EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008L0121

Richtlijn 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake textielbenamingen (Herschikking) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 19 van 23.1.2009, p. 29–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/05/2012; opgeheven door 32011R1007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2008/121/oj

23.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/29


RICHTLIJN 2008/121/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 januari 2009

inzake textielbenamingen (Herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 inzake textielbenamingen (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

(2)

Verschillen tussen de bepalingen van de lidstaten inzake de benaming, de samenstelling en de etikettering van textielproducten zouden de werking van de interne markt belemmeren.

(3)

Die belemmeringen kunnen worden opgeheven indien er op communautair niveau uniforme voorschriften worden vastgesteld voor het op de markt brengen van textielproducten. Derhalve is een harmonisatie noodzakelijk van de benamingen van de textielvezels, alsmede van de aanduidingen welke voorkomen op de etiketten, merkingen of documenten welke de textielproducten bij de diverse handelingen in het productie-, bewerkings- en distributiestadium begeleiden.

(4)

Deze harmonisatie dient tevens betrekking te hebben op sommige producten die niet uitsluitend uit textiel bestaan, wanneer het textielgedeelte een wezenlijk deel van het product uitmaakt of wanneer daarop door de producent, de bewerker of de handelaar door een speciale vermelding de aandacht wordt gevestigd.

(5)

De voor zuivere producten reeds vastgestelde tolerantie voor andere vezels moet tevens worden toegepast op gemengde producten.

(6)

Ter bereiking van de doelstellingen welke aan de nationale bepalingen ter zake ten grondslag liggen, dient de etikettering verplicht te zijn.

(7)

Voor de producten waarvan het uit technisch oogpunt moeilijk is de samenstelling aan te duiden op het ogenblik van de fabricage, mogen de eventueel dan bekende vezels op het etiket worden vermeld, mits zij een bepaald percentage van het eindproduct vertegenwoordigen.

(8)

Teneinde toepassingsverschillen binnen de Gemeenschap te vermijden, moeten er nauwkeurig bijzondere bepalingen worden vastgesteld voor het etiketteren van bepaalde textielproducten die uit twee of meer gedeelten bestaan, en moet tevens worden bepaald met welke bestanddelen van textielproducten bij de etikettering en de analyse geen rekening behoeft te worden gehouden.

(9)

Het te koop aanbieden van textielproducten, waarvoor alleen de verplichting tot globale etikettering geldt en van producten welke per meter of in coupons worden verkocht, moet zo gebeuren dat de verbruiker werkelijk kennis kan nemen van de aanduidingen die zich op de buitenverpakking of de rol bevinden en dat het de taak van de lidstaten is de te dien einde te nemen maatregelen vast te stellen.

(10)

Het gebruik van aanduidingen of benamingen die op bijzondere wijze het vertrouwen van gebruikers en consumenten genieten, dient aan bepaalde voorwaarden te worden onderworpen.

(11)

Het is noodzakelijk methoden te voorzien voor het trekken van monsters en het analyseren van textiel, teneinde alle mogelijke geschillen over de gebezigde methoden te voorkomen. De voorlopige handhaving van de thans gebruikte nationale methoden vormt evenwel geen belemmering voor de toepassing van uniforme voorschriften.

(12)

Bijlage V, die de op de watervrije massa van elke vezel bij de bepaling van de vezelsamenstelling van textielproducten toe te passen overeengekomen percentages bevat, schrijft onder de nummers 1, 2 en 3 twee verschillende overeengekomen percentages voor de berekening van de samenstelling van wol en/of haar bevattende gekaarde of gekamde producten voor. Het is voor de laboratoria echter niet altijd mogelijk uit te maken of een product tot de gekaarde dan wel tot de gekamde vezels behoort, zodat toepassing van deze bepaling bij de in de Gemeenschap uitgevoerde conformiteitscontroles van textielproducten in dit geval tot tegenstrijdige resultaten kan leiden. De laboratoria dient derhalve te worden toegestaan om in twijfelgevallen één enkel overeengekomen percentage toe te passen.

(13)

Het is niet wenselijk, in een specifieke richtlijn betreffende textielproducten, alle bepalingen die daarop van toepassing zijn, te harmoniseren.

(14)

De bijlagen III en IV moeten op grond van het uitzonderlijke karakter van de daarin vermelde gevallen eveneens andere, van etikettering vrijgestelde producten behelzen, waaronder in het bijzonder wegwerpartikelen of producten waarvoor alleen een globale etikettering is vereist.

(15)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5).

(16)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven, om de bijlagen I en V aan de technische vooruitgang aan te passen en nieuwe kwantitatieve analysemethoden voor binaire en ternaire mengsels vast te stellen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn, onder meer door haar aan te vullen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing worden vastgesteld.

(17)

Daar de in deze richtlijn opgenomen nieuwe onderdelen alleen de comitéprocedure betreffen, is omzetting ervan door de lidstaten niet nodig.

(18)

Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage VI, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Textielproducten mogen vóór verwerking, gedurende het productieproces en in de diverse stadia van de distributie, binnen de Gemeenschap slechts op de markt worden gebracht indien zij in overeenstemming zijn met deze richtlijn.

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op textielproducten:

a)

die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen;

b)

die de lidstaten binnenkomen om onder douanetoezicht te worden doorgevoerd;

c)

die uit derde landen worden ingevoerd in het kader van het actieve-veredelingsverkeer;

d)

die ter bewerking aan huisarbeiders of aan zelfstandige loonondernemingen worden toevertrouwd, zonder dat overdracht onder bezwarende titel plaatsvindt.

Artikel 2

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„textielproducten”, alle onbewerkte, halfbewerkte, bewerkte, halfafgewerkte, afgewerkte, halfgeconfectioneerde of geconfectioneerde producten welke uitsluitend zijn samengesteld uit textielvezels, ongeacht het toegepaste meng- of assemblageprocédé;

b)

„textielvezel”,

i)

een element dat wordt gekenmerkt door zijn soepelheid, fijnheid en de grote lengte in verhouding tot de maximale dwarsdoorsnede, waardoor het geschikt is voor gebruik als textiel;

ii)

soepele stroken of buizen waarvan de schijnbare breedte niet meer dan 5 mm bedraagt, met inbegrip van die stroken welke uit bredere stroken of uit folie zijn geknipt, die zijn vervaardigd op basis van de materialen die dienen voor de fabricage van de vezels genoemd in bijlage I onder de nummers 19 tot en met 47 en die geschikt zijn voor gebruik als textiel; de schijnbare breedte is die van de strook of buis in gevouwen, platgemaakte, samengedrukte of verwrongen vorm; bij een niet-uniforme breedte geldt de gemiddelde breedte.

2.   De volgende producten worden met textielproducten gelijkgesteld en onder de bepalingen van deze richtlijn gebracht:

a)

producten die ten minste 80 gewichtspercenten textielvezels bevatten;

b)

overtrekken, waarvan de uit textiel bestaande delen ten minste 80 % van het gewicht ervan uitmaken, van meubels, paraplu’s en parasols en, onder dezelfde voorwaarde, de textielbestanddelen van uit verscheidene lagen bestaande vloerbedekkingen, van matrassen en van kampeerartikelen, alsmede de warme voeringen van schoeisel en handschoenen;

c)

textiel dat is verwerkt in andere producten waarvan het een bestanddeel vormt, voor zover de samenstelling nader wordt aangegeven.

Artikel 3

1.   De benamingen en de beschrijvingen van de in artikel 2 bedoelde vezels zijn opgenomen in bijlage I.

2.   De benamingen welke in de tabel van bijlage I zijn opgenomen, mogen uitsluitend worden gebruikt voor vezels die overeenkomen met de onder hetzelfde nummer in de tabel gegeven beschrijving.

3.   Voor alle andere vezels mogen die benamingen noch als hoofdwoord, noch als stamwoord, noch als bijvoeglijke bepaling worden gebezigd, ongeacht de gebruikte taal.

4.   De benaming „zijde” mag niet worden gebruikt ter aanduiding van de speciale vorm of opmaak van de textielvezels als filamentgarens.

Artikel 4

1.   Aan de benaming van een textielproduct mag de aanduiding 100 % of „zuiver” of eventueel „puur”, met uitsluiting van iedere andere term van die strekking, slechts worden toegevoegd indien het product geheel uit een en dezelfde soort vezel bestaat.

2.   Een hoeveelheid andere vezels tot 2 % van het gewicht van het textielproduct wordt toegelaten, voor zover zij technisch gerechtvaardigd is en niet het resultaat is van stelselmatige toevoeging. Deze tolerantie wordt op 5 % gebracht voor textielproducten die een kaardbewerking hebben ondergaan.

Artikel 5

1.   Een wolproduct mag met een van de in bijlage II genoemde benamingen worden aangeduid mits het uitsluitend bestaat uit vezels die voordien nooit in een afgewerkt product verwerkt zijn geweest, die geen andere dan de voor de vervaardiging van het product vereiste verspinnings- en/of verviltingsbewerkingen hebben ondergaan, en die niet zodanig behandeld of gebruikt zijn dat de vezel daardoor is beschadigd.

2.   In afwijking van lid 1 mogen de in bijlage II genoemde benamingen worden gebruikt om wol aan te duiden die in een mengsel van vezels is verwerkt, wanneer:

a)

al de in het mengsel verwerkte wol voldoet aan de in lid 1 omschreven kenmerken;

b)

de hoeveelheid van deze wol niet minder is dan 25 % van het totale gewicht van het mengsel;

c)

in geval van een fijne menging, de wol slechts met één andere vezel is vermengd.

In het in dit lid bedoelde geval is de aanduiding van de volledige procentuele samenstelling verplicht.

3.   De tolerantie op technische gronden die verband houden met de vervaardiging, wordt beperkt tot 0,3 % onzuivere vezels voor de producten zoals bedoeld in de leden 1 en 2, ook indien het gaat om wolproducten die een kaardbewerking hebben ondergaan.

Artikel 6

1.   Textielproducten, samengesteld uit twee of meer vezelsoorten waarvan er een ten minste 85 % van het totale gewicht uitmaakt, worden aangeduid:

a)

met de benaming van deze laatste vezelsoort en het overeenkomstige gewichtspercentage;

b)

met de benaming van de bedoelde vezelsoort, voorafgegaan door de vermelding „minimum 85 %”, of

c)

met de volledige procentuele samenstelling van het product.

2.   Textielproducten, samengesteld uit twee of meer vezelsoorten waarvan geen enkele 85 % van het totale gewicht uitmaakt, worden aangeduid met de benaming en het gewichtspercentage van ten minste de twee vezels met de hoogste gewichtspercentages, gevolgd door de benamingen der andere samenstellende vezelsoorten in afnemende volgorde van gewicht, al dan niet met vermelding van de overeenkomstige gewichtspercentages, met dien verstande dat:

a)

de gezamenlijke vezelsoorten waarvan elke soort afzonderlijk minder dan 10 % van het totale gewicht van het product uitmaakt, mogen worden aangeduid als „andere vezels”, gevolgd door het totale gewichtspercentage;

b)

ingeval de benaming van een vezelsoort die minder dan 10 % van het totale gewicht van het product uitmaakt, wordt vermeld, de volledige procentuele samenstelling van het product dient te worden opgegeven.

3.   Producten met een ketting van zuiver katoen en een inslag van zuiver vlas, waarin het aandeel van het vlas niet minder dan 40 % van het totale gewicht van het ontpapte weefsel bedraagt, mogen worden aangeduid met de benaming „halflinnen”, met de verplichte vermelding van de samenstelling: „ketting zuiver katoen — inslag zuiver vlas of linnen”.

4.   De uitdrukkingen „diverse vezels” of „textiel van onbepaalde samenstelling” mogen worden gebruikt voor elk product waarvan de samenstelling op het ogenblik van de fabricage moeilijk kan worden aangeduid.

5.   Voor textielproducten die bestemd zijn voor de eindverbruiker wordt, in de procentuele samenstellingen, bedoeld in de leden 1 tot en met 4:

a)

een hoeveelheid andere vezels tot 2 % van het totale gewicht van het textielproduct toegelaten, voor zover zij technisch gerechtvaardigd is en niet het resultaat van een stelselmatige toevoeging is; deze tolerantie wordt op 5 % gebracht voor textielproducten die een kaardbewerking hebben ondergaan en laat de in artikel 5, lid 3, bepaalde tolerantie onverlet;

b)

een fabricagetolerantie van 3 % ten opzichte van het totale gewicht van de op het etiket aangegeven vezels toegelaten tussen de opgegeven vezelpercentages en de percentages die blijken uit de analyse; deze tolerantie wordt ook toegepast op de vezels die overeenkomstig lid 2 zijn opgesomd in afnemende volgorde van gewicht zonder vermelding van het overeenkomstige percentage. Deze tolerantie geldt ook voor de toepassing van artikel 5, lid 2, onder b).

Bij de analyse worden deze toleranties afzonderlijk berekend. Het totale gewicht dat in aanmerking moet worden genomen bij de berekening van de onder b) bedoelde tolerantie, is dat van de vezels in het eindproduct, met uitsluiting van de andere vezels die eventueel werden aangetroffen overeenkomstig de onder a) bedoelde tolerantie.

Samenvoeging van de onder a) en b) bedoelde toleranties wordt slechts toegelaten ingeval de andere vezels die eventueel worden aangetroffen bij de analyse overeenkomstig de onder a) bedoelde tolerantie, van dezelfde chemische aard blijken te zijn als een of meer vezels die op het etiket zijn aangegeven.

Voor bijzondere producten waarvan de fabricagetechniek toleranties vereist die hoger zijn dan die welke onder a) en b) zijn vermeld, kunnen bij de in artikel 13, lid 1, bedoelde conformiteitscontrole van de producten slechts bij wijze van uitzondering en na overlegging van een passende motivering door de fabrikant hogere toleranties worden toegestaan. De lidstaten brengen de Commissie hiervan onverwijld op de hoogte.

Artikel 7

Onverminderd de in artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 3, en artikel 6, lid 5, bedoelde toleranties, behoeven zichtbare en isoleerbare vezels met een louter decoratieve functie die niet meer dan 7 % van het gewicht van het eindproduct uitmaken, alsmede vezels, bijvoorbeeld van metaal, die worden verwerkt om een antistatisch effect te verkrijgen en die niet meer dan 2 % van het gewicht van het eindproduct uitmaken, niet te worden vermeld in de procentuele samenstellingen bedoeld in de artikelen 4 en 6. In het geval van de in artikel 6, lid 3, bedoelde producten moeten deze percentages niet ten opzichte van het gewicht van de stof, maar afzonderlijk ten opzichte van het gewicht van de inslag en de ketting worden berekend.

Artikel 8

1.   Textielproducten in de zin van deze richtlijn moeten geetiketteerd of gemerkt zijn bij iedere handeling in het productie- en het handelsstadium die ten doel heeft deze op de markt te brengen. Naast of in plaats van de merken en etiketten mogen begeleidende handelsdocumenten gebruikt worden, wanneer de betrokken producten niet te koop worden aangeboden aan de eindverbruiker of wanneer zij worden geleverd ter uitvoering van een opdracht van de staat of van een andere rechtspersoon naar publiek recht of, in lidstaten waar een dergelijk begrip onbekend is, van een gelijkwaardig lichaam.

2.   De benamingen, aanduidingen en gehalten aan samenstellende vezelsoorten, zoals bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 en in de bijlagen I en II, moeten in de handelsdocumenten duidelijk worden vermeld. Deze verplichting sluit met name het gebruik van afkortingen in contracten, facturen of verkoopdocumenten uit. Wel mag gebruik worden gemaakt van een code voor machinale verwerking, mits in hetzelfde document een verklaring van de code wordt opgenomen.

3.   Bij het te koop aanbieden en de verkoop aan de consumenten moeten, met name in de catalogussen en prospectussen, alsmede op de verpakkingen, etiketten en merken, de benamingen, aanduidingen en gehalten aan samenstellende vezelsoorten, zoals bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 en in de bijlagen I en II, leesbaar en goed zichtbaar in uniforme letters worden vermeld.

Andere dan de bij deze richtlijn voorgeschreven aanduidingen en inlichtingen dienen duidelijk daarvan te worden gescheiden. Deze bepaling is niet van toepassing op merken of handelsnamen die onmiddellijk na of vóór de bij deze richtlijn voorgeschreven vermeldingen kunnen worden aangebracht.

Indien evenwel, bij het te koop aanbieden of de verkoop aan consumenten, zoals bedoeld in de eerste alinea, een merk of een handelsnaam wordt vermeld waarbij, hetzij als hoofdwoord, hetzij als bijvoeglijke bepaling dan wel als stamwoord, een benaming wordt gebezigd die is genoemd in bijlage I of die tot verwarring daarmede aanleiding kan geven, dienen onmiddellijk na het merk of de handelsnaam in duidelijk zichtbare, goed leesbare en uniforme letters de benamingen, aanduidingen en gehalten aan samenstellende vezelsoorten, zoals bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 en in de bijlagen I en II, te worden toegevoegd.

4.   De lidstaten kunnen voorschrijven dat op hun grondgebied, bij het te koop aanbieden en de verkoop aan eindverbruikers, voor het etiketteren of merken, zoals bedoeld in dit artikel, mede gebruik wordt gemaakt van hun nationale talen.

Voor klossen, rolletjes, pijpjesstrengen, kluwens en elke andere kleine eenheid van naai-, stop- en borduurgaren mogen de lidstaten van de in de eerste alinea geboden mogelijkheid slechts gebruikmaken voor de algemene etikettering op verpakkingen of presentatiemateriaal. Onverminderd de in bijlage IV, punt 18, bedoelde gevallen, mogen de afzonderlijke eenheden in ongeacht welke taal van de Gemeenschap zijn geëtiketteerd.

5.   De lidstaten kunnen het gebruik van andere dan de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde aanduidingen of vermeldingen betreffende de kenmerken der producten niet verbieden indien deze aanduidingen of vermeldingen in overeenstemming zijn met hun eerlijke handelsgebruiken.

Artikel 9

1.   Een textielproduct bestaande uit twee of meer delen die niet dezelfde vezelsamenstelling hebben, dient te worden voorzien van een etiket dat de vezelsamenstelling van elk van de delen aangeeft. Deze wijze van etikettering is niet verplicht voor delen die minder dan 30 % van het totale gewicht van het product uitmaken, met uitzondering van hoofdvoeringen.

2.   Voor twee of meer textielproducten met een gelijke vezelsamenstelling, die normaal tezamen een stel vormen, kan met één enkel etiket worden volstaan.

3.   Onverminderd artikel 12:

a)

wordt de vezelsamenstelling van de volgende corsetterieartikelen aangegeven door vermelding van de samenstelling van het volledige product of van de hieronder genoemde delen, afzonderlijk dan wel tezamen genomen:

i)

voor bustehouders: buiten- en binnenbekledingsstof van de cups en van het rugpand;

ii)

voor gaines en corsetten: voorpand, achterpand en zijpanden;

iii)

voor corseletten: buiten- en binnenbekledingsstof van de cups, voor-, achter- en zijpanden.

De vezelsamenstelling van andere corsetterieartikelen dan de in de eerste alinea genoemde, wordt aangegeven door vermelding van de samenstelling van het gehele product of, afzonderlijk dan wel tezamen genomen, de samenstelling van de diverse delen van deze artikelen, waarbij de etikettering niet verplicht is voor delen die minder dan 10 % van het totale gewicht van het product uitmaken.

De afzonderlijke etikettering van de diverse delen van de genoemde corsetterieartikelen wordt zo uitgevoerd dat de eindverbruiker gemakkelijk kan begrijpen naar welk deel van het product wordt verwezen in de vermeldingen die op het etiket voorkomen;

b)

wordt de vezelsamenstelling van uitgebrande textielproducten opgegeven voor het volledige product; zij kan worden aangegeven door afzonderlijke vermelding van de samenstelling van het basisweefsel en van het uitgebrande weefsel; beide bestanddelen dienen met naam te worden vermeld;

c)

wordt de vezelsamenstelling van geborduurde textielproducten opgegeven voor het volledige product; zij kan worden aangegeven door afzonderlijke vermelding van de samenstelling van het basisweefsel en die van de borduurgarens, waarbij beide bestanddelen met naam moeten worden vermeld; indien de geborduurde delen minder dan 10 % van het oppervlak van het product beslaan, behoeft alleen de samenstelling van het basisweefsel te worden aangegeven;

d)

wordt de samenstelling van garens, bestaande uit een kern en een uit verschillende vezels samengestelde bekleding, die als zodanig aan de consument worden aangeboden, opgegeven voor het gehele product; zij kan worden aangegeven door afzonderlijke vermelding van de samenstelling van de kern en van de bekleding, waarbij beide bestanddelen met naam moeten worden vermeld;

e)

wordt de vezelsamenstelling van textielproducten van fluweel en pluche of van daarop gelijkende producten voor het gehele product opgegeven; zij kan, wanneer deze producten bestaan uit afzonderlijke grond- en gebruikslagen en uit verschillende vezels zijn samengesteld, afzonderlijk worden opgegeven voor beide bestanddelen, die met naam moeten worden genoemd;

f)

behoeft de samenstelling van vloerbedekkingen en van tapijten waarvan de grondlaag en de gebruikslaag uit verschillende vezels zijn samengesteld, alleen te worden opgegeven voor de gebruikslaag, die met naam moet worden genoemd.

Artikel 10

1.   In afwijking van de artikelen 8 en 9:

a)

kunnen de lidstaten voor de textielproducten die voorkomen in bijlage III en die in een in artikel 2, lid 1, onder a), genoemd stadium verkeren, geen etikettering of merking voorschrijven die betrekking heeft op de benaming en de aanduiding van de samenstelling. Wanneer deze producten evenwel voorzien zijn van een etiket of een merk dat de benaming, de samenstelling of het merk, dan wel de handelsnaam van een onderneming vermeldt, waarbij, hetzij als hoofdwoord, hetzij als bijvoeglijke bepaling of als stamwoord, een benaming wordt aangewend die in bijlage I wordt genoemd of die tot verwarring daarmede aanleiding kan geven, zijn de bepalingen van de artikelen 8 en 9 van toepassing;

b)

kunnen de textielproducten, die in bijlage IV zijn opgenomen, wanneer zij van gelijke soort en samenstelling zijn, bij de verkoop tezamen worden aangeboden onder één algemeen etiket dat de bij deze richtlijn voorgeschreven gegevens omtrent de samenstelling bevat;

c)

de etikettering inzake de samenstelling van textielproducten die per meter worden verkocht, behoeft alleen voor te komen op het stuk of de rol die te koop wordt aangeboden.

2.   De lidstaten nemen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in lid 1, onder b) en c), bedoelde producten zodanig te koop worden aangeboden dat de eindverbruiker daadwerkelijk van de samenstelling van deze producten kennis kan nemen.

Artikel 11

De lidstaten nemen alle dienstige maatregelen om te voorkomen dat de inlichtingen, verstrekt bij het op de markt brengen van textielproducten, aanleiding kunnen geven tot verwarring met de bij deze richtlijn voorgeschreven benamingen en aanduidingen.

Artikel 12

Voor de toepassing van artikel 8, lid 1, en van de overige voorschriften van deze richtlijn met betrekking tot de etikettering van textielproducten, worden de in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde vezelpercentages bepaald zonder rekening te houden met de hieronder opgegeven bestanddelen:

a)

bij alle textielproducten: delen die niet van textiel zijn, zelfkanten, etiketten en insignes, biezen en garneringen die geen integrerend deel van het product uitmaken, met stof beklede knopen en gespen, toebehoren, versieringen, niet-elastische band, elastische draad en band die op specifieke en beperkte plaatsen van de producten worden toegevoegd en, zulks onder de in artikel 7 vastgestelde voorwaarden, zichtbare en isoleerbare vezels met decoratieve functie en antistatische vezels;

b)

bij vloerbedekkingen en tapijten: alle bestanddelen buiten de gebruikslaag;

c)

bij meubelbekledingsstoffen: de bindkettingen en -inslagen en vulkettingen en -inslagen die geen deel uitmaken van de gebruikslaag;

d)

bij overgordijnstoffen: de bindkettingen en -inslagen en vulkettingen en -inslagen die geen deel uitmaken van de rechte zijde van de stof;

e)

bij andere textielproducten: steunstukken, versterkingen, dubbele voeringen en binddoek, naai- en rijggaren, behoudens wanneer deze de kettingen en/of inslagen van de stof vervangen, vullingen met een andere dan isolerende functie en, behoudens artikel 9, lid 1, voeringen.

Voor de toepassing van dit punt:

i)

worden niet beschouwd als te verwijderen steunstukken, de basisstoffen van textielproducten die als grondlaag voor de gebruikslaag dienen, met name de basisstoffen van dekens en van dubbelweefsels en het basismateriaal van producten van fluweel of van pluche en van aanverwante producten;

ii)

worden onder versterkingen verstaan, de garens of stoffen die op specifieke en beperkte plaatsen aan het textielproduct worden toegevoegd om deze te versterken, dan wel stijver of dikker te maken;

f)

vetten, bindmiddelen, vulstoffen, appreteermiddelen, impregneermiddelen, hulpstoffen voor het verven en het drukken en andere producten voor de behandeling van textiel. Indien communautaire bepalingen ontbreken treffen de lidstaten alle dienstige maatregelen om te voorkomen dat deze bestanddelen in zodanige hoeveelheden worden aangewend dat de consument daardoor wordt misleid.

Artikel 13

1.   De controle van de conformiteit van de textielproducten met de bij deze richtlijn vastgestelde aanduidingen inzake de samenstelling wordt uitgevoerd overeenkomstig de analysemethoden vastgesteld bij de in lid 2 bedoelde richtlijnen.

Te dien einde worden de in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde vezelpercentages bepaald door toepassing van de in bijlage V opgenomen overeengekomen percentages op het gewicht in watervrije toestand van iedere vezelsoort, nadat de in artikel 12 genoemde bestanddelen zijn verwijderd.

2.   Bij bijzondere richtlijnen worden de voor de lidstaten geldende methoden voor het trekken van monsters en het verrichten van analyses ter bepaling van de vezelsamenstelling van de in deze richtlijn bedoelde producten voorgeschreven.

Artikel 14

1.   De lidstaten mogen het op de markt brengen van textielproducten niet verbieden of belemmeren om redenen verband houdende met de benamingen of de aanduidingen van de samenstelling, indien die producten aan het bepaalde van deze richtlijn voldoen.

2.   Het bepaalde in deze richtlijn vormt geen belemmering voor de toepassing in elke lidstaat van de aldaar geldende bepalingen betreffende de bescherming van de industriële en commerciële eigendom, de aanduidingen van herkomst en oorsprong, alsmede het tegengaan van oneerlijke concurrentie.

Artikel 15

1.   De Commissie stelt de toevoegingen aan bijlage I, alsmede de toevoegingen en wijzigingen betreffende bijlage V, die noodzakelijk zijn om deze bijlagen aan de technische vooruitgang aan te passen, vast.

2.   De Commissie stelt de nieuwe kwantitatieve analysemethodes voor binaire en ternaire mengsels vast die niet worden genoemd in Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels (6) en Richtlijn 73/44/EEG van de Raad van 26 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels (7).

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigingen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 16

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Richtlijn 96/73/EG ingestelde Comité voor de sector richtlijnen met betrekking tot de benamingen en de etikettering van textielproducten.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 en 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

Artikel 17

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 18

Richtlijn 96/74/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage VI, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage VI, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VII.

Artikel 19

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 20

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 14 januari 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

A. VONDRA


(1)  PB C 162 van 25.6.2008, blz. 40.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 17 juni 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 16 december 2008.

(3)  PB L 32 van 3.2.1997, blz. 38.

(4)  Zie bijlage VI, deel A.

(5)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(6)  PB L 32 van 3.2.1997, blz. 1.

(7)  PB L 83 van 30.3.1973, blz. 1.


BIJLAGE I

TABEL VAN DE TEXTIELVEZELS

(Bedoeld in artikel 3)

Nummer

Benaming

Vezelomschrijving

1

wol (1)

Vezel van de vacht van schapen (Ovis aries)

2

alpaca, lama, kameel, kasjmier, mohair, angora, vigogne, jak, guanaco, cashgora, bever, otter, al dan niet gevolgd door de benaming „wol” of „haar” (1)

Haar van de volgende dieren: alpaca, lama, kameel, kasjmiergeit, angorageit, angorakonijn, vigogne, jak, guanaco, cashgorageit (kruising van de kasjmiergeit en de angorageit), bever, otter

3

haar of grof haar al dan niet met vermelding van de diersoort (b.v. haar van runderen, haar van gewone geiten, paardenhaar)

Haar van verschillende dieren die niet in nummer 1 of 2 zijn vermeld

4

zijde

Vezel uitsluitend afkomstig van zijdevoortbrengende insecten

5

katoen

Vezel afkomstig van de zaden van de katoenplant (Gossypium)

6

kapok

Vezel afkomstig van het binnenste van de vrucht van de kapok (Ceiba pentandra)

7

vlas of linnen

Bastvezel afkomstig van vlas (Linum usitatissimum)

8

hennep

Bastvezel afkomstig van hennep (Cannabis sativa)

9

jute

Bastvezel afkomstig van de Corchorus olitorius en de Corchorus capsularis. In de zin van deze richtlijn worden met jute gelijkgesteld vezels afkomstig van de Hibiscus cannabinus, Hibiscus sabdariffa, Abutilon avicennae, Urena lobata, Urena sinuata

10

abaca

Vezel afkomstig van de bladscheden van de Musa textilis

11

alfa

Vezel afkomstig van het blad van de Stipa tenacissima

12

kokos

Vezel afkomstig van de vrucht van de Cocos nucifera

13

brem

Bastvezel afkomstig van de Cytisus scoparius en/of de Spartium junceum

14

ramee

Bastvezel afkomstig van de Boehmeria nivea en de Boehmeria tenacissima

15

sisal

Vezel afkomstig van de bladeren van de Agave sisalana

16

sunn

Bastvezel van de Crotalaria juncea

17

henequen

Bastvezel van de Agave Fourcroydes

18

maguey

Bastvezel van de Agave Cantala

19

acetaat

Vezel van celluloseacetaat waarvan minder dan 92 % doch ten minste 74 % van de hydroxylgroepen geacetyleerd zijn

20

alginaat

Vezel verkregen uit metaalzouten van alginezuur

21

cupro

Vezel van geregenereerde cellulose verkregen volgens het koperoxydeammoniakprocedé

22

modal

Vezel van geregenereerde cellulose, verkregen door middel van een gewijzigd viscoseprocédé, met een hoge breeksterkte en een hoge modulus in natte toestand. De breeksterkte (BC) in geconditioneerde toestand en de kracht (BM) die nodig is om een rek van 5 % in natte toestand te veroorzaken zijn:

BC (centinewton) ≥ 1,3 √T + 2 T

BM (centinewton) ≥ 0,5 √T

waarin T de gemiddelde lineaire dichtheid in decitex is.

23

proteïne

Vezel verkregen uit door behandeling met chemicaliën geregenereerde en gestabiliseerde natuurlijke proteïnestoffen

24

triacetaat

Vezel van celluloseacetaat waarvan ten minste 92 % van de hydroxylgroepen geacetyleerd zijn

25

viscose

Vezel van geregenereerde cellulose verkregen volgens het viscoseprocedé voor filament en stapelvezels

26

acryl

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten ten minste 85 gewichtspercenten acrylnitrilgroepen bevatten

27

chloorvezel

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten meer dan 50 gewichtspercenten van een gechloreerd vinyl of gechloreerd vinylideenmonomeer bevatten

28

fluorvezel

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen, verkregen op basis van alifatische fluorkoolstofmonomeren

29

modacryl

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten meer dan 50 en minder dan 85 gewichtspercenten acrylnitrilgroepen bevatten

30

polyamide of nylon

Vezel van synthetische lineaire macromoleculen met in de keten herhaalde amidebindingen waarvan minimaal 85 % gebonden is aan alifatische of cycloalifatische eenheden

31

aramide

Vezel van synthetische lineaire macromoleculen, bestaande uit aromatische groepen die onderling verbonden zijn door amide- en imidebindingen waarvan minimaal 85 % rechtstreeks aan twee aromaatkernen gebonden is en waarvan het aantal imidebindingen, zo al aanwezig, niet groter mag zijn dan het aantal amidebindingen

32

polyimide

Vezel van synthetische lineaire macromoleculen met herhaalde imide-eenheden in de keten

33

lyocell (2)

Vezel van geregenereerde cellulose, verkregen door een oplossings- en spinprocédé in een organisch oplosmiddel, zonder vorming van derivaten

34

polylactide

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten ten minste 85 gewichtspercenten melkzure-estereenheden bevatten die zijn verkregen uit in de natuur voorkomende suikers, met een smelttemperatuur van minimaal 135 °C

35

polyester

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten ten minste 85 gewichtspercenten van een tereftaalzure diolester bevatten

36

polyetheen

Vezel gevormd door verzadigde lineaire macromoleculen, bestaande uit niet-gesubstitueerde alifatische koolwaterstoffen

37

polypropeen

Vezel gevormd door verzadigde lineaire macromoleculen, bestaande uit alifatische koolwaterstoffen, waarbij aan één op de twee koolstofatomen een methylzijketen isotactisch is aangelegd, doch overigens niet gesubstitueerd

38

polycarbamide

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen, die in de keten de herhaling van de functionele uryleengroep (NH-CO-NH) bezitten

39

polyurethaan

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen die in de keten de herhaling van de functionele urethaangroep bezitten

40

vinylal

Vezel gevormd door lineaire macromoleculen waarvan de keten wordt gevormd door polyvinylalcohol met een variabele acetalisatiegraad

41

trivinyl

Vezel gevormd uit terpolymeer van acrylnitril, een gechloreerd vinylmonomeer en een derde vinylmonomeer waarbij geen van de drie bestanddelen 50 % van de totale massa uitmaakt

42

elastodieen

Elastomeervezel die, hetzij uit natuurlijk of synthetisch polyisopreen, hetzij uit een of meer gepolymeriseerde dienen, al dan niet met een of meer vinylmonomeren, bestaat en die, door een trekkracht tot driemaal haar aanvankelijke lengte gerekt, snel tot nagenoeg die aanvankelijke lengte terugkeert zodra de belasting wordt weggenomen

43

elastaan

Elastomeervezel die voor ten minste 85 % van haar massa uit gesegmenteerd polyurethaan bestaat en die, door een trekkracht tot driemaal haar aanvankelijke lengte gerekt, snel tot nagenoeg die aanvankelijke lengte terugkeert zodra de belasting wordt weggenomen

44

glasvezel

Vezel van glas

45

benaming overeenkomende met de stof waaruit de vezels bestaan, bijvoorbeeld metaal, asbest, papier, al dan niet gevolgd door het woord „vezel” of „garen”

Vezel verkregen uit diverse of nieuwe stoffen, andere dan de in deze bijlage genoemde

46

elastomultiester

Vezel gevormd door de wisselwerking van twee of meer chemisch verschillende lineaire macromoleculen in twee of meer onderscheiden fasen (waarvan geen enkele 85 gewichtpercenten overschrijdt) die estergroepen als overheersende functionele eenheid bevat (ten minste 85 %) en die, na een passende behandeling, door een trekkracht tot anderhalve maal haar aanvankelijke lengte gerekt, snel tot nagenoeg die aanvankelijke lengte terugkeert zodra de belasting wordt weggenomen

47

elastolefine

Vezel die voor ten minste 95 gewichtspercenten bestaat uit gedeeltelijk vernette macromoleculen, opgebouwd uit ethyleen en ten minste één andere olefine, en die, door een trekkracht tot anderhalf maal haar aanvankelijke lengte gerekt, snel tot nagenoeg die aanvankelijke lengte terugkeert zodra de belasting wordt weggenomen


(1)  De benaming „wol” in nummer 1 kan tevens worden gebruikt om een mengsel aan te geven van vezels die afkomstig zijn van schapenvacht en van in nummer 2, derde kolom, vermeld haar.

Dit voorschrift geldt voor de textielproducten bedoeld in de artikelen 4 en 5, alsmede voor die bedoeld in artikel 6, voor zover deze laatste gedeeltelijk zijn samengesteld uit de vezels aangegeven in de nummers 1 en 2.

(2)  Onder „organisch oplosmiddel” wordt in wezen verstaan een mengsel van organische chemische stoffen en water.


BIJLAGE II

In artikel 5, lid 1, bedoelde benamingen

:

in het Bulgaars

:

„необработена вълна”,

:

in het Spaans

:

„lana virgen” of „lana de esquilado”,

:

in het Tsjechisch

:

„střižní vlna”,

:

in het Deens

:

„ren, ny uld”,

:

in het Duits

:

„Schurwolle”,

:

in het Ests

:

„uus vill”,

:

in het Grieks

:

„παρθένο μαλλί”,

:

in het Engels

:

„virgin wool” of „fleece wool”,

:

in het Frans

:

„laine vierge” of „laine de tonte”,

:

in het Italiaans

:

„lana vergine” of „lana di tosa”,

:

in het Lets

:

„pirmlietojuma vilna” of „jaunvilna”,

:

in het Litouws

:

„natūralioji vilna”,

:

in het Hongaars

:

„élőgyapjú”,

:

in het Maltees

:

„suf verġni”,

:

in het Nederlands

:

„scheerwol”,

:

in het Pools

:

„żywa wełna”,

:

in het Portugees

:

„lã virgem”,

:

in het Roemeens

:

„lână virgină”,

:

in het Sloveens

:

„strižná vlna”,

:

in het Slowaaks

:

„runska volna”,

:

in het Fins

:

„uusi villa”,

:

in het Zweeds

:

„ren ull”.


BIJLAGE III

Producten waarvoor geen verplichting tot etikettering of merking kan worden voorgeschreven

(Bedoeld in artikel 10, lid 1, onder a))

1.

Mouwophouders.

2.

Horlogebandjes van textiel.

3.

Etiketten en insignes.

4.

Opgevulde pannenlappen van textiel.

5.

Koffiemutsen.

6.

Theemutsen.

7.

Overmouwen.

8.

Moffen, andere dan van pluche.

9.

Kunstbloemen.

10.

Speldenkussens.

11.

Beschilderd doek.

12.

Textielproducten voor versterkingen en steunstukken.

13.

Vilt.

14.

Gebruikte geconfectioneerde textielproducten, voor zover zij uitdrukkelijk als zodanig worden aangegeven.

15.

Beenkappen.

16.

Verpakkingen, andere dan nieuwe en als zodanig verkocht.

17.

Hoeden van vilt.

18.

Zadelmakersartikelen, tassen, koffers en dergelijke, van textiel.

19.

Reisartikelen van textiel.

20.

Handgeborduurde tapisserieën, afgewerkt of af te werken, en materialen voor de fabricage daarvan, met inbegrip van borduurgarens, die afzonderlijk van het stramien worden verkocht en speciaal worden aangeboden om voor dergelijke tapisserieën te worden gebruikt.

21.

Ritssluitingen.

22.

Knopen en gespen met stof bekleed.

23.

Boekomslagen van textiel.

24.

Speelgoed.

25.

Onderdelen van schoeisel van textiel, met uitzondering van warme voeringen.

26.

Uit verschillende bestanddelen bestaande dekservetten met een oppervlakte van minder dan 500 cm2.

27.

Ovenwanten.

28.

Eierwarmers.

29.

Opschikdoosjes.

30.

Stoffen tabakszakken.

31.

Stoffen doosjes voor brillen, sigaretten en sigaren, aanstekers en kammen.

32.

Beschermende artikelen voor sportbeoefening, behalve handschoenen en wanten.

33.

Toiletnecessaires.

34.

Tassen, etuis, enz. met benodigdheden voor het onderhoud van schoeisel.

35.

Begrafenisartikelen.

36.

Wegwerpartikelen, met uitzondering van watten.

In de zin van deze richtlijn worden als „wegwerpartikelen” beschouwd textielartikelen die eenmaal of gedurende korte tijd worden gebruikt en die bij normaal gebruik niet in de oorspronkelijke staat kunnen worden hersteld met het oog op een zelfde of soortgelijk gebruik ervan later.

37.

Textielartikelen die vallen onder de voorschriften van de Europese farmacopee, voorzien van een desbetreffende vermelding, verbanden die geen wegwerpartikelen zijn, voor medisch en orthopedisch gebruik en orthopedische textielartikelen in het algemeen.

38.

Textielartikelen met inbegrip van touw, kabel en bindgaren (onder voorbehoud van punt 12 van bijlage IV), die normaal zijn bestemd

a)

om als hulpmiddel te worden gebruikt bij activiteiten die bestaan in het vervaardigen en het verwerken van goederen;

b)

om te worden verwerkt in machines, installaties (voor verwarming, airconditioning, verlichting, enz.), huishoudelijke en andere toestellen, voertuigen en andere transportmiddelen, of om te dienen voor de werking, het in gebruik houden en de uitrusting daarvan, met uitzondering van dekzeilen en accessoires van textiel voor motorvoertuigen, die los van de voertuigen worden verkocht.

39.

Textielartikelen voor bescherming en veiligheidsartikelen van textiel, zoals veiligheidsgordels, parachutes, reddingsvesten, noodladders, brandbeveiligingsvoorzieningen, kogelvrije vesten, speciale beschermende kleding (bijvoorbeeld ter bescherming tegen vuur, chemische stoffen of andere gevaren).

40.

Opblaasbare constructies (hallen voor sport, tentoonstellingen, opslag, enz.), op voorwaarde dat aanwijzingen worden verstrekt betreffende de technische prestaties en specificaties van die artikelen.

41.

Zeilen.

42.

Textielartikelen voor dieren.

43.

Vlaggen en standaarden.


BIJLAGE IV

Producten waarvoor alleen een algemene etikettering of een algemene merking verplicht is

(Bedoeld in artikel 10, lid 1, onder b))

1.

Dweilen.

2.

Poetsdoeken.

3.

Biezen en garneringen.

4.

Passementen.

5.

Gordels.

6.

Bretels.

7.

Sokophouders en kousenbanden.

8.

Veters.

9.

Band.

10.

Elastiek.

11.

Verpakkingsmateriaal, nieuw en als zodanig verkocht.

12.

Paktouw en in de landbouw gebruikt bindtouw; ander bindgaren, touw en kabel dan bedoeld is in punt 38 van bijlage III (1).

13.

Dekservetten.

14.

Zakdoeken.

15.

Haarnetjes.

16.

Dassen en vlinderdassen voor kinderen.

17.

Slabbetjes, washandjes en -lapjes.

18.

Naai-, stop- en borduurgaren, dat speciaal voor de detailverkoop wordt aangeboden in kleine eenheden en waarvan het nettogewicht niet meer bedraagt dan 1 g.

19.

Koorden en riemen voor gordijnen en persiennes.


(1)  Voor de in dit punt genoemde textielproducten die in coupons worden verkocht, is het algemene etiket dat van de rol. Tot de onder dit punt bedoelde touwen en kabels behoren met name die voor alpinisme en watersport.


BIJLAGE V

Overeengekomen percentages toe te passen voor de berekening van het gewicht van de in een textielproduct verwerkte vezels

(Bedoeld in artikel 13)

Nummer vezel

Vezels

Percentages

1-2

Wol en haar:

 

gekamde vezels

18,25

gekaarde vezels

17,00 (1)

3

Haar:

 

gekamde vezels

18,25

gekaarde vezels

17,00 (1)

Staart-en manenharen

 

gekamde vezels

16,00

gekaarde vezels

15,00

4

Zijde

11,00

5

Katoen:

 

normale vezels

8,50

gemerceriseerde vezels

10,50

6

Kapok

10,90

7

Vlas of linnen

12,00

8

Hennep

12,00

9

Jute

17,00

10

Abaca

14,00

11

Alfa

14,00

12

Kokos

13,00

13

Brem

14,00

14

Ramee (ontvette vezel)

8,50

15

Sisal

14,00

16

Sunn

12,00

17

Henequen

14,00

18

Maguey

14,00

19

Acetaat

9,00

20

Alginaat

20,00

21

Cupro

13,00

22

Modal

13,00

23

Proteïne

17,00

24

Triacetaat

7,00

25

Viscose

13,00

26

Acryl

2,00

27

Chloorvezel

2,00

28

Fluorvezel

0,00

29

Modacryl

2,00

30

Polyamide of nylon:

 

stapelvezel

6,25

filament

5,75

31

Aramide

8,00

32

Polymide

3,50

33

Lyocell

13,00

34

Polylactide

1,50

35

Polyester:

 

stapelvezel

1,50

filament

1,50

36

Polyetheen

1,50

37

Polypropeen

2,00

38

Polycarbamide

2,00

39

Polyurethaan

 

stapelvezel

3,50

filament

3,00

40

Vinylal

5,00

41

Trivinyl

3,00

42

Elastodieen

1,00

43

Elastaan

1,50

44

Glasvezel:

 

met meer dan 5 micron doorsnede

2,00

met niet meer dan 5 micron doorsnede

3,00

45

Metaalvezel

2,00

Gemetalliseerde vezel

2,00

Asbestvezel

2,00

Papiergaren

13,75

46

Elastomultiester

1,50

47

Elastolefine

1,50


(1)  Het overeengekomen percentage van 17,00 moet worden toegepast wanneer het onmogelijk is om uit te maken of het wol en/of haar bevattende textielproduct tot de gekamde of de gekaarde vezels behoort.


BIJLAGE VI

DEEL A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

(Bedoeld in artikel 18)

Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 32 van 3.2.1997, blz. 38)

 

Richtlijn 97/37/EG van de Commissie

(PB L 169 van 27.6.1997, blz. 74)

 

Punt 1.F.2 van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003

(PB L 236 van 23.9.2003, blz. 66)

 

Richtlijn 2004/34/EG van de Commissie

(PB L 89 van 26.3.2004, blz. 35)

 

Richtlijn 2006/3/EG van de Commissie

(PB L 5 van 10.1.2006, blz. 14)

 

Richtlijn 2006/96/EG van de Raad

(PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81)

uitsluitend punt D 2

Richtlijn 2007/3/EG van de Commissie

(PB L 28 van 3.2.2007, blz. 12)

 


DEEL B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht

(Bedoeld in artikel 18)

Richtlijn

Omzettingstermijn

96/74/EG

97/37/EG

van 1 juni 1998

2004/34/EG

van 1 maart 2005

2006/3/EG

van 9 januari 2007

2006/96/EG

van 1 januari 2007

2007/3/EG

van 2 februari 2008


BIJLAGE VII

CONCORDANTIETABEL

Richtlijn 96/74/EG

De onderhavige richtlijn

Artikel 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 1, onder a)

Artikel 2, lid 2, aanhef

Artikel 2, lid 1, onder b), aanhef

Artikel 2, lid 2, eerst streepje

Artikel 2, lid 1, onder b), i)

Artikel 2, lid 2, tweede streepje

Artikel 2, lid 1, onder b), ii)

Artikel 2, lid 3, aanhef

Artikel 2, lid 2, aanhef

Artikel 2, lid 3, eerste streepje

Artikel 2, lid 2, onder a)

Artikel 2, lid 3, tweede streepje

Artikel 2, lid 2, onder b)

Artikel 2, lid 3, derde streepje

Artikel 2, lid 2, onder c)

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5, lid 1, tekst uitgezonderd de streepjes

Artikel 5, lid 1

Artikel 5, lid 1, streepjes

Bijlage II

Artikel 5, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 5, lid 3

Artikel 5, lid 3

Artikel 6, lid 1, aanhef

Artikel 6, lid 1, aanhef

Artikel 6, lid 1, eerst streepje

Artikel 6, lid 1, onder a)

Artikel 6, lid 1, tweede streepje

Artikel 6, lid 1, onder b)

Artikel 6, lid 1, derde streepje

Artikel 6, lid 1, onder c)

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 4

Artikel 6, lid 5

Artikel 6, lid 5

Artikel 6, lid 4

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 2, onder a)

Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 2, onder b)

Artikel 8, lid 3

Artikel 8, lid 2, onder c)

Artikel 8, lid 4

Artikel 8, lid 2, onder d)

Artikel 8, lid 5

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, lid 3, aanhef

Artikel 9, lid 3, aanhef

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, aanhef

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, aanhef

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, eerste streepje

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, onder i)

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, tweede streepje

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, onder ii)

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, derde streepje

Artikel 9, lid 3, onder a), eerste alinea, onder iii)

Artikel 9, lid 3, onder a), tweede alinea

Artikel 9, lid 3, onder a), tweede alinea

Artikel 9, lid 3, onder a), derde alinea

Artikel 9, lid 3, onder a), derde alinea

Artikel 9, lid 3, onder b) tot en met f)

Artikel 9, lid 3, onder b) tot en met f)

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 12, aanhef

Artikel 12, aanhef

Artikel 12, punt 1

Artikel 12, onder a)

Artikel 12, punt 2, onder a)

Artikel 12, onder b)

Artikel 12, punt 2, onder b), eerste alinea

Artikel 12, onder c)

Artikel 12, punt 2, onder b), tweede alinea

Artikel 12, onder d)

Artikel 12, punt 2, onder c), eerste alinea

Artikel 12, onder e), eerste alinea

Artikel 12, punt 2, onder c), tweede alinea, aanhef

Artikel 12, onder e), tweede alinea, aanhef

Artikel 12, punt 2, onder c), tweede alinea, eerste streepje

Artikel 12, onder e), tweede alinea, onder i)

Artikel 12, punt 2, onder c), tweede alinea, tweede streepje

Artikel 12, onder e), tweede alinea, onder ii)

Artikel 12, punt 3

Artikel 12, onder f)

Artikel 13

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14

Artikel 15, aanhef

Artikel 1, lid 2, aanhef

Artikel 15, punt 1

Artikel 1, lid 2, onder a)

Artikel 15, punt 2

Artikel 1, lid 2, onder b)

Artikel 15, punt 3

Artikel 1, lid 2, onder c)

Artikel 15, punt 4

Artikel 1, lid 2, onder d)

Artikel 16

Artikelen 15 en 16

Artikel 17

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18

Artikel 19, eerste alinea

Artikel 20

Artikel 19, tweede alinea

Artikel 19

Bijlage I, nummers 1 tot en met 33

Bijlage I, nummers 1 tot en met 33

Bijlage I, nummer 33a

Bijlage I, nummer 34

Bijlage I, nummer 34

Bijlage I, nummer 35

Bijlage I, nummer 35

Bijlage I, nummer 36

Bijlage I, nummer 36

Bijlage I, nummer 37

Bijlage I, nummer 37

Bijlage I, nummer 38

Bijlage I, nummer 38

Bijlage I, nummer 39

Bijlage I, nummer 39

Bijlage I, nummer 40

Bijlage I, nummer 40

Bijlage I, nummer 41

Bijlage I, nummer 41

Bijlage I, nummer 42

Bijlage I, nummer 42

Bijlage I, nummer 43

Bijlage I, nummer 43

Bijlage I, nummer 44

Bijlage I, nummer 44

Bijlage I, nummer 45

Bijlage I, nummer 45

Bijlage I, nummer 46

Bijlage I, nummer 46

Bijlage I, nummer 47

Bijlage II, nummers 1 tot en met 33

Bijlage V, nummers 1 tot en met 33

Bijlage II, nummer 33a

Bijlage V, nummer 34

Bijlage II, nummer 34

Bijlage V, nummer 35

Bijlage II, nummer 35

Bijlage V, nummer 36

Bijlage II, nummer 36

Bijlage V, nummer 37

Bijlage II, nummer 37

Bijlage V, nummer 38

Bijlage II, nummer 38

Bijlage V, nummer 39

Bijlage II, nummer 39

Bijlage V, nummer 40

Bijlage II, nummer 40

Bijlage V, nummer 41

Bijlage II, nummer 41

Bijlage V, nummer 42

Bijlage II, nummer 42

Bijlage V, nummer 43

Bijlage II, nummer 43

Bijlage V, nummer 44

Bijlage II, Nummer 44

Bijlage V, Nummer 45

Bijlage II, nummer 45

Bijlage V, nummer 46

Bijlage II, nummer 46

Bijlage V, nummer 47

Bijlage III

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage IV

Bijlage V

Bijlage VI

Bijlage VI

Bijlage VII


Top