EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0508

Gevoegde zaken C-508/15 en C-509/15: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 december 2016 (verzoeken om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin — Duitsland) — Sidika Ucar (C-508/15), Recep Kilic (C-509/15)/Land Berlin (Prejudiciële verwijzing — Associatieovereenkomst EEG-Turkije — Besluit nr. 1/80 — Artikel 7, eerste alinea — Verblijfsrecht van de gezinsleden van een Turkse werknemer die tot de legale arbeidsmarkt van een lidstaat behoort — Voorwaarden — Geen vereiste dat de Turkse werknemer gedurende de eerste drie jaar van het verblijf van het gezinslid tot de legale arbeidsmarkt behoort)

PB C 53 van 20.2.2017, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 53/16


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 december 2016 (verzoeken om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin — Duitsland) — Sidika Ucar (C-508/15), Recep Kilic (C-509/15)/Land Berlin

(Gevoegde zaken C-508/15 en C-509/15) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Besluit nr. 1/80 - Artikel 7, eerste alinea - Verblijfsrecht van de gezinsleden van een Turkse werknemer die tot de legale arbeidsmarkt van een lidstaat behoort - Voorwaarden - Geen vereiste dat de Turkse werknemer gedurende de eerste drie jaar van het verblijf van het gezinslid tot de legale arbeidsmarkt behoort))

(2017/C 053/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Berlin

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Sidika Ucar (C-508/15), Recep Kilic (C-509/15)

Verwerende partij: Land Berlin

Dictum

Artikel 7, eerste alinea, eerste streepje, van besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de Associatie moet aldus worden uitgelegd dat het gezinslid van een Turkse werknemer dat met het oog op gezinshereniging toestemming heeft gekregen om de lidstaat van ontvangst binnen te komen en dat sinds zijn binnenkomst op het grondgebied van deze lidstaat met die Turkse werknemer heeft samengeleefd, aan die bepaling een verblijfsrecht in deze lidstaat ontleent, zelfs wanneer de periode van ten minste drie jaar gedurende welke die Turkse werknemer tot de legale arbeidsmarkt heeft behoord, niet onmiddellijk is gevolgd op de aankomst van het betrokken gezinslid in de lidstaat van ontvangst maar pas later een aanvang heeft genomen.


(1)  PB C 16 van 18.1.2016.


Top