EUR-Lex Πρόσβαση στο δίκαιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης

Επιστροφή στην αρχική σελίδα του EUR-Lex

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 62017CN0100

Zaak C-100/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 februari 2017 door Gul Ahmed Textile Mills Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 15 december 2016 in zaak T-199/04 RENV, Gul Ahmed Textile Mills Ltd/Raad van de Europese Unie

PB C 168 van 29.5.2017, σ. 21 έως 22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 168/21


Hogere voorziening ingesteld op 24 februari 2017 door Gul Ahmed Textile Mills Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 15 december 2016 in zaak T-199/04 RENV, Gul Ahmed Textile Mills Ltd/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-100/17 P)

(2017/C 168/28)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Gul Ahmed Textile Mills Ltd (vertegenwoordigers: L. Ruessmann, advocaat, J. Beck, solicitor)

Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Europese Commissie

Conclusies

de hogere voorziening ontvankelijk en gegrond verklaren;

het arrest van het Gerecht vernietigen;

uitspraak doen ten gronde en verordening 397/2004 (1) nietig verklaren of de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een beslissing ten gronde over het beroep tot nietigverklaring; en

de Raad verwijzen in rekwirantes kosten voor de hogere voorziening en de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante de volgende argumenten aan:

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat rekwirante geen belang meer heeft bij het tweede en derde middel. Om te kunnen beslissen of rekwirante belang houdt bij de zaak, moet het Gerecht rekening houden met al het bewijs en alle hem beschikbare informatie en de hele context in zijn overwegingen betrekken. De fouten in de door de Raad gemaakte berekening van de dumpingmarge zijn van methodologische aard en vatbaar voor herhaling.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door, zonder naar behoren (of soms zelfs helemaal niet) in te gaan op de argumenten van rekwirante, te oordelen dat de bij de bedrijfstak van de Unie plaatsvindende verschuiving naar de productie van goederen uit het hogere marktsegment van de EU-markt voor beddenlinnen en de toegenomen import in de Unie van beddenlinnen afkomstig van Turkse producenten die nauw met de bedrijfstak van de Unie verbonden zijn, het oorzakelijke verband tussen de vermeende dumping en de vermeend door de bedrijfstak van de Unie geleden materiële schade niet verbrak. Bovendien zijn de conclusies van het Gerecht gebaseerd op verdraaiing van de feiten zoals weergegeven in verordening 397/2004 en op onjuiste juridische kwalificaties van de feiten.


(1)  Verordening (EG) nr. 397/2004 van de Raad van 2 maart 2004 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van katoenhoudend beddenlinnen uit Pakistan (PB 2004, L 66, blz. 1).


Επάνω