Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0445

    Zaak C-445/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof Baden-Württemberg (Duitsland) op 9 oktober 2008 — Kurt Wierer/Land Baden-Württemberg

    PB C 32 van 7.2.2009, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.2.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/11


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof Baden-Württemberg (Duitsland) op 9 oktober 2008 — Kurt Wierer/Land Baden-Württemberg

    (Zaak C-445/08)

    (2009/C 32/19)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Verwaltungsgerichtshof Baden-Württemberg

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Kurt Wierer

    Verwerende partij: Land Baden-Württemberg

    Prejudiciële vragen

    1)

    Verzetten de door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de arresten van 26 juni 2008 (Wiedemann, C-329/06 en C-343/06, en Zerche, C-334/06-C-336/06) geformuleerde beginselen zich ertegen dat de nationale voor de afgifte van rijbewijzen bevoegde instanties en rechterlijke instanties van het gastland zich bij het onderzoek of de afgiftestaat ten tijde van de uitreiking van het rijbewijs de verblijfsvoorwaarde van artikel 9 van richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 (1) in acht heeft genomen, ten nadele van de houder van het rijbewijs baseren op de verklaringen en inlichtingen die hij tijdens de administratieve procedure of de procedure in rechte heeft verstrekt in het kader van een krachtens het nationale procesrecht op hem rustende medewerkingsplicht ter opheldering van de voor de beslissing relevante feiten?

    2)

    Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

    Verzetten de door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de arresten van 26 juni 2008 (Wiedemann, C-329/06 en C-343/06, en Zerche, C-334/06-C-336/06) geformuleerde beginselen zich ertegen dat de nationale voor de afgifte van rijbewijzen bevoegde instanties en rechterlijke instanties van het gastland bij het onderzoek of de afgiftestaat de verblijfsvoorwaarde van artikel 9 van richtlijn 91/439/EEG in acht heeft genomen, wanneer er concrete aanwijzingen bestaan dat daaraan ten tijde van de uitreiking niet was voldaan, uitsluitend in de afgiftestaat, bijvoorbeeld bij registratiediensten, verhuurders of werkgevers, verder onderzoek instellen en de daarbij vastgestelde feiten, voor zover het bewijskrachtige feiten betreft, alleen of tezamen met reeds door de afgiftestaat of de houder van het rijbewijs zelf verstrekte inlichtingen gebruiken?


    (1)  PB L 237, blz. 1.


    Top