EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0300

Zaak C-300/06: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 december 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Ursula Voß/Land Berlin (Artikel 141 EG — Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers — Ambtenaren — Overwerk — Indirecte discriminatie van vrouwelijke deeltijdwerkers)

PB C 22 van 26.1.2008, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 22/9


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 december 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Ursula Voß/Land Berlin

(Zaak C-300/06) (1)

(Artikel 141 EG - Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers - Ambtenaren - Overwerk - Indirecte discriminatie van vrouwelijke deeltijdwerkers)

(2008/C 22/16)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesverwaltungsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ursula Voß

Verwerende partij: Land Berlin

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesverwaltungsgericht — Uitlegging van artikel 141 EG-Verdrag — Nationale wetgeving die zowel voor vol- als deeltijders voorziet in lagere beloning voor overwerk dan voor normale arbeidsuren — Lagere beloning voor onderwijzeres die ambtenaar is en deeltijds werkt, maar ook overwerkt, dan beloning voor zelfde aantal als voltijder gepresteerde uren — Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers

Dictum

Artikel 141 EG dient aldus te worden uitgelegd, dat het zich verzet tegen een nationale regeling op het gebied van de bezoldiging van ambtenaren zoals de in het hoofdgeding centraal staande regeling, die enerzijds de overuren van zowel voltijdambtenaren als deeltijdambtenaren omschrijft als uren die buiten hun individuele arbeidstijd zijn gepresteerd, en anderzijds voor deze uren een lagere vergoeding toekent dan de vergoeding die wordt toegekend voor uren die binnen de individuele arbeidstijd worden gepresteerd, zodat deeltijdambtenaren minder goed worden betaald dan voltijdambtenaren voor de uren die zij buiten hun individuele arbeidstijd presteren tot het totale aantal uren dat een voltijdambtenaar in het kader van zijn arbeidstijd moet presteren, wanneer:

van alle werknemers die aan de betrokken regeling zijn onderworpen, een aanzienlijk hoger percentage vrouwelijke werknemers dan mannelijke werknemers wordt getroffen;

en

het verschil in behandeling niet wordt gerechtvaardigd door objectieve factoren die niets van doen hebben met een op het geslacht gebaseerde discriminatie.


(1)  PB C 96 van 22.04.2006.


Top