EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0334

Besluit (EU) 2015/334 van de Raad van 2 maart 2015 tot wijziging van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn

PB L 58 van 03/03/2015, p. 75–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/334/oj

3.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 58/75


BESLUIT (EU) 2015/334 VAN DE RAAD

van 2 maart 2015

tot wijziging van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000,

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (hierna „het intern akkoord” genoemd) (1), en met name artikel 1, lid 7, en artikel 8, lid 4,

Gezien de Akte van toetreding van Kroatië, en met name Gezamenlijke Verklaring C betreffende het Europees Ontwikkelingsfonds,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Gezamenlijke Verklaring C die is gehecht aan de Akte van toetreding van Kroatië, zal Kroatië na zijn toetreding tot de Unie toetreden tot het Europees Ontwikkelingsfonds vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe meerjarig financieel kader voor samenwerking en bijdragen aan het fonds vanaf 1 januari van het tweede kalenderjaar na de datum van toetreding.

(2)

De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie,

(3)

Krachtens artikel 1, lid 7, van het intern akkoord dient de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde toewijzing van bijdragen, die thans voor Kroatië alleen een raming omvat, in geval van toetreding van een nieuwe staat tot de Europese Unie bij besluit van de Raad gewijzigd te worden.

(4)

Krachtens artikel 8, lid 4, van het intern akkoord dienen de in artikel 8, lid 2, daarvan bedoelde wegingen, die thans voor Kroatië alleen een raming omvatten, en de in artikel 8, lid 3, van het intern akkoord bedoelde gekwalificeerde meerderheid in geval van toetreding van een nieuwe staat tot de Europese Unie bij besluit van de Raad gewijzigd te worden.

(5)

De bijdragen en wegingen moeten worden bevestigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De financiële verdeelsleutel en de bijdrage van Kroatië aan het elfde Europees Ontwikkelingsfonds als vastgesteld in artikel 1, lid 2, onder a), van het intern akkoord, alsmede de weging van zijn stemmen in het Comité van het Europees Ontwikkelingsfonds als vastgesteld in artikel 8, lid 2, van het intern akkoord, worden bevestigd.

Artikel 2

Het intern akkoord wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1, lid 2, onder a), in de tabel, in de rij betreffende Kroatië, worden de ronde haakjes en de asterisk na het woord „Kroatië” geschrapt sament met de voetnoot „(*) Geraamd bedrag” onderaan de tabel.

2)

In artikel 8, lid 2, in de tabel, wordt het volgende geschrapt:

a)

de ronde haakjes en de asterisk na het woord „Kroatië” en de vierkante haakjes in de tweede kolom van dezelfde regel;

b)

de voetnoot „(*) Geraamd aantal”;

c)

de regel „Totaal EU 27”, „998”;

d)

de ronde haakjes en de asterisk alsmede de vierkante haakjes in de regel „Totaal EU 28 (*)”„[1 000]”.

3)

Artikel 8, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Het EOF-comité spreekt zich uit met een gekwalificeerde meerderheid van 721 stemmen op 1 000 stemmen, waarbij ten minste 15 lidstaten vóór moeten stemmen. De blokkerende minderheid bedraagt 280 stemmen.”

.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1.


Top