EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R1602

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1602 van de Commissie van 23 april 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst dat zendingen van dieren en goederen tot hun bestemming vergezelt (Voor de EER relevante tekst.)

C/2019/2910

PB L 250 van 30.9.2019, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 15/04/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/1602/oj

30.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 250/6


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1602 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2019

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst dat zendingen van dieren en goederen tot hun bestemming vergezelt

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 50, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op dieren en goederen die de Unie binnenkomen om de naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie te verifiëren.

(2)

Aangezien de voorschriften betreffende de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder het GGB zendingen in doorvoer moet vergezellen, in een afzonderlijke, overeenkomstig artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 vast te stellen gedelegeerde handeling moeten worden vastgesteld, dient deze verordening uitsluitend van toepassing te zijn op zendingen die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht.

(3)

In Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat zendingen van dieren en goederen die de Unie binnenkomen via aangewezen grenscontroleposten vergezeld moeten gaan van het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (“GGB”). Zodra de officiële controles zijn uitgevoerd en het GGB is voltooid, kunnen de zendingen naargelang van de commerciële behoeften van de exploitant in verschillende delen worden gesplitst.

(4)

Met het oog op de traceerbaarheid van zendingen en een goede communicatie met de bevoegde autoriteit op de plaats van bestemming moeten voorschriften worden vastgesteld betreffende de voorwaarden en de praktische regelingen waaronder het GGB zendingen die zijn bestemd om op de markt te worden gebracht, tot hun bestemming moet vergezellen. Met name moeten gedetailleerde voorschriften met betrekking tot het GGB worden vastgesteld voor de gevallen waarin zendingen worden gesplitst.

(5)

Om de traceerbaarheid te waarborgen van zendingen die aan de grenscontrolepost worden gesplitst nadat officiële controles zijn uitgevoerd en het GGB door de bevoegde autoriteit is voltooid, moet worden vereist dat de voor de zending verantwoordelijke exploitant via het in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde informatiemanagementsysteem voor officiële controles (“Imsoc”) ook voor elk deel van de gesplitste zending een GGB indient dat door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost moet worden voltooid en elk deel van de gesplitste zending tot de in het desbetreffende GGB aangegeven bestemming moet vergezellen.

(6)

Om frauduleus hergebruik van het GGB te voorkomen, is het passend van de douaneautoriteiten te eisen dat zij in het Imsoc de informatie over de in de douaneaangifte vermelde hoeveelheid van de zending verstrekken om ervoor te zorgen dat de in die douaneaangifte aangegeven hoeveelheden in mindering worden gebracht op de totale toegestane hoeveelheid die in het GGB is aangegeven. De douaneautoriteiten moeten informatie uitwisselen met behulp van de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken van de douane. Deze elektronische gegevensverwerkingstechnieken moeten voor de toepassing van deze verordening worden gebruikt. Om de douaneautoriteiten voldoende tijd te geven om deze technieken op te zetten, is het passend te bepalen dat de verplichting om de informatie over de hoeveelheid van de zendingen in het Imsoc mee te delen, in elke lidstaat van toepassing is vanaf de datum waarop deze technieken in die lidstaat operationeel worden of, als dat eerder is, vanaf 1 maart 2023.

(7)

Aangezien Verordening (EU) 2017/625 van toepassing is met ingang van 14 december 2019, dient de onderhavige verordening vanaf dezelfde datum te worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden de gevallen vastgesteld waarin en de voorwaarden waaronder het in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (“GGB”) elke zending van de in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde categorieën dieren en goederen die bestemd is om in de handel te worden gebracht (“zending”), tot de plaats van bestemming moet vergezellen.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op zendingen in doorvoer.

Artikel 2

Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder “plaats van bestemming” de plaats waar de zending wordt geleverd voor de uiteindelijke lossing, zoals vermeld in het GGB, verstaan.

Artikel 3

Gevallen waarin het GGB zendingen tot hun plaats van bestemming moet vergezellen

Elke zending, ongeacht of deze al dan niet is gesplitst aan de grenscontrolepost of na het verlaten van de grenscontrolepost, maar vóór zij voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625, gaat vergezeld van een GGB.

Artikel 4

Voorwaarden voor het GGB dat zendingen vergezelt die niet zijn gesplitst

Wanneer een zending niet is gesplitst vóór zij voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625, zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a)

de voor een zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat een kopie van het GGB, op papier of in elektronische vorm, de zending vergezelt tot de plaats van bestemming en totdat zij voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625;

b)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant vermeldt het referentienummer van het GGB in de bij de douaneautoriteiten ingediende douaneaangifte en houdt een kopie van dit GGB ter beschikking van de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 163 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

c)

de douaneautoriteiten delen in het Imsoc de informatie mee over de in de douaneaangifte vermelde hoeveelheid van de zending en staan slechts toe dat de zending onder een douaneregeling wordt geplaatst als de totale hoeveelheid die in het GGB is vermeld, niet wordt overschreden. Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer de zending onder de in artikel 210, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde douaneregelingen moet worden geplaatst.

Artikel 5

Voorwaarden voor het GGB dat zendingen vergezelt die aan de grenscontrolepost zijn gesplitst

1.   Wanneer een zending aan de grenscontrolepost moet worden gesplitst, zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a)

bij de voorafgaande kennisgeving overeenkomstig artikel 56, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 geeft de voor de zending verantwoordelijke exploitant de grenscontrolepost aan als plaats van bestemming in het GGB voor de gehele zending;

b)

na de voltooiing van het GGB voor de gehele zending door de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) 2017/625 verzoekt de voor de zending verantwoordelijke exploitant de zending te splitsen en dient hij voor elk deel van de gesplitste zending via het Imsoc een GGB in, waarin hij de hoeveelheid, het vervoermiddel en de plaats van bestemming voor het desbetreffende deel van de gesplitste zending vermeldt;

c)

de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost voltooit de GGB's voor de afzonderlijke delen van de gesplitste zending overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) 2017/625, op voorwaarde dat de som van de in die GGB's aangegeven hoeveelheden niet groter is dan de totale hoeveelheid die in het GGB voor de hele zending is vermeld;

d)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat een kopie van het GGB, op papier of in elektronische vorm, voor elk deel van de gesplitste zending het desbetreffende deel van de gesplitste zending vergezelt tot de hierin vermelde plaats van bestemming en totdat het voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625;

e)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant vermeldt het referentienummer van het GGB voor elk deel van de gesplitste zending in de bij de douaneautoriteiten ingediende douaneaangifte en houdt een kopie van dit GGB ter beschikking van de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 163 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

f)

de douaneautoriteiten delen in het Imsoc de informatie mee over de in de douaneaangifte vermelde hoeveelheid van het desbetreffende deel van de gesplitste zending en staan slechts toe dat dit deel onder een douaneregeling wordt geplaatst als de totale hoeveelheid die in het GGB voor dat deel van de gesplitste zending is vermeld, niet wordt overschreden. Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer de zending onder de in artikel 210, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde douaneregelingen moet worden geplaatst.

2.   In geval van een niet-conforme zending die aan de grenscontrolepost moet worden opgesplitst en wanneer de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost de exploitant gelast slechts voor een deel van de zending een of meer van de in artikel 66, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde acties te ondernemen, zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a)

na voltooiing van het GGB voor de gehele zending dient de voor de zending verantwoordelijke exploitant een GGB in voor elk deel van de gesplitste zending en geeft hij daarin de hoeveelheid, het vervoermiddel en de plaats van bestemming voor dat deel aan;

b)

de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost voltooit de GGB's voor de afzonderlijke delen van de gesplitste zending overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) 2017/625, rekening houdend met de beslissing die is genomen voor elk deel van de gesplitste zending;

c)

lid 1, onder d), e) en f), is van toepassing op elk deel van de gesplitste zending.

Artikel 6

Voorwaarden voor het GGB dat zendingen onder douanetoezicht vergezelt die zijn gesplitst nadat zij de grenscontrolepost hebben verlaten

Wanneer een zending moet worden gesplitst nadat zij de grenscontrolepost heeft verlaten en vóór zij voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625, zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat een kopie van het GGB, op papier of in elektronische vorm, elk deel van de gesplitste zending vergezelt tot de plaats van bestemming en totdat zij voor het vrije verkeer wordt vrijgegeven overeenkomstig artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625;

b)

voor elk deel van de gesplitste zending vermeldt de voor de zending verantwoordelijke exploitant het referentienummer van het GGB in de bij de douaneautoriteiten ingediende douaneaangifte en houdt hij een kopie van dit GGB ter beschikking van de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 163 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

c)

voor elk deel van de gesplitste zending delen de douaneautoriteiten in het Imsoc de informatie mee over de in de douaneaangifte vermelde hoeveelheid voor dat deel en staan zij slechts toe dat dit deel onder een douaneregeling wordt geplaatst als de totale hoeveelheid die in het GGB is vermeld, niet wordt overschreden. Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer de zending onder de in artikel 210, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde douaneregelingen moet worden geplaatst.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.

De volgende bepalingen zijn evenwel in elke lidstaat van toepassing vanaf de datum waarop de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken van de douane in die lidstaat operationeel worden of, als de hiervoor genoemde datum niet eerder is, met ingang van 1 maart 2023:

a)

artikel 4, onder c);

b)

artikel 5, lid 1, onder f);

c)

artikel 6, onder c).

De lidstaten stellen de Commissie en de overige lidstaten in kennis van de datum waarop die elektronische gegevensverwerkingstechnieken operationeel worden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 april 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).


Top