Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0495

    Zaak C-495/08: Beroep ingesteld op 14 november 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

    PB C 32 van 7.2.2009, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.2.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/17


    Beroep ingesteld op 14 november 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

    (Zaak C-495/08)

    (2009/C 32/27)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: P. Oliver en J.-B. Laignelot, gemachtigden)

    Verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

    Conclusies

    1.

    vaststellen dat het Verenigd Koninkrijk,

    door niet te bepalen dat individuele beslissingen om geen milieueffectbeoordeling te verrichten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van richtlijn 85/337/EEG (1), zoals gewijzigd, voldoende gemotiveerd moeten zijn, en

    door de aanvragen voor een herziening van de delfstoffenplanning die vóór 15 november 2000 in Wales zijn ingediend, niet te onderwerpen aan de vereisten van deze richtlijn,

    de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

    2.

    het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Volgens de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk is een motivering slechts vereist wanneer een milieueffectbeoordeling (MEB) noodzakelijk wordt geacht. Indien de relevante voor ruimtelijke ordening bevoegde instantie of de Secretary of State om welke reden ook tot de conclusie komen dat geen MEB noodzakelijk is, vereist de regeling niet dat die conclusie wordt gemotiveerd. De Commissie betoogt dat individuele beslissingen van de lidstaten om geen MEB te verrichten als bedoeld in artikel 4, leden 2 tot en met 4, van de richtlijn, voldoende moeten worden gemotiveerd.

    Voorts heeft het Verenigd Koninkrijk geen wetgeving vastgesteld in Wales die aanvragen voor een herziening van de delfstoffenplanning (Review of Mineral Planning; ROMP) aan de vereisten van de richtlijn zou onderwerpen.


    (1)  Richtlijn van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 175, blz. 40).


    Top