Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0281

    Zaak C-281/18 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 april 2018 door Repower AG tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 februari 2018 in zaak T-727/16, Repower/EUIPO

    PB C 259 van 23.7.2018, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    201807060101994362018/C 259/342812018CJC25920180723NL01NLINFO_JUDICIAL20180424242521

    Zaak C-281/18 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 april 2018 door Repower AG tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 februari 2018 in zaak T-727/16, Repower/EUIPO

    Top

    C2592018NL2410120180424NL0034241252

    Hogere voorziening ingesteld op 24 april 2018 door Repower AG tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 februari 2018 in zaak T-727/16, Repower/EUIPO

    (Zaak C-281/18 P)

    2018/C 259/34Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirante: Repower AG (vertegenwoordigers: R. Kunz-Hallstein, H. P. Kunz-Hallstein, V. Kling, advocaten)

    Andere partijen in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, repowermap.org

    Conclusies

    vernietiging van het arrest van het Gerecht van 21 februari 2018 in zaak T-727/16, eerste punt van het dicumtn, voor zover het beroep is verworpen;

    vernietiging van de beslissing van de vijfde kamer van beroep van het EUIPO van 3 augustus 2016 [zaak R 2311/2014-5 (REV)];

    verwijzing van het EUIPO in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    1.

    Het EUIPO was niet gerechtigd de motivering van de intrekking in de procedure bij het Gerecht te vervangen. Het EUIPO heeft het voorwerp van het geding gewijzigd, het recht om te worden gehoord geschonden en is zijn plicht om zijn discretionaire bevoegdheid uit te oefenen niet nagekomen.

    2.

    Het algemeen rechtsbeginsel dat de intrekking van onrechtmatige bestuursrechtelijke handelingen toestaat, is in casu niet van toepassing. De wetgeving vertoont geen rechtsleemte. De bepalingen van de artikelen 80 en 83 van verordening nr. 207/2009 vormen een lex specialis.

    3.

    Overeenkomstig artikel 83 van verordening nr. 207/2009 stond het niet aan rekwirante om aan te tonen dat er in de lidstaten geen beginsel inzake de intrekking van onrechtmatige bestuursrechtelijke handelingen bestaat.

    4.

    Ook al zou een dergelijk algemeen beginsel in het merkenrecht bestaan, dan was niet voldaan aan de voorwaarden voor een algehele intrekking gelet op de bescherming van het gewettigd vertrouwen.

    5.

    De beslissing van de kamer van beroep is aangetast door een ernstig motiveringsgebrek.

    Top