This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CN0160
Case C-160/11: Reference for a preliminary ruling from the Naczelny Sąd Administracyjny (Republic of Poland) lodged on 1 April 2011 — Bawaria Motors Spółka z o.o. and Minister Finansów
Zaak C-160/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Republiek Polen) op 1 april 2011 — Bawaria Motors Spółka z o.o. en Minister Finansów
Zaak C-160/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Republiek Polen) op 1 april 2011 — Bawaria Motors Spółka z o.o. en Minister Finansów
PB C 204 van 9.7.2011, p. 13–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.7.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 204/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Republiek Polen) op 1 april 2011 — Bawaria Motors Spółka z o.o. en Minister Finansów
(Zaak C-160/11)
2011/C 204/25
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Bawaria Motors Spółka z o.o., Minister Finansów
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 313, lid 1, en 314 in samenhang met de artikelen 136 en 315 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), aldus worden uitgelegd dat op grond daarvan de bijzondere winstmargeregeling voor belastingplichtige wederverkopers bij leveringen van gebruikte goederen ook dan mag worden toegepast, wanneer zij gekochte personen- en andere motorvoertuigen doorverkopen, waarop krachtens de nationale Poolse bepalingen van § 13, lid 1, punt 5, van het besluit van de Minister Finansów van 28 november 2008 tot uitvoering van enkele bepalingen van de btw-wet (Dz. U. nr. 212, poz. 1336, zoals gewijzigd) een vrijstelling is toegepast van de belasting op de levering van personen- en andere motorvoertuigen door belastingplichtigen, die bij de verwerving ervan alleen recht op gedeeltelijke aftrek van de btw overeenkomstig artikel 86, lid 3, van de wet van 11 maart 2004 inzake omzetbelasting (Dz. U. nr. 54, poz. 535, zoals gewijzigd; hierna: „btw-wet”) hadden, indien die personen- en motorvoertuigen gebruikte goederen waren in de zin van artikel 43, lid 2, van de btw-wet en artikel 311, lid 1, sub 1, van richtlijn 2006/112?
(1) PB L 347, blz. 1.