 60 dagen vóór het begin van de bijeenkomst in kennis, met een schriftelijke uitleg.

    2.4.

    Elk lid geeft de secretaris-generaal uiterlijk vijf dagen voor het begin van de zitting de namen van de afgevaardigden, de plaatsvervangers en de deskundigen die zijn aangewezen om hem bij een zitting te vertegenwoordigen.

    3.   Aanstelling van de secretaris-generaal

    3.1.

    De aanstelling van een secretaris-generaal door de delegatiehoofden krachtens artikel X, punt 3, van de statuten, vindt plaats op basis van een aanbeveling door een hiertoe opgericht selectiecomité.

    3.2.

    Het selectiecomité wordt in normale omstandigheden minstens twaalf maanden voor het verstrijken van de ambtstermijn van de secretaris-generaal door de delegatiehoofden opgericht.

    3.3.

    Het selectiecomité is samengesteld uit de voorzitter en de vicevoorzitter van de delegatiehoofden, die respectievelijk de functie van voorzitter en vicevoorzitter van het selectiecomité bekleden, en uit alle andere leden die er deel van wensen uit te maken.

    3.4.

    De zittende secretaris-generaal neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van het selectiecomité, maar is niet stemgerechtigd.

    3.5.

    De leden dragen alle kosten die hun vertegenwoordigers maken voor het bijwonen van de vergaderingen van het selectiecomité en voor deelneming aan de selectieprocedure.

    3.6.

    Het selectiecomité stelt de selectiecriteria vast en beslist over de advertentie voor de functie van secretaris-generaal. De advertentie wordt gepubliceerd in de daartoe geschikte internationale media en via kanalen van de Groep. De advertentie wordt aan alle leden beschikbaar gesteld met het oog op verspreiding in hun land.

    3.7.

    De sollicitaties moeten worden gericht aan de secretaris-generaal, die verantwoordelijk is voor de administratieve aspecten van de sollicitatieprocedure.

    3.8.

    Het selectiecomité stelt een lijst op van ten hoogste zes kandidaten die voor een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd. De kandidaten zijn onderdaan van een lid of verblijven er.

    3.9.

    De sollicitatiegesprekken met de door het selectiecomité uitgenodigde kandidaten hebben tot doel unaniem of bij consensus een kandidaat te kiezen die over de vereiste ervaring en persoonlijkheid beschikt, onpartijdig is en doeltreffend kan samenwerken met hoge ambtenaren van de landen die lid zijn van de Groep en van andere landen, en met internationale en privéorganisaties, teneinde deze kandidaat aan de delegatiehoofden voor te dragen voor de functie van secretaris-generaal. Ook wordt een reservekandidaat voorgedragen, voor het geval dat de geselecteerde kandidaat de functie om gezondheidsredenen of om een andere reden niet kan opnemen. Als geen overeenstemming kan worden bereikt over een kandidaat, kunnen twee bij consensus verkozen kandidaten aan de delegatiehoofden worden voorgedragen.

    3.10.

    De aanstellings- en contractvoorwaarden worden vastgesteld door de delegatiehoofden.

    3.11.

    Voor een voortijdige beëindiging van de overeenkomst is een gewone meerderheid nodig binnen de groep van producenten van natuurlijk rubber en binnen de groep van de rubberverbruikers die aanwezig zijn en stemmen; bovendien moeten deze stemmen samen ten minste een tweederde meerderheid uitmaken van degenen die aanwezig zijn en stemmen.

    4.   Werkzaamheden van het secretariaat

    4.1.

    Bij de vervulling van zijn taken ontplooit het secretariaat geen activiteiten die tot een belangenconflict kunnen leiden.

    4.2.

    Het secretariaat vraagt noch ontvangt instructies van individuele leden of van autoriteiten van buiten de Groep. De secretaris-generaal en het personeel onthouden zich van handelingen die onverenigbaar zijn met hun positie als internationaal ambtenaar die in laatste instantie verantwoording verschuldigd is aan de delegatiehoofden.

    4.3.

    Elk lid respecteert de verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal en het andere personeel en probeert niet hen bij de vervulling van hun taak te beïnvloeden.

    4.4.

    Het secretariaat draagt er zorg voor dat bij publicatie van gegevens geen afbreuk wordt gedaan aan het vertrouwelijk karakter van de verrichtingen van personen of ondernemingen die natuurlijke rubber produceren, verwerken of op de markt brengen.

    4.5.

    Het secretariaat publiceert regelmatig een Rubber Statistical Bulletin en een Rubber Industry Report, alsmede verslagen over projecten en studies.

    5.   Adviesorgaan voor de industrie

    5.1.

    Het Adviesorgaan voor de industrie bestaat uit niet meer dan dertig personen die in verband met hun bijzondere deskundigheid door de delegatiehoofden worden benoemd voor een termijn van hoogstens drie jaar. Het lidmaatschap kan met een termijn van drie jaar worden verlengd.

    5.2.

    Na de beslissing van de delegatiehoofden om de samenstelling van het Adviesorgaan voor de industrie te vernieuwen, verzoekt het secretariaat de leden, het Adviesorgaan voor de industrie en de geassocieerde leden om voorstellen voor kandidaten voor dit orgaan.

    5.3.

    Het secretariaat doet een aanbeveling omtrent deze kandidaten aan de delegatiehoofden ter bespreking en benoeming.

    5.4.

    De nieuwe benoeming treedt in werking bij besluit van de delegatiehoofden.

    5.5.

    De secretaris-generaal faciliteert de vergaderingen van het Adviesorgaan voor de industrie.

    5.6.

    Het Adviesorgaan voor de industrie stelt zijn eigen reglement van orde op, dat in overeenstemming is met de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber en dit reglement van orde.

    5.7.

    Overeenkomstig de statuten geldt de waarnemersstatus bij alle vergaderingen van de Groep niet voor discussies over vertrouwelijke kwesties, begroting en financiële kwesties.

    5.8.

    De reis- en verblijfkosten van de leden van het Adviesorgaan voor de industrie die aan de vergaderingen deelnemen, worden door henzelf gedragen.

    6.   Geassocieerde leden

    6.1.

    Alle bij de rubberindustrie betrokken ondernemingen of organisaties kunnen geassocieerd lid van dit comité worden, mits zij de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage betalen.

    6.2.

    De jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage is 3 000 SGD voor organisaties of individuen die zijn gevestigd op het grondgebied van de leden en 6 000 SGD wanneer zij zijn gevestigd op het grondgebied van niet-leden.

    6.3.

    Geassocieerde leden hebben vrije toegang tot alle informatie die toegankelijk is op de website voor geassocieerde leden. Alle andere informatie wordt in rekening gebracht.

    7.   World Rubber Summit

    Wanneer de Groep door een niet-lid of een lid wordt uitgenodigd om de World Rubber Summit daar te laten plaatsvinden, neemt de Groep deze uitnodiging in beraad en aanvaardt zij deze alleen wanneer er voldoende financiële middelen voorhanden aanwezig zijn.

    8.   Wijzigingen en intrekkingen

    De delegatiehoofden kunnen deze regels elk ogenblik wijzigen of aanpassen, zij het uitsluitend bij consensus.


    Top