Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0492

    Zaak C-492/10: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 december 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Auβenstelle Linz — Oostenrijk) — Immobilien Linz GmbH & Co. KG/Finanzamt Freistadt Rohrbach Urfahr (Fiscale bepalingen — Richtlijn 69/335/EEG — Indirecte belastingen — Bijeenbrengen van kapitaal — Artikel 4, lid 2, sub b — Aan kapitaalrecht onderworpen verrichtingen — Vermeerdering van vennootschappelijk vermogen — Prestatie van vennoot — Overneming van geleden verliezen op grond van vóór intreden daarvan aangegane verbintenis)

    PB C 32 van 4.2.2012, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.2.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/11


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 december 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Auβenstelle Linz — Oostenrijk) — Immobilien Linz GmbH & Co. KG/Finanzamt Freistadt Rohrbach Urfahr

    (Zaak C-492/10) (1)

    (Fiscale bepalingen - Richtlijn 69/335/EEG - Indirecte belastingen - Bijeenbrengen van kapitaal - Artikel 4, lid 2, sub b - Aan kapitaalrecht onderworpen verrichtingen - Vermeerdering van vennootschappelijk vermogen - Prestatie van vennoot - Overneming van geleden verliezen op grond van vóór intreden daarvan aangegane verbintenis)

    2012/C 32/18

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Unabhängiger Finanzsenat, Auβenstelle Linz

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Immobilien Linz GmbH & Co. KG

    Verwerende partij: Finanzamt Freistadt Rohrbach Urfahr

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Unabhängiger Finanzsenat, Auβenstelle Linz — Uitlegging van artikel 4, lid 2, sub b, van richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 249, blz. 25) — Aan kapitaalrecht onderworpen handelingen — Vermeerdering van vennootschappelijk vermogen van kapitaalvennootschap — Eventuele opneming in dit vermogen van de verbintenis van een publiekrechtelijk lichaam dat de enige vennoot van deze vennootschap is, om de verliezen van deze vennootschap aan te zuiveren

    Dictum

    Artikel 4, lid 2, sub b, van richtlijn 69/335/EG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985, moet aldus worden uitgelegd dat de overneming van de verliezen van een vennootschap door een vennoot ter uitvoering van een verbintenis die deze vennoot vóór het ontstaan van die verliezen is aangegaan en die enkel de aanzuivering van deze verliezen dient te verzekeren, niet tot vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen van die vennootschap leidt.


    (1)  PB C 13 van 15.1.2011.


    Top