EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0259

Gevoegde zaken C-259/16 en C-260/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — Confederazione Generale Italiana dei Trasporti e della Logistica (Confetra) (C-259/16), Associazione Nazionale Imprese Trasporti Automobilistici (C-259/16), Fercam SpA (C-259/16), Associazione non Riconosciuta Alsea (C-259/16), Associazione Fedit (C-259/16), Carioni Spedizioni Internazionali Srl (C-259/16), Federazione Nazionale delle Imprese di Spedizioni Internazionali — Fedespedi (C-259/16), Tnt Global Express SpA (C-259/16), Associazione Italiana dei Corrieri Aerei Internazionali (AICAI) (C-260/16), DHL Express (Italy) Srl (C-260/16), Federal Express Europe Inc. (C-260/16), United Parcel Service Italia Ups Srl (C-260/16) / Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni, Ministero dello Sviluppo Economico (Prejudiciële verwijzing — Postdiensten in de Europese Unie — Richtlijn 97/67/EG — Artikelen 2, 7 en 9 — Richtlijn 2008/6/EG — Begrip „aanbieder van postdiensten” — Wegvervoersondernemingen, expediteurs en koeriersbedrijven die diensten aanbieden op het gebied van het ophalen, het sorteren, het vervoeren en het bezorgen van postzendingen — Verplichte machtiging om postdiensten aan te bieden aan het publiek — Bijdrage in de kosten van de universele dienst)

PB C 259 van 23.7.2018, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

201807060411993832018/C 259/032592016CJC25920180723NL01NLINFO_JUDICIAL201805313421

Gevoegde zaken C-259/16 en C-260/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — Confederazione Generale Italiana dei Trasporti e della Logistica (Confetra) (C-259/16), Associazione Nazionale Imprese Trasporti Automobilistici (C-259/16), Fercam SpA (C-259/16), Associazione non Riconosciuta Alsea (C-259/16), Associazione Fedit (C-259/16), Carioni Spedizioni Internazionali Srl (C-259/16), Federazione Nazionale delle Imprese di Spedizioni Internazionali — Fedespedi (C-259/16), Tnt Global Express SpA (C-259/16), Associazione Italiana dei Corrieri Aerei Internazionali (AICAI) (C-260/16), DHL Express (Italy) Srl (C-260/16), Federal Express Europe Inc. (C-260/16), United Parcel Service Italia Ups Srl (C-260/16) / Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni, Ministero dello Sviluppo Economico (Prejudiciële verwijzing — Postdiensten in de Europese Unie — Richtlijn 97/67/EG — Artikelen 2, 7 en 9 — Richtlijn 2008/6/EG — Begrip „aanbieder van postdiensten” — Wegvervoersondernemingen, expediteurs en koeriersbedrijven die diensten aanbieden op het gebied van het ophalen, het sorteren, het vervoeren en het bezorgen van postzendingen — Verplichte machtiging om postdiensten aan te bieden aan het publiek — Bijdrage in de kosten van de universele dienst)

Top

C2592018NL310120180531NL00033142

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — Confederazione Generale Italiana dei Trasporti e della Logistica (Confetra) (C-259/16), Associazione Nazionale Imprese Trasporti Automobilistici (C-259/16), Fercam SpA (C-259/16), Associazione non Riconosciuta Alsea (C-259/16), Associazione Fedit (C-259/16), Carioni Spedizioni Internazionali Srl (C-259/16), Federazione Nazionale delle Imprese di Spedizioni Internazionali — Fedespedi (C-259/16), Tnt Global Express SpA (C-259/16), Associazione Italiana dei Corrieri Aerei Internazionali (AICAI) (C-260/16), DHL Express (Italy) Srl (C-260/16), Federal Express Europe Inc. (C-260/16), United Parcel Service Italia Ups Srl (C-260/16) / Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni, Ministero dello Sviluppo Economico

(Gevoegde zaken C-259/16 en C-260/16) ( 1 )

„(Prejudiciële verwijzing — Postdiensten in de Europese Unie — Richtlijn 97/67/EG — Artikelen 2, 7 en 9 — Richtlijn 2008/6/EG — Begrip „aanbieder van postdiensten” — Wegvervoersondernemingen, expediteurs en koeriersbedrijven die diensten aanbieden op het gebied van het ophalen, het sorteren, het vervoeren en het bezorgen van postzendingen — Verplichte machtiging om postdiensten aan te bieden aan het publiek — Bijdrage in de kosten van de universele dienst)”

2018/C 259/03Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Confederazione Generale Italiana dei Trasporti e della Logistica (Confetra) (C-259/16), Associazione Nazionale Imprese Trasporti Automobilistici (C-259/16), Fercam SpA (C-259/16), Associazione non Riconosciuta Alsea (C-259/16), Associazione Fedit (C-259/16), Carioni Spedizioni Internazionali Srl (C-259/16), Federazione Nazionale delle Imprese di Spedizioni Internazionali — Fedespedi (C-259/16), Tnt Global Express SpA (C-259/16), Associazione Italiana dei Corrieri Aerei Internazionali (AICAI) (C-260/16), DHL Express (Italy) Srl (C-260/16), Federal Express Europe Inc. (C-260/16), United Parcel Service Italia Ups Srl (C-260/16)

Verwerende partijen: Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni, Ministero dello Sviluppo Economico

In tegenwoordigheid van: Poste Italiane SpA (C-260/16)

Dictum

1)

Artikel 2, punten 1, 1 bis en 6, van richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008, moet aldus moet uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling als in het hoofdgeding aan de orde, volgens welke aanbieders van vervoer over de weg, expeditiediensten of koeriersdiensten die postzendingen ophalen, sorteren, vervoeren en bezorgen, aanbieders van postdiensten zijn in de zin van artikel 2, punt 1 bis, van die richtlijn, behalve wanneer hun activiteit beperkt is tot het vervoer van postzendingen.

2)

Artikel 2, punt 19, en artikel 9, lid 1, van richtlijn 97/67, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling als in het hoofdgeding aan de orde, die aanbieders van vervoer over de weg, expeditiediensten en koeriersdiensten verplicht over een algemene machtiging voor het aanbieden van postdiensten te beschikken, mits die regeling wordt gerechtvaardigd door een van de in artikel 2, punt 19, van die richtlijn genoemde essentiële eisen en het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt in die zin dat zij geschikt is om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen en niet verder gaat dan nodig is om dat doel te bereiken. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of dat het geval is.

3)

Artikel 7, lid 4, en artikel 9, lid 2, van richtlijn 97/67, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling als in het hoofdgeding aan de orde, die de houders van een algemene machtiging voor het aanbieden van postdiensten verplicht bij te dragen aan een fonds ter compensatie van de universeledienstverplichtingen, wanneer die diensten uit het oogpunt van de gebruiker kunnen worden beschouwd als diensten die onder de universele dienst vallen, aangezien zij daar in voldoende mate mee uitwisselbaar zijn.


( 1 ) PB C 343 van 19.6.2016.

Top