EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AE0259

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013 — Consumenten mondig maken, hun welzijn verbeteren en hun effectief bescherming bieden COM(2007) 99 final

PB C 162 van 25.6.2008, p. 20–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 162/20


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013 — Consumenten mondig maken, hun welzijn verbeteren en hun effectief bescherming bieden

COM(2007) 99 final

(2008/C 162/02)

De Europese Commissie heeft op 13 maart 2007 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 262 van het EG-Verdrag te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013 — Consumenten mondig maken, hun welzijn verbeteren en hun effectief bescherming bieden

De gespecialiseerde afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 31 januari 2008 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw Darmanin.

Het Comité heeft tijdens zijn op 13 en 14 februari 2008 gehouden 442e zitting (vergadering van 13 februari) het volgende advies uitgebracht, dat met 148 stemmen vóór en geen stemmen tegen, bij 5 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het EESC is ingenomen met de strategie voor de periode 2007-2013 en beschouwt deze als een veelbelovende stap voorwaarts op het gebied van consumentenbescherming. Het gaat om een ambitieus — zij het hier en daar ook vaag — plan, waarvan de doelstellingen volgens het EESC binnen het aangegeven tijdschema kunnen worden verwezenlijkt

1.1.1

Helaas is het budget van gemiddeld 22,7 miljard per jaar in de ogen van het EESC echter te laag om de in de strategie genoemde maatregelen te kunnen uitvoeren. De financiële middelen die de Commissie wil uittrekken, stroken duidelijk niet met het ambitieniveau van de strategie.

1.2

Hoewel de strategie een positieve inslag heeft en ambitieus is, zijn de teleurstellende resultaten die tot dusverre op het gebied van consumentenbeleid zijn geboekt, een veeg teken voor het welslagen ervan. Om de strategie tot een succes te maken moet er voor de nabije toekomst een dynamisch programma van de grond komen.

1.3

Voor de bescherming van de consument is wetgeving van cruciaal belang. De huidige wetgeving is evenwel niet flexibel, en daarom zou een eerlijke markt zeer belangrijk kunnen zijn voor consumenten en leveranciers. Als de markt niet goed werkt, is wetgeving onvermijdelijk. Waar nodig zou de Commissie ervoor moeten zorgen dat de wetgeving ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd en gehandhaafd, zonder dat al bestaande nationale regelingen ter bescherming van de consument hierbij op enigerlei wijze in het gedrang komen. Dit kan onder meer door de marktontwikkelingen beter in de gaten te houden, en om die reden zou de Commissie erop moeten toezien dat de micro- en macro-economische ontwikkelingen goed worden geanalyseerd. Wetgeving dient gehandhaafd en voortdurend geëvalueerd te worden. Bovendien moet de wetgeving eenvoudig en begrijpelijk zijn, met name omdat de meeste ondernemingen op de interne markt klein en middelgroot zijn.

1.3.1

De strategie moet niet alleen garanderen dat consumentenrechten worden gehandhaafd en dat wordt toegezien op deze handhaving, maar zou het in de lidstaten ook gemakkelijker moeten maken voor het bedrijfsleven en consumentenorganisaties om samen te werken en hun inspanningen te coördineren. Aangezien consumentenrechten uiteindelijk niet alleen door middel van wetgeving te regelen zijn, hebben consumenten er wat hun rechtsbescherming betreft vooral ook baat bij als deze partijen gezamenlijk naar hetzelfde doel toe werken.

1.4

Scholing van consumenten en detailhandelaren/dienstverleners is cruciaal voor de kennis en naleving van de wet, maar ook voor een verantwoorde en duurzame consumptie en productie.

1.5

In de periode 2007-2013 moet absoluut zorg worden gedragen voor het volgende:

Er moet meer gebruik worden gemaakt van technologie om op een correcte manier reclame te maken voor producten en diensten en hiervan op verantwoorde wijze gebruik te maken; steeds vaker kopen consumenten producten en diensten via internet, maar hun rechtspositie blijft hierbij onder de maat aangezien de wetgeving de snelle ontwikkelingen niet kan bijbenen.

Waar nodig moet de wet gehandhaafd worden; niet in alle lidstaten wordt de wet even goed gehandhaafd. De in dit opzicht minder goed presterende landen zouden zich moeten optrekken aan het niveau van de beter presterende landen.

Verhaalsmogelijkheden voor consumenten, zowel individueel als collectief; in hun eigen land en over de grens zouden consumenten zich op een gemakkelijke en efficiënte manier schadeloos moeten kunnen stellen. Collectieve verhaalsmogelijkheden zouden geharmoniseerd moeten worden, zodat groepen van individuele consumenten en ook (met name kleine en middelgrote) bedrijven hiervan gebruik kunnen maken.

De rechten van de consument moeten beschermd worden op internationale markten.

Consumentenbescherming moet deel uitmaken van alle EU-beleidsterreinen en de hele EU-wetgeving.

Bepaalde marktsectoren waar consumentenbescherming een absolute noodzaak is, moeten streng worden gecontroleerd.

2.   Inhoud van de strategie van de Commissie

2.1

In de strategie staat wat er de komende tijd dient te gebeuren. In dit verband is het vooral van belang dat consumenten door de ontwikkelingen op de markten voor diensten en producten mondiger zijn geworden. Gevolg van een en ander kan echter wel zijn dat er een nog scherpere tweedeling ontstaat tussen enerzijds consumenten die over de nodige kennis en financiële armslag beschikken, en anderzijds consumenten wier positie zwakker is. Overigens is het niet zo dat het welzijn van consumenten door de grotere mondigheid van de consument is toegenomen; het consumentenvertrouwen mag dan ook zeker niet worden aangetast. Verder moeten — met name kleine en middelgrote — bedrijven in staat worden gesteld om de manier waarop zij hun producten of diensten aan de man brengen, aan de technologische ontwikkelingen aan te passen en dus meer gebruik te maken van internet en van gerichte dienstverlening aan de consument.

2.2

De doelstellingen van de strategie, die in 2013 moeten zijn verwezenlijkt, luiden als volgt:

De Europese consument mondig maken door middel van correcte en relevante informatie, eerlijke contracten en verhaalsmogelijkheden; dit wordt gezien als hét middel om ervoor te zorgen dat consumenten tevreden zijn en tegelijkertijd het concurrentievermogen toeneemt.

Het welzijn van de Europese consument verbeteren uit het oogpunt van prijs, keuze, kwaliteit, betaalbaarheid en veiligheid. Het consumentenwelzijn is de hoeksteen van goed werkende markten.

De consument doeltreffend beschermen tegen ernstige risico's en bedreigingen, vooral als hij daar als individu machteloos tegenover staat.

Men gaat ervan uitgaan dat de verwezenlijking van deze doelstellingen van essentieel belang is voor de groei van de interne markt.

2.3

Deze doelstellingen moeten worden verwezenlijkt binnen het rechtskader voor de uitgaven voor het consumentenbeleid, zodat de bescherming van de consument gewaarborgd is en voor de toepassing van consumentenbeschermingsvoorschriften wordt gezorgd, met name door samenwerking bij de handhaving, informatie, educatie en verhaalsmogelijkheden.

2.4

De prioriteiten luiden daarom als volgt:

betere monitoring van de consumentenmarkten en het consumentenbeleid van de lidstaten;

betere regelgeving inzake consumentenbescherming;

betere handhaving en verhaalsmogelijkheden;

beter geïnformeerde en onderlegde consumenten;

de consument centraal stellen in andere beleidsonderdelen en regelgeving van de EU.

Elke prioriteit gaat vergezeld van een aantal maatregelen, waarvan een aantal door het EESC in het hoofdstuk „Specifieke opmerkingen” van commentaar wordt voorzien.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Het EESC is ingenomen met de consumentenstrategie voor de periode 2007-2013 en kan zich geheel en al vinden in de duidelijk verwoorde opvatting van de Commissie dat consumenten- vertrouwen en -bescherming cruciaal zijn voor een gezonde en bloeiende interne markt. Wel moet aandacht worden besteed aan geslaagde voorbeelden in de EU met betrekking tot zelfregulering en coregulering en aan gedragscodes.

3.1.1

Voor het EESC houdt het consumentenbeleid echter niet op bij de voltooiing van de interne markt. Integendeel, zoals de Commissie terecht schrijft in de mededeling „Een interne markt voor het Europa van de 21ste eeuw” (COM(2007) 724 final) moet de interne markt de belangen van de consument dienen.

3.1.2

De Commissie zou met haar beleid moeten toewerken naar transparante markten en een sterkere interne markt. Ook zou zij ervoor moeten zorgen dat het consumentenbeleid en efficiënt functioneren van de markt ten goede komt en goed is voor de economie, de werkgelegenheid en het welzijn van consumenten.

3.2

De problemen met de interne markt die de Commissie beschrijft, bestaan werkelijk en moeten worden aangepakt, iets wat zij ook met haar strategie van plan is. Maar er liggen nog twee andere taken voor de Commissie: nationale maatregelen moeten daadwerkelijk geharmoniseerd worden en alle DG's van de Commissie moeten in hun beleid altijd het welzijn van de consument in het oog houden.

3.3

De strategie voor de periode 2007-2013 is een belangrijke en veelbelovende stap voorwaarts en veel beter van opzet dan de vorige strategie op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (COM(2005) 115 final), waarover door het EESC eveneens advies is uitgebracht (1).

3.4

Het EESC is bang dat het voorstel wellicht niet goed zal aansluiten op al eerder goedgekeurde EU-maatregelen, terwijl het juist belangrijk is dat het samenhangt met operationele doelstellingen en met het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (2).

3.5

De doelstellingen zijn overdreven ambitieus en hier en daar nogal vaag, maar niettemin verwacht het EESC wel dat ze binnen het aangegeven tijdschema en zoveel mogelijk in overeenstemming met de belangen van consumenten en met een goede werking van de interne markt zullen worden verwezenlijkt.

3.6

De Commissie is weliswaar al begonnen met de uitvoering van haar beleid, bijvoorbeeld door het Groenboek over de herziening van het consumentenacquis te publiceren, maar zou er goed aan doen om nu ook snel de herziening van specifieke richtlijnen ter hand te nemen. De onlangs gepubliceerde mededelingen over de tenuitvoerlegging van de Richtlijn inzake op afstand gesloten overeenkomsten (COM(2006) 514 final van 21-9-2006) en van de Richtlijn betreffende garanties voor consumptiegoederen en de mogelijkheid om producenten rechtstreeks aansprakelijk te stellen (COM(2007) 210 final), alsmede over het aanbrengen van wijzigingen in de Timeshare-richtlijn (2007) zijn in zoverre een teleurstelling dat niet alle problemen die in verband met deze diensten bestaan, erdoor worden opgelost. Bovendien komen ze de uitvoering van de EU-strategie voor het consumentenbeleid niet ten goede.

3.6.1

Het EESC kijkt uit naar het voorstel voor een kaderrichtlijn betreffende de contractuele rechten van de consument dat de Commissie in haar wetgevings- en werkprogramma voor 2008 (COM(2007) 640 final) heeft aangekondigd. Zodra het is goedgekeurd zal het EESC er zijn licht over laten schijnen, waarbij het speciaal zal ingaan op de toepassing van de beginselen inzake de vereenvoudiging van de EU-wetgeving.

3.7

Het EESC is alleen voorstander van volledige harmonisatie van het consumentenrecht als het belangrijkste doel hiervan de voltooiing van de interne markt is. Deze harmonisatie mag echter niet ten koste gaan van bestaande nationale consumentenrechten, maar zal deze moeten versterken, waardoor grensoverschrijdende aankopen worden gestimuleerd. Daar varen zowel consumenten als detailhandelaren/dienstverleners wel bij. Zorgen voor een juiste mate van consumentenbescherming is niet alleen een zaak van de lidstaten; ook op EU-niveau zal naar een werkelijke marktintegratie moeten worden gestreefd.

3.8

Het EESC is ingenomen met de maatregelen die de Commissie voorstelt om de prioriteiten van de consumentenstrategie uit te voeren. DG Consumentenbescherming heeft maar weinig (financiële en menselijke) hulpmiddelen, wat de verwezenlijking van zijn doelstellingen er niet gemakkelijker op maakt. Bovendien is een budget van gemiddeld 22,7 miljoen euro per jaar voor de consumentenstrategie helaas te laag om de maatregelen te kunnen uitvoeren.

3.8.1

Bij het vorige programma bleek dat te veel onderdelen van de plannen mede door gebrek aan personeel niet konden worden uitgevoerd. Overigens was het jaarlijkse budget toen groter dan het budget dat is vastgesteld voor de huidige periode, waarin de doelstellingen minder ambitieus zijn.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1

Betere monitoring van de markt. Het EESC staat achter de maatregelen die de Commissie in het kader van deze prioriteit voorstelt om een beter zicht op de markt te krijgen. Wel zou de Commissie naar innovatieve manieren moeten zoeken om de ervaringen en gevoelens van de consument in kaart te brengen. Ook zou zij er waarschijnlijk goed aan doen om met een macro-economische benadering te onderzoeken welke ervaringen consumenten in de lidstaten hebben opgedaan, waarbij ze zich zou moeten concentreren op concrete problemen en de oplossingen die daarvoor gevonden zijn. Ten slotte zouden — met name kleine en middelgrote — bedrijven voor de inzameling van marktgegevens niet mogen worden belast met nog meer rompslomp dan nu al het geval is.

4.2

Betere regelgeving inzake consumentenbescherming. Bij initiatieven die in dit verband worden ontplooid moet goed worden gekeken naar het effect van de elektronische handel en de digitale ontwikkelingen op de rechten van de consument. De rechten en plichten in de digitale wereld dienen daarom duidelijk te worden vastgesteld. Ook moet worden voorkomen dat bepaalde groepen consumenten door de digitale kloof geen gebruik kunnen maken van bepaalde diensten, want dat zou alleen maar tot nog meer kwetsbare consumenten leiden.

4.3

Betere handhaving en verhaalsmogelijkheden. Handhaving is zeker nodig om te garanderen dat het beleid wordt uitgevoerd, waarbij de Commissie en de lidstaten absoluut moeten samenwerken. De collectieve verhaalsmogelijkheden die de Commissie voorstelt, kunnen op bijval van het EESC rekenen. Op die manier worden problemen die voor de individuele consument niet zijn op te lossen, toch aangepakt.

4.4

Beter geïnformeerde en onderlegde consumenten. Onderwijs en informatie zijn van essentieel belang voor de bescherming van de consument. Wat de informatievoorziening aan de consument betreft, is het ECC-netwerk een grote stap vooruit. Maar de Commissie zou ook naar nieuwe, creatieve manieren moeten zoeken om met consumenten te communiceren op een toon die hun aanspreekt.

4.5

Verantwoorde en duurzame consumptie. Consumenten moeten niet alleen goed geïnformeerd worden, maar ook verantwoord consumeren. De Commissie wil malafide handelaren/dienstverleners terecht buitenspel zetten, maar bedrijven en handelaren verwachten op hun beurt dat consumenten verantwoord consumeren. Verder zou duurzame consumptie een belangrijke rol moeten gaan spelen op de interne markt. Zowel handelaren/dienstverleners als consumenten zouden een beter idee moeten krijgen van wat duurzame consumptie precies is en zich daarnaar moeten gedragen.

4.6

Consumentenbescherming moet onderdeel worden van alle EU-beleidsterreinen en van de hele EU-wetgeving. De maatregelen die de Commissie voorstelt, zoals de aanstelling van contactpersonen voor consumenten in de DG's, zijn toe te juichen en zullen er zeker voor zorgen dat deze prioriteit wordt verwezenlijkt. Alle DG's zouden jaarlijks verslag moeten uitbrengen over de integratie van het consumentenbeleid in hun specifieke beleidsterrein. Wat dat betreft is het goed dat lid 2 van artikel 153 in de algemene bepalingen is opgenomen (nieuw artikel 12 van het hervormingsverdrag).

4.7

Betere consumentenbescherming op internationale markten. Ook op de internationale markt moeten consumenten beschermd worden. Het gaat hierbij niet alleen om de veiligheid van producten — een onderwerp dat voor EU-consumenten aan belang wint — maar ook om bescherming in verband met vooral via internet verkochte diensten/producten die problemen opleveren voor consumenten.

4.8

Het doel van de Commissie is ervoor te zorgen dat het beleid inzake diensten van algemeen belang hand in hand gaat met passende maatregelen voor de consument. Het EESC gaat ervan uit dat de Commissie het eens is met het standpunt dat het in diverse adviezen over diensten van algemeen belang en universele dienstverlening heeft uitgedragen en dat aansluit bij het nieuwe protocol inzake diensten van algemeen belang in het Verdrag van Lissabon.

4.9

Samenwerking tussen bedrijfsleven en consumentenorganisaties. Los van wetgeving en de handhaving hiervan is de consument vooral gebaat bij samenwerking tussen deze twee partijen. Deze samenwerking moet dan ook gemakkelijker worden gemaakt. Goede voorbeelden uit lidstaten waar deze samenwerking al volgens bepaalde gedragscodes plaatsvindt, zouden in de hele EU moeten worden toegepast.

Brussel, 13 februari 2008

De voorzitter van het

Europees Economisch en Sociaal Comité

D. DIMITRIADIS


(1)  PB C 88 van 11-4-2006, INT/271 — rapporteur: Pegado Liz.

(2)  Besluit 1926/2006/EG van 18 december 2006 — PB L 404 van 30-12-2006, blz. 39.


Top