Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D1519

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1519 van de Commissie van 9 oktober 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5470) (Voor de EER relevante tekst.)

    C/2018/5470

    PB L 256 van 12/10/2018, p. 65–66 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2018/1519/oj

    12.10.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 256/65


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1519 VAN DE COMMISSIE

    van 9 oktober 2018

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5470)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), en met name artikel 13 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie (2) voorziet in het opzetten van een tot en met 31 december 2018 durend tijdelijk experiment waaraan alle lidstaten kunnen deelnemen, en dat tot doel heeft te beoordelen of de productie met het oog op het in de handel brengen, en het in de handel brengen, onder bepaalde voorwaarden, van zaad van populaties als bedoeld in artikel 2 van dat besluit en van de soorten Avena spp., Hordeum spp., Triticum spp. en Zea mays L, een beter alternatief kunnen vormen voor uitsluiting van het in de handel brengen van zaad dat niet voldoet aan de eisen van artikel 2, lid 1, onder E), F) en G), van Richtlijn 66/402/EEG betreffende rasaspecten van zaad van bepaalde soorten, alsmede van de vereisten van artikel 3, lid 1, van die richtlijn betreffende het in de handel brengen met officiële certificering als „gecertificeerd zaad”, „gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering” of als „gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering”.

    (2)

    De beoordeling is nog niet afgerond omdat met betrekking tot een aantal aspecten van het experiment meer informatie moet worden verzameld en gedurende een langere periode. Daarom is het nodig dat de duur van het tijdelijke experiment wordt verlengd.

    (3)

    Zes lidstaten hebben tot dusver aan dit tijdelijke experiment deelgenomen. In het licht van de verlenging van de looptijd van het experiment, is het passend om het mogelijk te maken dat nieuwe lidstaten uiterlijk op 31 december 2019 met hun deelname beginnen.

    (4)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in artikel 3, lid 1, worden de woorden „in januari 2017” vervangen door „op 31 december 2019”;

    b)

    in artikel 19 worden de woorden „31 december 2018” vervangen door „28 februari 2021”.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 9 oktober 2018.

    Voor de Commissie

    Vytenis ANDRIUKAITIS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

    (2)  Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie van 18 maart 2014 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (PB L 82 van 20.3.2014, blz. 29).


    Top