Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0711

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/711 van de Commissie van 30 maart 2023 tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    C/2023/1919

    PB L 93 van 31.3.2023, p. 84–87 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 16/07/2024: This act has been changed. Current consolidated version: 04/05/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/711/oj

    31.3.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 93/84


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/711 VAN DE COMMISSIE

    van 30 maart 2023

    tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1),

    Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 van de Commissie van 12 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2), en met name artikel 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   GELDENDE MAATREGELEN

    (1)

    Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (“de oorspronkelijke verordening”) een definitief antidumpingrecht ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“het betrokken product”) dat in de Unie wordt ingevoerd (3).

    (2)

    Op 12 juli 2019 heeft de Commissie, na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 (“de basisverordening”) de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 met nog eens vijf jaar verlengd.

    (3)

    Op 28 november 2019 heeft de Commissie, na een onderzoek naar ontwijking op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 (4).

    (4)

    In het kader van het oorspronkelijke onderzoek werd overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2016/1036 een steekproef van de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China (“de VRC”) samengesteld.

    (5)

    De Commissie had voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs uit de VRC individuele antidumpingrechten variërend van 13,1 % tot 18,3 % op tafel- en keukengerei van keramiek ingesteld. Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen, werd een recht van 17,9 % ingesteld. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131, bevat een lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs. Voorts werd een voor het gehele land geldend recht van 36,1 % ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek afkomstig van ondernemingen in de VRC die zich niet kenbaar hadden gemaakt of die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt.

    (6)

    Volgens artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 kan de Commissie bijlage I bij die verordening wijzigen door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen of waaraan geen individuele behandeling is toegekend, namelijk het gewogen gemiddelde recht van 17,9 %, wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

    a)

    hij het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (“het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

    b)

    hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de VRC voor wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, en

    c)

    hij het betrokken product na het verstrijken van het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren.

    B.   VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

    (7)

    Op 12 augustus 2020 heeft Linyi Hongshun Porcelain Co., Ltd (“Linyi Hongshun” of “de indiener van het verzoek”) bij de Commissie een verzoek ingediend om behandeling als nieuwe producent-exporteur (“BNPE”) en bijgevolg om toepassing van het recht dat geldt voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in de VRC, namelijk 17,9 %, met als argument dat aan de drie voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 was voldaan.

    (8)

    Om te bepalen of de indiener van het verzoek voldeed aan de voorwaarden voor een BNPE zoals vastgelegd in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 (“de BNPE-voorwaarden”), heeft de Commissie de indiener van het verzoek eerst een vragenlijst toegezonden met het verzoek om aan te tonen dat hij aan die voorwaarden voldeed.

    (9)

    Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt.

    (10)

    De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed. Daartoe heeft zij het door de indiener van het verzoek in zijn antwoorden op de vragenlijst verstrekte bewijsmateriaal geanalyseerd, verschillende websites, waaronder die van de indiener van het verzoek en Qichacha (5), geraadpleegd en informatie over de onderneming getoetst aan de in eerdere zaken verstrekte informatie. Tegelijkertijd heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie geïnformeerd over het verzoek van de indiener van het verzoek en deze verzocht indien nodig opmerkingen in te dienen. De bedrijfstak van de Unie heeft opmerkingen over het verzoek ingediend.

    (11)

    Op 28 september 2022 werd de indiener van het verzoek in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie aanvankelijk had voorgesteld zijn verzoek om BNPE af te wijzen, en de indiener van het verzoek werd in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken.

    (12)

    Op 17 oktober 2022 heeft de indiener van het verzoek nadere informatie verstrekt over de voorwaarde van artikel 2, punt b). Dit leidde tot een nadere analyse van de vraag of de indiener van het verzoek al dan niet aan deze voorwaarde voldeed, zoals uiteengezet in de overwegingen 14 tot en met 17.

    C.   ANALYSE VAN HET VERZOEK

    (13)

    De Commissie heeft tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek aan de in artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde heeft voldaan en het betrokken product gedurende het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek dus niet naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek is in 2004 opgericht. In het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek heeft de indiener van het verzoek het betrokken product geproduceerd en verkocht op de binnenlandse markt en in niet-EU-landen. De indiener van het verzoek verstrekte een verkoopregister voor het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, waaruit bleek dat in dit tijdvak alleen verkopen op de binnenlandse markt en in niet-EU-landen plaatsvonden.

    (14)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent op wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek verbonden was met de Chinese exporteur Linyi Goldfuture. Ook werd vastgesteld dat Linyi Goldfuture het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek naar de EU uitvoerde.

    (15)

    Uit opmerkingen die na de mededeling van feiten en overwegingen werden ontvangen, bleek bij het onderzoek echter ook dat de onderneming Linyi Goldfuture een handelaar was en niet verbonden was met een andere producent of producent-exporteur dan de indiener van het verzoek. Het door Linyi Goldfuture naar de EU uitgevoerde betrokken product werd vervaardigd door een onafhankelijke Chinese producent. Bovendien werd Linyi Goldfuture opgericht in augustus 2012, dus na het oorspronkelijke onderzoektijdvak. Op basis hiervan heeft de Commissie vastgesteld dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent op wie het recht van toepassing is en die aan het oorspronkelijke onderzoek had kunnen meewerken. De indiener van het verzoek voldeed dan ook aan deze voorwaarde.

    (16)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek producten naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek heeft e-mailverkeer met een klant in de EU, pro-formafacturen en handelsfacturen, paklijsten, cognossementen, douaneaangifteformulieren en betalingsbewijzen ingediend voor verschillende bestellingen die tussen 2017 en 2020 door in de EU gevestigde ondernemingen zijn geplaatst. De indiener van het verzoek voldoet dan ook aan deze voorwaarde.

    (17)

    Bijgevolg voldeed de indiener van het verzoek aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 voor een BNPE, zodat het verzoek moet worden ingewilligd. Voor de indiener van het verzoek moet dan ook het antidumpingrecht van 17,9 % voor niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen gelden.

    D.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

    (18)

    De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen aan de indiener van het verzoek toe te kennen.

    (19)

    De partijen zijn op 28 september 2022 in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. De indiener van het verzoek diende opmerkingen in zoals vermeld in overweging 12 en voerde aan dat de onderneming Linyi Goldfuture een exporteur en geen producent is, die pas na het oorspronkelijke onderzoektijdvak is opgericht, en dat de relatie van Linyi Goldfuture met de indiener van het verzoek daarom geen invloed had op de bevindingen in het kader van de tweede bnp-voorwaarde. Gezien de wijziging van de bevindingen heeft de Commissie de partijen de mogelijkheid geboden om opmerkingen over een herzien algemeen informatiedocument in te dienen. Er werden geen opmerkingen ontvangen.

    (20)

    Deze verordening is in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage 1 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 wordt de volgende onderneming toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen:

    Onderneming

    Aanvullende Taric-code

    “Linyi Hongshun Porcelain Co., Ltd.

    899C”

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 maart 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)   PB L 189 van 15.7.2019, blz. 8.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 van de Commissie van 28 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 139).

    (5)  Qichacha is een particuliere databank met winstoogmerk in Chinese handen, die aan consumenten/beroepsbeoefenaars bedrijfsgegevens, kredietinformatie en analyses over in China gevestigde particuliere en openbare ondernemingen verstrekt.


    Top