This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0039
Case T-39/11: Action brought on 24 January 2011 — Cargolux Airlines v Commission
Zaak T-39/11: Beroep ingesteld op 24 januari 2011 — Cargolux Airlines/Commissie
Zaak T-39/11: Beroep ingesteld op 24 januari 2011 — Cargolux Airlines/Commissie
PB C 80 van 12.3.2011, p. 26–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 80/26 |
Beroep ingesteld op 24 januari 2011 — Cargolux Airlines/Commissie
(Zaak T-39/11)
2011/C 80/51
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Cargolux Airlines International SA (Sandweiler, Luxemburg) (vertegenwoordigers: J. Joshua, Barrister, en G. Goeteyn, Solicitor)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
de artikelen 1 tot en met 4 geheel of gedeeltelijk nietig verklaren voor zover zij verzoekster betreffen; |
— |
de bij artikel 5 aan verzoekster opgelegde geldboete intrekken; |
— |
subsidiair, de geldboete aanzienlijk verminderen met gebruikmaking van de volledige rechtsmacht van het Hof; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Beroep tot nietigverklaring van beschikking nr. C(2010) 7694 def. van de Commissie van 9 november 2010 in zaak COMP/39.258 — Luchtvracht, voor zover deze vaststelt dat verzoekster artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst heeft geschonden door haar prijsbeleid voor luchtvrachtdiensten met betrekking tot (i) brandstoftoeslagen, (ii) veiligheidstoeslagen en (iii) het niet-betalen van commissies op toeslagen, af te stemmen met andere transportondernemingen.
Tot staving van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan:
1) |
Kennelijke beoordelingsfout, aangezien de Commissie ten onrechte heeft geconcludeerd dat het gedrag ertoe strekte de mededinging te beperken en geen mededingingsbeperkend gevolg heeft aangetoond. In dit verband betoogt verzoeker dat:
|
2) |
Schending van essentiële procedurele vereisten, ontbreken van motivering, schending van het recht van verdediging en kennelijke beoordelingsfout, aangezien de Commissie heeft nagelaten om met de vereiste nauwkeurigheid de omvang en de parameters vast te stellen van het gedrag dat zogenaamd de enkele voortdurende inbreuk uitmaakt. |
3) |
Kennelijke beoordelingsfout, aangezien de Commissie heeft nagelaten om haar conclusie te staven met betrouwbaar bewijsmateriaal en om de feiten waarop zij haar bevindingen heeft gebaseerd rechtens genoegzaam te bewijzen. In dit verband betoogt verzoekster dat:
|
4) |
De Commissie gaf blijk van een onjuiste rechtsopvatting door zich ten onrechte territoriaal bevoegd te verklaren voor de gestelde mededingingsbeperkende afstemming inzake vluchten van luchthavens in derde landen naar luchthavens binnen de EER („inkomende vluchten”). Verzoekster is van mening dat dergelijke activiteiten buiten de territoriale werkingssfeer van artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst vallen. |
5) |
Kennelijke beoordelingsfout en schending van het evenredigheidsbeginsel, aangevoerd in het kader van de herziening van de geldboete op grond van de volledige rechtsmacht van het Hof. In dit verband betoogt verzoekster dat:
|
(1) Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB 2003, L 1, blz. 1).