This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32011R0167
Council Implementing Regulation (EU) No 167/2011 of 21 February 2011 terminating the partial interim review of the anti-dumping measures applicable to imports of certain polyethylene terephthalate originating, inter alia , in the Republic of Korea
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 167/2011 van de Raad van 21 februari 2011 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 167/2011 van de Raad van 21 februari 2011 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea
PB L 49 van 24.2.2011, p. 1–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
24.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 167/2011 VAN DE RAAD
van 21 februari 2011
tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, leden 3 en 6,
Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
1. Geldende maatregelen
(1) |
Momenteel is op polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea („Zuid-Korea”) een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 192/2007 van de Raad (2). Voor de Koreaanse ondernemingen met een individueel recht bedraagt het geldende recht nul. Het residuele recht bedraagt 148,3 EUR/ton. |
2. Verzoek om een nieuw onderzoek
(2) |
Krachtens artikel 11, lid 3, van de basisverordening werd een verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek ingediend door het Polyethylene Terephthalate (PET) Committee of PlasticsEurope („de indiener van het verzoek”), dat zeven EU-producenten vertegenwoordigt. |
(3) |
Het betreft alleen een onderzoek naar dumping door de producent-exporteur KP Chemical Group, bestaande uit Honam Petrochemicals Corp. en KP Chemical Corp., („KP Chemical Group”), en naar bepaalde schadeaspecten. |
(4) |
Uit het voorlopige bewijsmateriaal van de indiener van het verzoek blijkt dat, wat de KP Chemical Group betreft, de handhaving van de maatregel op het nulniveau niet langer voldoende is om de huidige schade veroorzakende dumping tegen te gaan. |
3. Opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek
(5) |
Daar de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om de opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te rechtvaardigen, kondigde zij bij bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie (3) aan overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te zullen openen dat beperkt zou blijven tot dumping door KP Chemical Group en bepaalde schadeaspecten. |
4. Betrokken product en soortgelijk product
(6) |
Het verzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat met een viscositeitscoëfficiënt van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, momenteel ingedeeld onder GN-code 3907 60 20, van oorsprong uit Zuid-Korea („het betrokken product”). |
(7) |
Het product dat op de Koreaanse binnenlandse markt wordt vervaardigd en verkocht en het product dat naar de Unie wordt uitgevoerd, hebben dezelfde fysische, technische en chemische eigenschappen en gebruiksdoeleinden en worden daarom beschouwd als soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening. |
5. Betrokken partijen
(8) |
De Commissie heeft de producent-exporteur, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in kennis gesteld van de opening van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening vermelde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. Alle belanghebbenden die daarom met opgave van redenen hadden verzocht, werden gehoord. |
(9) |
De Commissie heeft de producent-exporteur en de bedrijfstak van de Unie vragenlijsten toegezonden en heeft de antwoorden binnen de vastgestelde termijn ontvangen. De Commissie verzamelde en verifieerde alle gegevens die zij noodzakelijk achtte. De Commissie heeft ter plaatse controlebezoeken verricht bij KP Chemical Corp., Zuid-Korea; Honam Petrochemicals Corp, Zuid-Korea; Novapet SA, Spanje; Equipolymers Srl, Italië; UAB Orion Global PET (Indorama), Litouwen; UAB Indorama Polymers Europe, Litouwen; UAB Neo Group, Litouwen; La Seda de Barcelona, SA, Spanje, en M&G Polimeri Italia SpA, Italië. |
6. Tijdvak van het nieuwe onderzoek
(10) |
Het onderzoek naar de dumping had betrekking op de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 („het nieuwe onderzoektijdvak”). |
B. DE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
(11) |
Om de normale waarde te bepalen, is de Commissie eerst nagegaan of de totale binnenlandse verkoop van het betrokken product van de KP Chemical Group representatief was ten opzichte van zijn totale uitvoer naar de Unie. Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening wordt de verkoop op de binnenlandse markt geacht representatief te zijn wanneer de totale omvang ervan ten minste 5 % bedraagt van de totale omvang van de uitvoer naar de Unie. De Commissie stelde vast dat het betrokken product, dat werd beschouwd als een homogeen product dat niet was onderverdeeld in verschillende producttypen, op de binnenlandse markt door de KP Chemical Group werd verkocht in volumes die over het geheel genomen representatief waren. |
(12) |
Ook werd nagegaan of de representatieve binnenlandse verkoop van het betrokken product had plaatsgevonden in het kader van normale handelstransacties, door het aandeel van de winstgevende verkoop aan onafhankelijke afnemers op de binnenlandse markt vast te stellen. Aangezien gebleken is dat er voldoende verkoop in het kader van normale handelstransacties had plaatsgevonden, werd de normale waarde gebaseerd op de werkelijke binnenlandse prijs van winstgevende verkopen. |
(13) |
Daar het betrokken product naar onafhankelijke afnemers in de Unie werd uitgevoerd, werd de uitvoerprijs vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening, d.w.z. aan de hand van de werkelijk betaalde of te betalen uitvoerprijs. |
(14) |
De normale waarde en de uitvoerprijs werden vergeleken in het stadium af fabriek. |
(15) |
Om een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs te kunnen maken, werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast om rekening te houden met verschillen die van invloed waren op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Er werden correcties uitgevoerd voor verschillen in kosten van vervoer, vracht, verzekering, verpakking, bankkosten en kredietkosten waar zulks redelijk en accuraat werd bevonden en met gecontroleerd bewijsmateriaal werd gestaafd. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd de dumpingmarge vastgesteld door vergelijking van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs. |
(17) |
De aldus voor de indiener van het verzoek berekende dumpingmarge bedraagt minder dan 2 % van de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, en wordt daarom geacht verwaarloosbaar te zijn overeenkomstig artikel 9, lid 3, van de basisverordening. |
C. BLIJVENDE AARD VAN DE OMSTANDIGHEDEN
(18) |
Zoals het vorige tussentijdse nieuwe onderzoek dat leidde tot Verordening (EG) nr. 192/2007, liet het huidige tussentijdse nieuwe onderzoek voor de KP Chemical Group een verwaarloosbare dumpingmarge zien. |
(19) |
Er waren geen aanwijzingen dat deze minimale dumpingmarge niet van blijvende aard zou zijn, aangezien geconstateerd is dat de KP Chemical Group een zeer hoge bezettingsgraad had (bijna 100 %). Bovendien had de KP Chemical Group geen plannen om zijn productiecapaciteit in Zuid-Korea uit te breiden. De KP Chemical Group heeft namelijk een fabriek in de Unie gekocht en zal waarschijnlijk minder gaan uitvoeren vanuit Zuid-Korea. |
(20) |
Daarom kan worden aangenomen dat de omstandigheden waaronder de dumpingmarge in dit onderzoek is berekend, van blijvende aard zijn. |
D. BEËINDIGING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK
(21) |
Gezien het bovenstaande moet het onderhavige nieuwe onderzoek worden beëindigd zonder wijziging van de hoogte van het recht dat op de KP Chemical Group van toepassing is. Daarom hoeven de schadeaspecten niet te worden behandeld. |
E. MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(22) |
De Commissie heeft de belanghebbenden in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voornemens was dit tussentijdse gedeeltelijke nieuwe onderzoek te beëindigen. Alle partijen werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. Van de bedrijfstak van de Unie werden opmerkingen ontvangen, die echter geen aanleiding gaven bovenstaande conclusies te wijzigen. |
F. SLOTBEPALING
(23) |
Dit nieuwe onderzoek dient derhalve te worden beëindigd zonder wijziging van Verordening (EG) nr. 192/2007, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer de Republiek Korea wordt hierbij beëindigd zonder dat de geldende antidumpingmaatregelen worden gewijzigd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 februari 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
MARTONYI J.
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.
(2) PB L 59 van 27.2.2007, blz. 1.
(3) PB C 47 van 25.2.2010, blz. 24.