EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0028

2006/28/EG: Beschikking van de Commissie van 18 januari 2006 betreffende de verlenging van de maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij bepaalde runderen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 43) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 19 van 24/01/2006, p. 32–33 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 118M van 08/05/2007, p. 88–89 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; opgeheven door 32019R2035

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/28(1)/oj

24.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/32


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2006

betreffende de verlenging van de maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij bepaalde runderen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 43)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/28/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 (1) van de Raad, en met name op artikel 4, lid 2,

Gelet op de door de lidstaten ingediende verzoeken,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1760/2000 hebben bepaalde lidstaten verzocht om verlenging tot zes maanden van de vastgestelde maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij runderen wanneer de dieren onder specifieke omstandigheden worden gehouden en de specifieke natuurlijke belemmeringen van het gebied en het extreem agressieve gedrag van de dieren het moeilijk en zelfs gevaarlijk maken om de oormerken aan te brengen binnen 20 dagen na hun geboorte.

(2)

Onder deze omstandigheden moet verlenging van de maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken, onder voorbehoud van bepaalde veiligheidsmaatregelen, worden toegestaan. Er moet met name voor worden gewaakt dat de kwaliteit van de informatie van het gegevensbestand over runderen niet in het gedrang komt en dat runderen waarbij geen oormerk is aangebracht niet worden verplaatst.

(3)

Deze verlenging mag alleen worden toegepast op bedrijven die van de betreffende lidstaat een individuele toestemming hebben ontvangen overeenkomstig duidelijk omschreven criteria.

(4)

Aangezien de in deze beschikking vervatte maatregelen van toepassing moeten zijn op alle lidstaten, moet Beschikking 98/589/EG van de Commissie van 12 oktober 1998 betreffende de verlenging van de maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij bepaalde runderen van de Spaanse veestapel (2), die specifieke bepalingen voor Spanje bevat, worden ingetrokken.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Toestemming tot verlenging van de termijn voor het oormerken

De lidstaten kunnen bedrijven toestaan de in de eerste alinea van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 vastgestelde maximumtermijn voor de aanbrenging van oormerken bij kalveren van zoogkoeien die niet voor melkproductie worden gebruikt tot zes maanden te verlengen, voorzover de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 van deze beschikking zijn vervuld.

Artikel 2

Voorwaarden voor de toestemming

1.   De lidstaten kunnen de toestemming overeenkomstig artikel 1 alleen verlenen wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden:

a)

het bedrijf is een veehouderij met vrije uitloop waar zoogkoeien extensief worden gehouden;

b)

het gebied waar de dieren worden gehouden is een gebied met aanzienlijke natuurlijke belemmeringen waardoor de dieren minder contact met de mens hebben;

c)

de dieren zijn niet gewend aan regelmatig contact met de mens en vertonen een zeer agressief gedrag;

d)

wanneer de oormerken worden aangebracht kan voor elk kalf duidelijk worden vastgesteld wie zijn moeder is.

2.   De lidstaten kunnen aanvullende criteria vaststellen, in het bijzonder om de in artikel 1 beschreven toestemmingen te beperken tot bepaalde geografische gebieden of specifieke rassen.

3.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van hun eventuele toepassing van deze beschikking en van alle extra criteria die zij overeenkomstig artikel 2 vaststellen.

Artikel 3

Oormerken

Op bedrijven waaraan overeenkomstig artikel 1 toestemming is verleend, moeten de oormerken ten laatste worden aangebracht wanneer het kalf:

de leeftijd van zes maanden bereikt;

van zijn moeder wordt gescheiden;

het bedrijf verlaat.

Artikel 4

Elektronisch gegevensbestand

1.   De bevoegde autoriteit registreert in het in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 genoemde elektronische gegevensbestand voor runderen welke bedrijven overeenkomstig artikel 1 van dit besluit toestemming hebben gekregen.

2.   De veehouders delen de bevoegde autoriteit bij de melding van de geboorten van dieren overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 mede, bij welke dieren overeenkomstig deze beschikking nog geen oormerk is aangebracht.

3.   De bevoegde autoriteit registreert de dieren die bij de melding van hun geboorte nog niet van een oormerk zijn voorzien, als ongemerkte dieren in het elektronische gegevensbestand voor runderen.

Artikel 5

Controles

De bevoegde autoriteit legt ieder jaar minstens een inspectiebezoek af bij de bedrijven waaraan overeenkomstig artikel 1 toestemming is verleend. Zij trekt deze toestemming in indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 2.

Artikel 6

Intrekking

Beschikking 98/589/EG wordt ingetrokken.

Artikel 7

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 283 van 21.10.1998, blz. 19. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 99/520/EG (PB L 199 van 30.7.1999, blz. 72).


Top