Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TA0433

    Zaak T-433/15: Arrest van het Gerecht van 5 juni 2019 — Bank Saderat/Raad („Niet-contractuele aansprakelijkheid — Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Iran — Bevriezing van tegoeden — Beperking van de toegang tot het grondgebied van de lidstaten — Herstel van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden vanwege de plaatsing en de handhaving van haar naam op de lijst van personen en entiteiten waarop de betrokken beperkende maatregelen van toepassing zijn — Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die particulieren rechten toekent”)

    PB C 255 van 29.7.2019, p. 30–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.7.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 255/30


    Arrest van het Gerecht van 5 juni 2019 — Bank Saderat/Raad

    (Zaak T-433/15) (1)

    („Niet-contractuele aansprakelijkheid - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Iran - Bevriezing van tegoeden - Beperking van de toegang tot het grondgebied van de lidstaten - Herstel van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden vanwege de plaatsing en de handhaving van haar naam op de lijst van personen en entiteiten waarop de betrokken beperkende maatregelen van toepassing zijn - Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die particulieren rechten toekent”)

    (2019/C 255/38)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Bank Saderat plc (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Jeffrey, S. Ashley, A. Irvine, solicitors, M. Demetriou, QC, en R. Blakeley, barrister)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Bishop en N. Rouam, vervolgens M. Bishop en H. Marcos Fraile, gemachtigden)

    Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Konstantinidis en D. Gauci, vervolgens M. Konstantinidis, A. Tizzano en C. Zadra, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 268 VWEU strekkende tot herstel van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden vanwege de plaatsing van haar naam op de lijst van aangewezen personen en entiteiten die is opgenomen in verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2007, L 103, blz. 1), en verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB 2010, L 281, blz. 1), en verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB 2012, L 88, blz. 1)

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt verworpen.

    2)

    Bank Saderat plc zal haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie dragen.

    3)

    De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 320 van 28.9.2015.


    Top