EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R1975
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/1975 of 31 October 2019 amending Implementing Regulation (EU) 2015/220 laying down rules for the application of Council Regulation (EC) No 1217/2009 setting up a network for the collection of accountancy data on the incomes and business operation of agricultural holdings in the European Union
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1975 van de Commissie van 31 oktober 2019 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1975 van de Commissie van 31 oktober 2019 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie
PB L 308 van 29.11.2019, p. 4–39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
29.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1975 VAN DE COMMISSIE
van 31 oktober 2019
houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (1), en met name artikel 5, lid 1, derde alinea, artikel 5 bis, lid 2, artikel 5 ter, lid 7, artikel 6, lid 5, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, derde en vierde alinea, en artikel 19, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Vanwege de vaststelling van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 van de Commissie (3), waarbij de geïntegreerde landbouwstatistieken (IFS) zijn ingevoerd, moet de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven zoals vervat in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie (4), worden aangepast. |
(2) |
De productierichting en de economische bedrijfsomvang moeten worden bepaald aan de hand van een economisch criterium. Daartoe moet de in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde standaardopbrengst worden gebruikt en het concept “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden ingevoerd. Deze standaardopbrengstcoëfficiënten moeten worden vastgesteld per product en overeenkomstig de lijst van variabelen van de IFS zoals vervat in bijlage III bij Verordening (EU) 2018/1091 en omschreven in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874, en er moet een tabel van overeenstemming tussen de variabelen van de IFS en de rubrieken van het bedrijfsformulier van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (“ILB”) worden opgesteld. De relevante producten waarvoor een standaardopbrengstcoëfficiënt vereist is, moeten niet worden gespecificeerd in Verordening (EU) 2018/1091, maar in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220. |
(3) |
De artikelen 11 tot en met 14 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevatten gedetailleerde procedures voor de forfaitaire vergoeding. Om de werkzaamheden van het boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Unie te vergemakkelijken, moeten de verplichtingen in het kader van het naar behoren invullen van de bedrijfsformulieren en in het kader van de forfaitaire vergoeding worden verduidelijkt. Daarnaast moet overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 nader worden bepaald dat de kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen een zaak van de lidstaten zijn. |
(4) |
Omwille van een eerdere beschikbaarheid, de volledigheid en de kwaliteit van de door de lidstaten in te dienen boekhoudkundige gegevens zijn de termijnen voor de toezending van de gegevens en de procedure voor de betaling van de forfaitaire vergoeding door de Commissie geëvalueerd en er is gebleken dat deze moeten worden gewijzigd. Ze worden gekoppeld aan de termijn van levering en de volledigheid van de aan de Commissie toegezonden ILB-gegevens. |
(5) |
Naar aanleiding van het verzoek van Tsjechië en Denemarken om het aantal bedrijven met boekhouding en de drempelwaarde van de economische omvang vanwege structurele wijzigingen in de landbouw te wijzigen, moet het die lidstaten worden toegestaan hun keuzeschema of drempelwaarde van de economische omvang voor het boekjaar 2020 te herzien en het aantal bedrijven met boekhouding dienovereenkomstig te herverdelen of aan te passen. |
(6) |
Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevat een tabel van overeenstemming tussen Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 en de ILB-bedrijfsformulieren. In deze bijlage moeten de termen “standaardopbrengst” en “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden gedefinieerd. De overeenstemmingstabel van die bijlage moet in lijn worden gebracht met de omschrijving van variabelen in Verordening (EU) 2018/1091 en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874. |
(7) |
In bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 moet de wijze van berekening van de “standaardopbrengst” en de “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden gedefinieerd. De lidstaten moeten deze berekenen voor elk relevant product en voor elke regio. De lidstaten moeten worden verplicht om hun methodiek(en) voor de berekening van hun standaardopbrengstcoëfficiënten in te dienen bij de Commissie, zodat mogelijke fouten worden voorkomen en de basis wordt gelegd voor de discussie over een gemeenschappelijke methodiek. |
(8) |
Bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevat de vorm en opmaak van de in de bedrijfsformulieren opgenomen boekhoudkundige gegevens. Duidelijkheidshalve moet die bijlage worden aangepast vanwege de afschaffing van de suikerquota en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de kennisgevingsverplichtingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (5), vanwege de noodzaak om de afschrijving op “Biologische activa — gewassen” aan te passen aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen, vanwege de noodzaak om de namen van de standaardopbrengstcoëfficiënten aan te passen aan de namen die in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 worden gebruikt, en vanwege de nieuwe codes die bij Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad (6) zijn ingevoerd. |
(9) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
Gezien de aard van de wijzigingen moet deze verordening met ingang van boekjaar 2020 van toepassing zijn. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 6 wordt vervangen door: “Artikel 6 Standaardopbrengstcoëfficiënt en totale standaardopbrengst van een bedrijf 1. De methode voor de berekening van de standaardopbrengstcoëfficiënt van elk kenmerkend onderdeel als bedoeld in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, en de procedure voor het verzamelen van de overeenkomstige gegevens zijn vastgesteld in de bijlagen IV en VI bij de onderhavige verordening. De standaardopbrengstcoëfficiënt van de verschillende kenmerkende onderdelen van een bedrijf als bedoeld in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt vastgesteld voor de gewas- en veekenmerken als vermeld in bijlage IV, deel B, punt I, bij de onderhavige verordening en voor elke geografische eenheid als bedoeld in bijlage VI, punt 2, onder b), bij de onderhavige verordening. 2. De totale standaardopbrengst van een bedrijf wordt berekend door de standaardopbrengstcoëfficiënt van elke gewas- en veevariabele te vermenigvuldigen met het desbetreffende aantal eenheden.”. |
2) |
Aan artikel 11 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd: “Bureaus voor bedrijfsboekhouding en administratieve diensten die taken van deze bureaus uitvoeren, zijn ervoor verantwoordelijk dat de bedrijfsformulieren naar behoren en tijdig worden ingevuld, zodat ze binnen de in artikel 14, leden 3 en 4, van deze verordening genoemde termijnen kunnen worden ingediend bij de verbindingsorganen.”. |
3) |
Aan artikel 13 worden de volgende derde, vierde en vijfde alinea toegevoegd: “De forfaitaire vergoeding vormt een bijdrage in de kosten voor het naar behoren invullen van de bedrijfsformulieren en voor verbeteringen van de termijnen, processen, systemen en procedures voor de gegevenslevering en van de algehele kwaliteit van de bedrijfsformulieren, met name door de bureaus voor bedrijfsboekhouding en administratieve diensten die taken van deze bureaus ter zake uitvoeren. De forfaitaire vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor het in aanmerking komende aantal naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren dat aan de Commissie is toegezonden, valt onder de middelen van de lidstaat en niet meer onder de middelen van de Unie. De financiering van de kosten voor de oprichting en werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen is een zaak van de lidstaten.”. |
4) |
In artikel 14, lid 4, wordt de eerste alinea vervangen door: “4. Aan de verhoging van de forfaitaire vergoeding op grond van lid 3, onder a) en b), kan 2 EUR worden toegevoegd voor het boekjaar 2018, 5 EUR voor de boekjaren 2019 en 2020 en 10 EUR vanaf het boekjaar 2021 indien de boekhoudkundige gegevens door de Commissie overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, onder b), van deze verordening zijn geverifieerd en worden geacht naar behoren te zijn ingevuld overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, hetzij op het moment van de indiening ervan bij de Commissie, of binnen veertig werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie de indienende lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat de ingediende boekhoudkundige gegevens niet naar behoren zijn ingevuld.”. |
5) |
De bijlagen I, II, IV, VI en VIII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van het boekjaar 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27.
(2) Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 van de Commissie van 29 november 2018 betreffende de gegevens die voor 2020 moeten worden verstrekt uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011, met betrekking tot de lijst van variabelen en hun beschrijving (PB L 306 van 30.11.2018, blz. 14).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie van 3 februari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 46 van 19.2.2015, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).
(6) Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1307/2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en (EU) nr. 652/2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal (PB L 350 van 29.12.2017, blz. 15).
BIJLAGE
De bijlagen I, II, IV, VI en VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 worden als volgt gewijzigd:
(1) |
in bijlage I worden de vermeldingen betreffende Tsjechië en Denemarken vervangen door:
|
(2) |
in bijlage II worden de vermeldingen betreffende Tsjechië en Denemarken vervangen door:
|
(3) |
bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
(4) |
Bijlage VI wordt vervangen door: “BIJLAGE VI STANDAARDOPBRENGSTCOËFFICIËNTEN (SOC’S) ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6 1. DEFINITIE EN WIJZE VAN BEREKENING VAN DE SOC’s
2. UITSPLITSING VAN DE SOC’s
3. VERZAMELING VAN GEGEVENS VOOR DE BEPALING VAN DE SOC’s
4. UITVOERING De lidstaten hebben tot taak overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage de basisgegevens voor de berekening van de SOC’s te verzamelen, de SOC’s te berekenen en in EUR om te rekenen en in voorkomend geval de voor de toepassing van de actualisatiemethode benodigde gegevens te verzamelen. Met het oog op een harmonisatie van de SO-berekeningsmethodiek moeten de lidstaten hun verzamelings- en berekeningsmethodiek bij de Commissie indienen en zo nodig nader toelichten. 5. BEHANDELING VAN BIJZONDERE GEVALLEN Voor de berekening van de SOC’s voor bepaalde variabelen en voor de berekening van de totale SO van het bedrijf gelden de volgende bijzondere voorschriften:
(*1) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 321 van 7.11.2014, blz. 2)." (*2) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1)." |
(5) |
bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
(*1) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 321 van 7.11.2014, blz. 2).
(*2) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).”
(1) De variabelen SO_CLND019 (andere hakvruchten, niet elders genoemd), SO_CLND037 (groen geoogste akkerbouwgewassen), SO_CLND049 (braakland), SO_CLND073_085 (tuinen voor eigen gebruik en andere OCG onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking, niet elders genoemd), SO_CLND051 (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst), SO_CLND052 (weiden met geringe opbrengst), SO_CLND053 (blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt), SO_CLVS001 (mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan een jaar), SO_CLVS014 (andere schapen), SO_CLVS017 (andere geiten) en SO_CLVS018 (biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg) worden slechts onder bepaalde voorwaarden gebruikt (zie bijlage VI, punt 5).