Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0509

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

PB L 93 van 31.3.2006, p. 1–11 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 335M van 13.12.2008, p. 181–212 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/01/2013; opgeheven door 32012R1151

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/509/oj

31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/1


VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

van 20 maart 2006

inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De productie, de vervaardiging en de distributie van landbouwproducten en levensmiddelen nemen in de economie van de Gemeenschap een belangrijke plaats in.

(2)

De diversificatie van de landbouwproductie moet worden bevorderd. De bevordering van traditionele producten met specifieke kenmerken kan een belangrijke troef worden voor het platteland, met name voor probleemgebieden of afgelegen gebieden, enerzijds doordat het inkomen van de landbouwers erdoor wordt verbeterd anderzijds doordat wordt voorkomen dat de bevolking uit die gebieden wegtrekt.

(3)

Voor de goede werking van de interne markt in de sector levensmiddelen moet het bedrijfsleven kunnen beschikken over instrumenten waarmee het aan zijn producten waarde kan toevoegen en waarmee tevens de consument tegen misbruik kan worden beschermd en de eerlijkheid van handelstransacties kan worden gegarandeerd.

(4)

Het begrip „specificiteitcertificering” is gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2), en het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit” is geïntroduceerd in Verordening (EEG) nr. 1848/93 van de Commissie (3), waarin toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2082/92 zijn vastgesteld. Specificiteitcertificeringen, vaker „gegarandeerde traditionele specialiteiten” genoemd, spelen in op de vraag van de consument naar traditionele producten met specifieke kenmerken. Gezien de verscheidenheid aan producten in de handel en de overvloedige informatie die erover wordt verstrekt, moet de consument, om beter zijn keuze te kunnen bepalen, over duidelijke en bondige informatie kunnen beschikken wat de specifieke kenmerken van deze levensmiddelen betreft.

(5)

Ter wille van de duidelijkheid zou afstand moeten worden gedaan van het begrip „specificiteitcertificering” ten voordele van het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit”, dat makkelijker te begrijpen is; om voor zowel producent als consument te verduidelijken wat het doel van deze verordening is, zou het begrip „specificiteit” precies moeten worden omschreven en zou een definitie van het begrip „traditioneel” moeten worden vastgesteld.

(6)

Sommige producenten willen marktwaarde ontlenen aan traditionele landbouwproducten of levensmiddelen waarvan de specifieke kenmerken zich duidelijk onderscheiden van andere soortgelijke producten of levensmiddelen. Om de consument te beschermen dient de gegarandeerde traditionele specialiteit te worden gecontroleerd. Een dergelijke regeling op basis van vrijwilligheid, die de handelaren in staat stelt aan de kwaliteit van een landbouwproduct of levensmiddel op communautair niveau bekendheid te geven, moet volledige garanties bieden, zodat eventuele verwijzingen ernaar in de handel gerechtvaardigd zijn.

(7)

Voor de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen gelden de algemene voorschriften als vervat in Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (4). Gezien hun specificiteit, dienen er voor gegarandeerde traditionele specialiteiten evenwel aanvullende bijzondere voorschriften te worden vastgesteld. Om op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten gemakkelijker en sneller te kunnen identificeren, moet het gebruik van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit” of het desbetreffende communautaire symbool op het etiket verplicht worden gesteld, waarbij voor de marktdeelnemers moet worden voorzien in een redelijke termijn om zich hiernaar te schikken.

(8)

Om de inachtneming en de bestendigheid van de gegarandeerde traditionele specialiteiten te garanderen, moeten de in groeperingsverband samenwerkende producenten zelf de specifieke kenmerken vastleggen in een productdossier. Ook producenten uit derde landen moet de mogelijkheid worden geboden om een gegarandeerde traditionele specialiteit te laten registreren.

(9)

De op het grondgebied van de Gemeenschap beschermde gegarandeerde traditionele specialiteiten moeten worden onderworpen aan een controleregeling, gebaseerd op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (5), alsmede aan een controleregeling die ten doel heeft te garanderen dat de bepalingen van het productdossier door de marktdeelnemers in acht worden genomen voordat de landbouwproducten en levensmiddelen in de handel worden gebracht.

(10)

Gegarandeerde traditionele specialiteiten komen slechts voor bescherming in aanmerking indien zij op communautair niveau geregistreerd zijn. In geval van registratie worden ook de sector en de consument geïnformeerd.

(11)

De nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat moeten elke registratieaanvraag onderzoeken met inachtneming van de gemeenschappelijke minimumvoorschriften, inclusief een bezwaarprocedure op nationaal niveau, teneinde te garanderen dat het betrokken landbouwproduct of levensmiddel traditioneel is en specifieke kenmerken heeft. Vervolgens dient de Commissie een onderzoek te verrichten om te garanderen dat door de lidstaten en door producenten uit derde landen ingediende registratieaanvragen op eenvormige wijze worden behandeld.

(12)

Om de registratieprocedure efficiënter te maken, moeten vexatoire en ongefundeerde bezwaren buiten beschouwing worden gelaten en moet worden bepaald op welke gronden de Commissie de ontvankelijkheid van bij haar ingediende bezwaarschriften beoordeelt. Onderdanen van derde landen met een rechtmatig belang hebben recht op bezwaar overeenkomstig dezelfde criteria als die welke gelden voor producenten uit de Gemeenschap. Deze criteria moeten worden beoordeeld in relatie tot het grondgebied van de Gemeenschap. Op grond van de opgedane ervaring moet de periode voor overleg in geval van bezwaar worden aangepast.

(13)

Er moeten bepalingen komen om de reikwijdte van de bescherming die krachtens deze verordening wordt geboden te verduidelijken, met name met de vermelding dat deze verordening onverminderd van toepassing moet zijn op de bestaande regels inzake merkenrechten en geografische aanduidingen.

(14)

Om concurrentieverstoring te voorkomen, moet elke producent, ook een producent uit een derde land, kunnen gebruikmaken van een geregistreerde benaming, vergezeld van een bijzondere vermelding en, in voorkomend geval, het communautaire symbool, vergezeld van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, dan wel een als zodanig geregistreerde benaming, voorzover het landbouwproduct of het levensmiddel dat wordt geproduceerd of verwerkt, aan de eisen van het desbetreffende productdossier voldoet, en de producent overeenkomstig deze verordening een beroep doet op de diensten van een controleautoriteit of -orgaan.

(15)

Vermeldingen in verband met de specificiteit van een landbouwproduct of een levensmiddel moeten rechtsbescherming genieten en aan controles worden onderworpen om voor de producent aantrekkelijk en voor de consument betrouwbaar te zijn.

(16)

De lidstaten moeten leges kunnen heffen om de gemaakte kosten te dekken.

(17)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6).

(18)

Vastgesteld moet worden welke bepalingen van deze verordening van toepassing zijn op registratieaanvragen die vóór de datum van inwerkingtreding bij de Commissie zijn ingediend. Voorts moet marktdeelnemers een redelijke termijn worden geboden om de nodige aanpassingen door te voeren met betrekking tot de particuliere controleorganen en de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen die als gegarandeerde traditionele specialiteit in de handel worden gebracht.

(19)

Ter wille van de duidelijkheid en de transparantie moet Verordening (EEG) nr. 2082/92 worden ingetrokken en vervangen door deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer

1.   In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor het erkennen als gegarandeerde traditionele specialiteit van:

a)

de in bijlage I bij het Verdrag bedoelde landbouwproducten die voor menselijke consumptie zijn bestemd;

b)

de in bijlage I bij deze verordening bedoelde levensmiddelen.

Bijlage I bij deze verordening kan volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden gewijzigd.

2.   Deze verordening geldt onverminderd andere bijzondere communautaire bepalingen.

3.   Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (7) is niet van toepassing op de gegarandeerde traditionele specialiteiten waarvoor deze verordening geldt.

Artikel 2

Definities

1.   In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„specificiteit”: het aspect of geheel van aspecten waardoor een landbouwproduct of een levensmiddel zich duidelijk onderscheidt van andere soortgelijke producten of levensmiddelen die tot dezelfde categorie behoren;

b)

„traditioneel”: het aantoonbare gebruik op de communautaire markt gedurende een periode waarin overdracht van de ene op de andere generatie plaatsvindt; deze periode is die welke in het algemeen aan één generatie wordt toegeschreven, namelijk ten minste 25 jaar;

c)

„gegarandeerde traditionele specialiteit”: een traditioneel landbouwproduct of een traditioneel levensmiddel waarvan de specificiteit door de Gemeenschap is erkend via registratie uit hoofde van deze verordening;

d)

„groepering”: elke organisatie, ongeacht haar rechtsvorm of samenstelling, van producenten of verwerkers die met hetzelfde landbouwproduct of hetzelfde levensmiddel werken.

2.   Het aspect of het geheel van aspecten als bedoeld in lid 1, onder a), kan betrekking hebben op de intrinsieke kenmerken van het product, zoals de fysische, de chemische, de microbiologische of de organoleptische kenmerken, op de productiemethode of op de specifieke voorwaarden waaraan bij de productie moet worden voldaan.

De presentatie van een landbouwproduct of een levensmiddel wordt niet beschouwd als een aspect in de zin van lid 1, onder a).

De in lid 1, onder a), omschreven specificiteit mag niet worden beperkt tot een kwalitatieve of kwantitatieve samenstelling of een productiewijze als vervat in communautaire of nationale wetgeving, in normen van normalisatie-instituten of in facultatieve normen; deze regel is evenwel niet van toepassing wanneer de betrokken wetgeving of norm is vastgesteld om de specificiteit van een product te omschrijven.

Andere belanghebbende partijen mogen deel uitmaken van de in lid 1, onder d), bedoelde groepering.

Artikel 3

Register

De Commissie houdt een register bij van de gegarandeerde traditionele specialiteiten die op communautair niveau zijn erkend uit hoofde van deze verordening.

Het register bevat twee aparte lijsten van gegarandeerde traditionele specialiteiten, naargelang het gebruik van de benaming van het product of het levensmiddel al dan niet gereserveerd is voor producenten die het productdossier in acht nemen.

Artikel 4

Eisen met betrekking tot producten en benamingen

1.   Om in het in artikel 3 bedoelde register te worden opgenomen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel hetzij geproduceerd zijn op basis van traditionele grondstoffen, hetzij gekenmerkt worden door een traditionele samenstelling dan wel geproduceerd en/of verwerkt zijn volgens een traditionele productie- en/of verwerkingsmethode.

In het register mogen geen landbouwproducten of levensmiddelen worden opgenomen waarvan de specificiteit berust op de herkomst of de geografische oorsprong. Onverminderd artikel 5, lid 1, is het gebruik van geografische termen in een benaming toegestaan.

2.   Om in het register te worden opgenomen, moet de benaming:

a)

hetzij op zichzelf specifiek zijn,

b)

hetzij de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengen.

3.   Een specifieke benaming als bedoeld in lid 2, onder a), moet traditioneel zijn en in overeenstemming zijn met de nationale bepalingen, dan wel door het gebruik algemeen gangbaar zijn geworden.

Een benaming die de specificiteit tot uitdrukking brengt als bedoeld in lid 2, onder b), mag niet in het register worden opgenomen indien:

a)

zij uitsluitend verwijst naar algemene claims die voor een aantal landbouwproducten of levensmiddelen gelden of waarin specifieke communautaire wetgeving voorziet;

b)

zij misleidend is, met name indien zij verwijst naar een vanzelfsprekend kenmerk van het product of naar een kenmerk dat niet overeenstemt met het productdossier, en zij de consument derhalve kan misleiden wat de kenmerken van het product betreft.

Artikel 5

Beperkingen op het gebruik van benamingen

1.   Deze verordening laat de voorschriften van de Gemeenschap of van de lidstaten betreffende intellectuele eigendom, met name die inzake geografische aanduidingen en handelsmerken, onverlet.

2.   De naam van een planten- of dierenras mag in de benaming van een gegarandeerde traditionele specialiteit worden gebruikt, op voorwaarde dat deze niet misleidend is wat de aard van het product betreft.

Artikel 6

Productdossier

1.   Om voor een gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS) in aanmerking te komen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel in overeenstemming zijn met een productdossier.

2.   Het productdossier omvat:

a)

de in artikel 4, lid 2, bedoelde benaming, in een of meer talen, waarbij moet worden vermeld of de groepering de registratie ervan aanvraagt met of zonder reservering van de benaming, en of zij om toepassing vraagt van het bepaalde in artikel 13, lid 3;

b)

de beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel, met inbegrip van de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken;

c)

de beschrijving van de productiemethode die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, alsmede de methode van verwerking van het landbouwproduct of het levensmiddel;

d)

de belangrijkste kenmerken waaraan de specificiteit wordt ontleend en, in voorkomend geval, de gebruikte referentiebasis;

e)

de belangrijkste kenmerken ter staving van het traditionele karakter als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea;

f)

de minimumeisen en de procedures voor de controle van de specificiteit.

Artikel 7

Registratieaanvraag

1.   Alleen groeperingen zijn gerechtigd een aanvraag tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit in te dienen.

Verscheidene groeperingen uit verschillende lidstaten of derde landen kunnen een gezamenlijke aanvraag indienen.

2.   Een groepering kan slechts een registratieaanvraag indienen voor landbouwproducten of voedingsmiddelen die door de groepering worden geproduceerd of verkregen.

3.   De registratieaanvraag omvat ten minste:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering;

b)

het in artikel 6 bedoelde productdossier;

c)

de naam en het adres van de autoriteiten of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd, alsmede hun specifieke taken;

d)

de documenten ter staving van het specifieke en traditionele karakter van het product.

4.   Indien de groepering is gevestigd in een lidstaat, wordt de aanvraag ingediend bij die lidstaat.

De lidstaat onderzoekt de aanvraag op gepaste wijze en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet.

5.   De lidstaat voorziet tijdens het in lid 4, tweede alinea, vermelde onderzoek in een nationale bezwaarprocedure, waarbij een adequate bekendmaking van de aanvraag wordt gewaarborgd en een redelijke periode wordt vastgesteld waarin elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die op het grondgebied van de lidstaat is gevestigd of woonachtig is, bezwaar tegen de aanvraag kan aantekenen.

De lidstaat onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn op basis van de criteria van artikel 9, lid 3, eerste alinea.

6.   Wanneer de lidstaat van oordeel is dat aan het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 6 is voldaan, doet hij de volgende zaken aan de Commissie toekomen:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering,

b)

het in artikel 6 bedoelde productdossier,

c)

de naam en het adres van de autoriteiten of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd, alsmede hun specifieke taken,

d)

een verklaring van de lidstaat dat de door de groepering ingediende aanvraag aan de voorwaarden van deze verordening en van de uitvoeringsbepalingen ervan voldoet.

7.   Een aanvraag met betrekking tot landbouwproducten of levensmiddelen die wordt ingediend door een groepering van een derde land, wordt rechtstreeks of via de autoriteiten van dat land bij de Commissie ingediend en bevat de in lid 3 vermelde gegevens.

8.   De in dit artikel bedoelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn gesteld in één van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 8

Onderzoek door de Commissie

1.   De Commissie onderzoekt de overeenkomstig artikel 7 ontvangen aanvraag op gepaste wijze en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet. Dit onderzoek zou niet langer dan twaalf maanden in beslag mogen nemen.

De Commissie maakt elke maand de lijst bekend van benamingen waarvoor een registratieaanvraag is ingediend, en de datum waarop de aanvragen bij de Commissie zijn ingediend.

2.   Wanneer de Commissie op grond van het in de eerste alinea van lid 1 bedoelde onderzoek vaststelt dat aan de bepalingen van deze verordening is voldaan, maakt zij de in artikel 7, lid 3, onder a) tot en met c), bedoelde gegevens bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Wanneer niet aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, verwerpt de Commissie de registratieaanvraag volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 9

Bezwaarschriften

1.   Lidstaten of derde landen kunnen tot uiterlijk zes maanden na de in artikel 8, lid 2, eerste alinea, vermelde datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar aantekenen tegen de geplande registratie door een met redenen omklede verklaring bij de Commissie in te dienen.

2.   Ook elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die gevestigd of woonachtig is in een andere lidstaat dan de lidstaat die de registratieaanvraag heeft ingediend of in een derde land, kan ook bezwaar tegen de geplande registratie aantekenen door een met redenen omklede verklaring in te dienen.

In een lidstaat gevestigde of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen zo'n verklaring bij die lidstaat in binnen een termijn die een bezwaar overeenkomstig lid 1 mogelijk maakt.

In een derde land verblijvende of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen hun verklaring binnen de in lid 1 bedoelde termijn rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land bij de Commissie in.

3.   Ontvankelijk zijn alleen bezwaarschriften die binnen de in lid 1 bedoelde termijn bij de Commissie worden ingediend en die:

a)

ofwel aantonen dat niet aan de voorwaarden van de artikelen 2, 4 en 5 is voldaan;

b)

ofwel, in geval van een in artikel 13, lid 2, bedoelde aanvraag, aantonen dat de benaming op rechtmatige, erkende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen.

De Commissie onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.

De in de eerste alinea bedoelde criteria moeten worden beoordeeld met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap.

4.   De Commissie registreert de benaming wanneer ze geen krachtens lid 3 ontvankelijk bezwaarschrift heeft ontvangen.

De registratie wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

5.   Wanneer een bezwaarschrift krachtens lid 3 ontvankelijk is, verzoekt de Commissie de belanghebbende partijen op gepaste wijze overleg te plegen.

Als de belanghebbende partijen binnen een termijn van zes maanden een akkoord bereiken, brengen zij de Commissie op de hoogte van alle gegevens die tot het akkoord geleid hebben, met inbegrip van het standpunt van de aanvrager en de opposant. Als de overeenkomstig artikel 8, lid 2, bekendgemaakte gegevens niet of slechts minimaal zijn gewijzigd, volgt de Commissie de procedure van lid 4 van dit artikel. In alle andere gevallen herhaalt zij het in artikel 8, lid 1, bedoelde onderzoek.

Als er geen akkoord wordt bereikt, neemt de Commissie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure een besluit waarbij zij rekening houdt met de loyale en traditionele gebruiken en met de werkelijke risico's van verwarring.

Dit besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

6.   De in dit artikel bedoelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn gesteld in één van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 10

Annulering

Wanneer de Commissie, overeenkomstig de in artikel 19, lid 1, onder f), bedoelde gedetailleerde uitvoeringsbepalingen, vindt dat de voorwaarden van het productdossier van een landbouwproduct of een levensmiddel dat betrekking heeft op een gegarandeerde traditionele specialiteit, niet langer worden nageleefd, annuleert zij de registratie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure. De annulering wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 11

Wijziging van het productdossier

1.   Het productdossier kan op verzoek van een lidstaat worden gewijzigd naar aanleiding van een verzoek van een op zijn grondgebied gevestigde groepering of een in een derde land gevestigde groepering. In dit laatste geval wordt het verzoek rechtstreeks of via de autoriteiten van het derde land bij de Commissie ingediend.

In het verzoek moet een rechtmatig economisch belang worden aangetoond en moeten de gevraagde wijzigingen worden beschreven en gemotiveerd.

Het verzoek om goedkeuring van een wijziging is onderworpen aan de procedure van de artikelen 7, 8 en 9.

Als echter slechts minimale wijzigingen worden voorgesteld, beslist de Commissie of de wijziging wordt goedgekeurd zonder de procedure van artikel 8, lid 2, en artikel 9 te volgen.

De minimale wijzigingen worden in voorkomend geval door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

2.   De lidstaten zien erop toe dat elke producent of verwerker die het productdossier waarvoor om een wijziging is verzocht, toepast, in kennis wordt gesteld van de bekendmaking. Afgezien van de in artikel 9, lid 3, bedoelde bezwaarschriften, zijn ook bezwaarschriften die aantonen dat er een economisch belang kleeft aan de productie van de gegarandeerde traditionele specialiteit, ontvankelijk.

3.   Indien de wijziging een tijdelijke verandering behelst van het productdossier ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd, wordt het verzoek doorgegeven aan de Commissie door de lidstaat op verzoek van een groepering van producenten of door een in een derde land gevestigde groepering. De procedure van lid 1, vierde alinea, is van toepassing.

Artikel 12

Benamingen, aanduiding en symbool

1.   Alleen producenten die aan het productdossier voldoen, mogen op de etikettering, op reclame of andere documenten die betrekking hebben op een landbouwproduct of een levensmiddel, verwijzen naar een gegarandeerde traditionele specialiteit.

2.   Wanneer op de etikettering van een op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerd landbouwproduct of levensmiddel verwezen wordt naar een gegarandeerde traditionele specialiteit, moet de geregistreerde benaming, tezamen met het communautaire symbool of de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, worden aangebracht.

3.   De in lid 2 bedoelde vermelding is facultatief voor de etikettering van gegarandeerde traditionele specialiteiten die buiten het grondgebied van de Gemeenschap worden geproduceerd.

Artikel 13

Voorschriften betreffende de geregistreerde benaming

1.   Vanaf de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 9, lid 4 of lid 5, mag een benaming die in het in artikel 3 bedoelde register is geregistreerd, alleen nog worden gebruikt om het met het productdossier overeenkomende landbouwproduct of levensmiddel te identificeren als gegarandeerde traditionele specialiteit, overeenkomstig artikel 12. Geregistreerde benamingen mogen wel worden gebruikt op de etikettering van producten die niet met het geregistreerde productdossier overeenstemmen, maar dan wel zonder de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” of het bijbehorende communautaire symbool.

2.   Een gegarandeerde traditionele specialiteit mag evenwel worden geregistreerd met reservering van de benaming voor een landbouwproduct of een levensmiddel dat met het bekendgemaakte productdossier overeenstemt, mits de groepering daar in haar registratieaanvraag om heeft verzocht en de in artikel 9 bedoelde procedure niet toont dat de benaming op rechtmatige, erkende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen. Vanaf de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 9, lid 4, of artikel 9, lid 5, mag de benaming niet langer worden gebruikt op de etikettering van soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen die niet aan het geregistreerde productdossier voldoen, zelfs niet wanneer hij niet vergezeld gaat van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” of het bijbehorende communautaire symbool.

3.   Wanneer om registratie van een benaming in een enkele taal wordt verzocht, kan de groepering in het productdossier bepalen dat, bij het in de handel brengen van het product, op het etiket niet alleen de benaming van het product in de originele taal wordt aangebracht, maar ook in andere officiële talen wordt vermeld dat het product is verkregen volgens de traditie van de regio, de lidstaat of het derde land waarvan de aanvraag afkomstig is.

Artikel 14

Officiële controles

1.   De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn dan wel verantwoordelijk zijn voor de officiële controles wat betreft de in de onderhavige verordening vastgestelde verplichtingen, zulks overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat elke exploitant die aan deze verordening voldoet, in aanmerking komt voor een systeem van officiële controles.

3.   De Commissie maakt de namen en adressen van de in lid 1 en in artikel 15 bedoelde autoriteiten en organen bekend, en werkt die gegevens periodiek bij.

Artikel 15

Verificatie inzake de inachtneming van het productdossier

1.   Voor in de Gemeenschap geproduceerde landbouwproducten en levensmiddelen wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 14, en/of

één of meer controleorganen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 882/2004, die optreden als orgaan voor productcertificering.

De kosten van die verificatie inzake de inachtneming komen ten laste van de aan de controle onderworpen marktdeelnemer.

2.   Voor in een derde land geproduceerde landbouwproducten en levensmiddelen wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer door het derde land aangewezen openbare instanties, en/of

één of meer organen voor productcertificering.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde organen voor productcertificering dienen te voldoen aan, en vanaf 1 mei 2010 te zijn geaccrediteerd volgens de Europese norm EN 45011 of ISO/IEC Guide 65. (Algemene voorschriften voor instanties die productcertificeringssystemen toepassen).

4.   Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde autoriteiten ervoor gekozen hebben de verificatie inzake de inachtneming uit te voeren, dienen zij afdoende garanties inzake objectiviteit en onpartijdigheid te bieden, en over gekwalificeerd personeel en voldoende middelen voor de uitoefening van hun taken te beschikken.

Artikel 16

Verklaringen van producenten voor de aangewezen autoriteiten of organen

1.   Een producent van een lidstaat die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, de in artikel 14, lid 3, bedoelde aangewezen autoriteiten of organen van de lidstaat waar hij is gevestigd, daar van tevoren van in kennis, op aanwijzing van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 14, lid 1.

2.   Een producent van een derde land die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, de in artikel 14, lid 3, bedoelde aangewezen autoriteiten of organen daar van tevoren van in kennis, indien nodig op aanwijzing van de producentengroepering of de autoriteit van het derde land.

Artikel 17

Bescherming

1.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om rechtsbescherming te bieden tegen elk misbruik of elk misleidend gebruik van het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” en het bijbehorende communautaire symbool, alsmede tegen elke nabootsing van overeenkomstig artikel 13, lid 2, geregistreerde en gereserveerde benamingen.

2.   Geregistreerde benamingen worden beschermd tegen alle praktijken die de consument kunnen misleiden, waaronder praktijken die de suggestie wekken dat het landbouwproduct of het levensmiddel een door de Gemeenschap erkende gegarandeerde traditionele specialiteit is.

3.   De lidstaten treffen alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de op nationaal niveau gebruikte verkoopbenamingen niet kunnen worden verward met de overeenkomstig artikel 13, lid 2, geregistreerde en gereserveerde benamingen.

Artikel 18

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 19

Uitvoerings- en overgangsbepalingen

1.   Overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vastgesteld. Ze omvatten met name:

a)

de gegevens die moeten worden opgenomen in het in artikel 6, lid 2, bedoelde productdossier;

b)

bepalingen betreffende de indiening van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, door groeperingen die zijn gevestigd in verschillende lidstaten of derde landen;

c)

bepalingen betreffende de toezending aan de Commissie van de in artikel 7, leden 3 en 6, bedoelde registratieaanvragen, de in artikel 7, lid 7, bedoelde registratieaanvragen en de in artikel 11 bedoelde wijzigingsverzoeken;

d)

bepalingen inzake het in artikel 3 bedoelde register van gegarandeerde traditionele specialiteiten;

e)

bepalingen inzake de in artikel 9 bedoelde bezwaarschriften, inclusief bepalingen inzake passend overleg tussen de belanghebbende partijen;

f)

bepalingen inzake de in artikel 10 bedoelde annulering van de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit;

g)

bepalingen inzake de aanduiding en het symbool, bedoeld in artikel 12;

h)

een omschrijving van „minimale wijziging” als bedoeld in artikel 11, lid 1, vierde alinea;

i)

bepalingen inzake de voorwaarden voor toezicht op de naleving van de bepalingen van het productdossier.

2.   De benamingen die op de datum waarop deze verordening in werking treedt al krachtens Verordening (EEG) nr. 2082/92 zijn geregistreerd, worden automatisch opgenomen in het in artikel 3 vermelde register. De bijbehorende productdossiers worden gelijkgesteld met de productdossiers als bedoeld in artikel 6, lid 1.

3.   Voor hangende aanvragen, verklaringen en verzoeken die de Commissie vóór de datum van inwerkintreding van deze verordening heeft ontvangen:

a)

gelden de procedures van artikel 7 niet;

b)

kan de Commissie, wanneer het productdossier andere dan de in artikel 6 bedoelde gegevens bevat, verzoeken om een nieuwe versie van het productdossier die verenigbaar is met dat artikel, indien dat nodig is om de aanvraag verder af te werken.

Artikel 20

Leges

De lidstaten kunnen leges heffen om hun kosten te dekken van onder meer het onderzoek van de registratieaanvragen, de bezwaarschriften, de wijzigingsaanvragen en de annulatieaanvragen uit hoofde van deze verordening.

Artikel 21

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2082/92 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

Artikel 22

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De bepalingen van artikel 12, lid 2, zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 mei 2009, onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn op producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(3)  PB L 168 van 10.7.1993, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2167/2004 (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 8).

(4)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/89/EG (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).

(5)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.


BIJLAGE I

Levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b)

Bier,

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten,

Suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren,

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld,

Samengestelde gerechten,

Bereide kruidensausen,

Soep of bouillon,

Dranken op basis van plantenextracten,

Consumptie-ijs en sorbets.


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 2082/92

Deze verordening

Artikel 1, lid 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 1, leden 2 en 3

Artikel 1, leden 2 en 3

Artikel 2, lid 1, eerste alinea

Artikel 2, lid 1, onder a)

Artikel 2, lid 1, tweede alinea

Artikel 2, lid 2, tweede alinea

Artikel 2, lid 1, derde alinea

Artikel 2, lid 2, derde alinea

Artikel 2, lid 2, eerste zin

Artikel 2, lid 1, onder d)

Artikel 2, lid 2, tweede zin

Artikel 2, lid 2, vierde alinea

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 1, onder c)

Artikel 2, lid 1, onder b)

Artikel 2, lid 2, eerste alinea

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1, eerste alinea

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 1, tweede alinea

Artikel 5, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 4, lid 3, tweede alinea

Artikel 5, lid 3

Artikel 4, lid 3, eerste alinea

Artikel 5, lid 4

Artikel 4, lid 1, tweede zin van de tweede alinea

Artikel 5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 6

Artikel 7, leden 7 en 8

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, leden 4 en 5

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1, eerste alinea

Artikel 8, lid 1, tweede alinea

Artikel 8, lid 2, eerste alinea

Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 3

Artikel 9, leden 1 en 2

Artikel 9, lid 3

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 4

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, lid 5

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11, lid 1

Artikel 11, lid 1, eerste alinea

Artikel 11, lid 2, eerste alinea

Artikel 11, lid 1, derde alinea

Artikel 11, lid 1, tweede alinea

Artikel 11, lid 2, tweede alinea

Artikel 11, lid 2

Artikel 12

Artikel 19, lid 1, onder g)

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 3

Artikel 14

Artikelen 14 en 15

Artikel 15, lid 1

Artikel 12, lid 1

Artikel 12, leden 2 en 3

Artikel 15, lid 2

Artikel 16, lid 1

Artikel 15, lid 3

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17, leden 1 en 2

Artikel 18

Artikel 17, lid 3

Artikel 19

Artikel 18

Artikel 20

Artikel 19

Artikel 21

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II


Top