This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0400
Case C-400/18: Request for a preliminary ruling from the Hof van Cassatie (Belgium) lodged on 18 June 2018 — Infohos v Belgische Staat
Zaak C-400/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 18 juni 2018 — Infohos tegen Belgische Staat
Zaak C-400/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 18 juni 2018 — Infohos tegen Belgische Staat
PB C 301 van 27.8.2018, p. 17–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 301/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 18 juni 2018 — Infohos tegen Belgische Staat
(Zaak C-400/18)
(2018/C 301/23)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hof van Cassatie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Infohos
Verweerder: Belgische Staat
Prejudiciële vraag
Moet artikel 13, A, lid 1, f), [van] richtlijn 77/388/EEG (1) van 17 mei 1977, thans artikel 132, 1o, f)[, van] richtlijn 2006/112/EG (2) van 28 november 2006, zo worden uitgelegd dat het de lidstaten toelaat aan de daarin bepaalde vrijstelling een exclusiviteitsvoorwaarde te verbinden waardoor een zelfstandige groepering die eveneens diensten presteert aan niet-leden, ook voor de diensten verstrekt aan leden integraal onderworpen is aan de btw?
(1) Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid- Staten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB 1977, L 145, blz. 1).
(2) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).