Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0448

    Zaak C-448/17: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 20 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Prešove — Slowakije) — EOS KSI Slovensko s.r.o. / Ján Danko, Margita Danková (Prejudiciële verwijzing — Overeenkomsten met consumenten — Richtlijn 93/13/EEG — Oneerlijke bedingen — Artikel 4, lid 2, en artikel 5 — Verplichting om bedingen duidelijk en begrijpelijk op te stellen — Artikel 7 — Beroep op de rechter door personen of organisaties die een legitiem belang hebben bij de bescherming van consumenten tegen het gebruik van oneerlijke bedingen — Nationale regeling op grond waarvan een consumentenorganisatie slechts in de procedure kan interveniëren na instemming van de consument — Consumentenkrediet — Richtlijn 87/102/EEG — Artikel 4, lid 2 — Verplichting om het jaarlijkse kostenpercentage in de schriftelijke overeenkomst te vermelden — Overeenkomst die slechts een wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage bevat, zonder vermelding van de voor deze berekening benodigde gegevens)

    PB C 408 van 12.11.2018, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.11.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 408/27


    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 20 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Prešove — Slowakije) — EOS KSI Slovensko s.r.o. / Ján Danko, Margita Danková

    (Zaak C-448/17) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Overeenkomsten met consumenten - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen - Artikel 4, lid 2, en artikel 5 - Verplichting om bedingen duidelijk en begrijpelijk op te stellen - Artikel 7 - Beroep op de rechter door personen of organisaties die een legitiem belang hebben bij de bescherming van consumenten tegen het gebruik van oneerlijke bedingen - Nationale regeling op grond waarvan een consumentenorganisatie slechts in de procedure kan interveniëren na instemming van de consument - Consumentenkrediet - Richtlijn 87/102/EEG - Artikel 4, lid 2 - Verplichting om het jaarlijkse kostenpercentage in de schriftelijke overeenkomst te vermelden - Overeenkomst die slechts een wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage bevat, zonder vermelding van de voor deze berekening benodigde gegevens))

    (2018/C 408/35)

    Procestaal: Slowaaks

    Verwijzende rechter

    Krajský súd v Prešove

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: EOS KSI Slovensko s.r.o.

    Verwerende partijen: Ján Danko, Margita Danková

    in tegenwoordigheid van: Združenie na ochranu občana spotrebiteľa HOOS

    Dictum

    1)

    Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, gelezen in samenhang met het gelijkwaardigheidsbeginsel, moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan een consumentenorganisatie niet in het belang van de consument kan interveniëren in een betalingsbevelprocedure betreffende een individuele consument en evenmin verzet kan aantekenen tegen een dergelijk bevel wanneer die consument het betalingsbevel niet heeft betwist, indien in die regeling aan de interventie van consumentenorganisaties in door het Unierecht beheerste geschillen daadwerkelijk voorwaarden worden gesteld die minder gunstig zijn dan die welke gelden voor uitsluitend door het nationale recht beheerste geschillen, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

    2)

    Richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die weliswaar bij de afgifte van een betalingsbevel tegen een consument voorziet in de beoordeling van de oneerlijkheid van de bedingen in een tussen een verkoper en die consument gesloten overeenkomst, maar de bevoegdheid tot afgifte van dat betalingsbevel verleent aan een administratief functionaris van een rechterlijke instantie, die niet de hoedanigheid van rechter heeft, en voorts voorschrijft dat verzet binnen vijftien dagen moet worden aangetekend en inhoudelijk moet worden gemotiveerd, indien er van een dergelijke ambtshalve beoordeling geen sprake is bij de executie van dat bevel, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

    3)

    Artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een consumentenkredietovereenkomst geen opgave bevat van het jaarlijks kostenpercentage, maar enkel een wiskundige vergelijking voor de berekening van dit jaarlijks kostenpercentage zonder vermelding van de voor deze berekening benodigde gegevens, en voorts de rentevoet niet vermeldt, deze omstandigheid een beslissende factor is voor de betrokken nationale rechter die beoordeelt of het in deze overeenkomst opgenomen beding betreffende de kosten van dat krediet duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd in de zin van die bepaling.


    (1)  PB C 382 van 13.11.2017.


    Top