Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0050

Verordening (EG) nr. 50/2004 van de Commissie van 9 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten, en tot afwijking van die verordening

PB L 7 van 13.1.2004, p. 9–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; stilzwijgende opheffing door 32020R0760

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/50/oj

32004R0050

Verordening (EG) nr. 50/2004 van de Commissie van 9 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten, en tot afwijking van die verordening

Publicatieblad Nr. L 007 van 13/01/2004 blz. 0009 - 0019


Verordening (EG) nr. 50/2004 van de Commissie

van 9 januari 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten, en tot afwijking van die verordening

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), en met name op artikel 26, lid 3, en artikel 29, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie(2) heeft met name betrekking op een jaarlijks contingent voor boter dat zonder onderverdeling is vastgesteld voor het hele jaar. Om ervoor te zorgen dat de invoer in het kader van dit contingent op een evenwichtige wijze over het contingentjaar kan worden gespreid moet, met het oog op een adequate voorziening van de interne markt, het betrokken contingent worden verdeeld in twee halfjaarlijkse tranches, waarbij rekening moet worden gehouden met de historische ontwikkeling van de invoer van het betrokken product gedurende de contingentperiode.

(2) Hoofdstuk I van Verordening (EG) nr. 2535/2001 heeft betrekking op contingenten die elk jaar in twee halfjaarlijkse tranches, in januari en in juli, worden toegewezen. Met het oog op de toetreding van tien nieuwe lidstaten op 1 mei 2004 moet ervoor worden gezorgd dat de marktdeelnemers van die landen met ingang van die datum gebruik kunnen maken van de communautaire contingenten. Daartoe moeten de in januari 2004 geopende hoeveelheden worden beperkt tot de hoeveelheden die overeenkomen met de periode januari tot en met april 2004. Deze opsplitsing hoeft evenwel niet te worden toegepast voor de contingenten die zijn vastgesteld voor het kalenderjaar, voorzover er voor de contingenten onderbenutting is geweest in de voorgaande periode.

(3) Bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 zijn onder meer de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de invoerregelingen in de sector melk en zuivelproducten waarin is voorzien bij de Europese overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en bepaalde Centraal- en Oost-Europese landen, anderzijds. Om de concessies die zijn vastgesteld bij Besluit 2003/452/EG van de Raad van 26 mei 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies(3), ten uitvoer te leggen, moeten sommige bestaande contingenten worden verhoogd.

(4) In artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2535/201 is bepaald dat de marktdeelnemer bepaalde gehalten op de invoeraangifte vermeldt, zodat inzicht kan worden verkregen in de samenstelling van de in het kader van de verschillende contingenten ingevoerde kaassoorten. Wanneer de aangegeven gehalten hoger zijn dan de in bijlage XIII van die verordening bepaalde gehalten, delen de bevoegde autoriteiten dit mee aan de Commissie. Sinds de invoering van deze verplichting vertonen de door de Commissie ontvangen mededelingen naar gelang van de soort en de herkomst van de kaas een zekere stabiliteit in de samenstelling van de ingevoerde kaas. De mededelingen veroorzaken een aanzienlijke werklast en genereren een groot aantal overgelegde documenten voor de douanediensten en de Commissie, terwijl in de meeste gevallen de overschrijdingen van de gehalten verwaarloosbaar zijn. Derhalve moeten de mededelingen worden beperkt tot gevallen waarin de gehalten abnormaal hoog zijn, door de gehalten van bijlage XIII aan te passen. Overigens is gebleken dat voor bepaalde kaassoorten het belang van mededelingen bij overschrijding van de gehalten van bijlage XIII te verwaarlozen is, omdat de variatie van de betrokken gehalten binnen de in de omschrijving van die producten in de Gecombineerde Nomenclatuur vastgestelde waarden vallen. Derhalve moeten de mededelingen voor de betrokken producten worden afgeschaft.

(5) Nieuw-Zeeland heeft de Commissie de gegevens betreffende de nieuwe instantie van afgifte meegedeeld. Daarom moet bijlage XII van Verordening (EG) nr. 2535/2001 worden bijgewerkt.

(6) Vanwege de nieuwe toetredingen op 1 mei 2004 moet worden bepaald dat de geldigheidsduur van de certificaten voor invoer van oorsprong uit de nieuwe lidstaten op 30 april 2004 afloopt. Daarom moet worden afgeweken van artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2535/2001.

(7) De verdeling in halfjaarlijkse tranches van het contingent voor boter als bedoeld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2535/2001 is van invloed op de snelheid waarmee de certificaten IMA 1 door de instantie van afgifte van het betrokken derde land worden afgegeven. Om de bevoegde autoriteiten van deze landen en de belanghebbende marktdeelnemers in staat te stellen kennis te nemen van deze wijziging voordat zij van toepassing wordt, en ter nakoming van de internationale verbintenissen van de Gemeenschap, moet worden voorzien in een voldoende ruime termijn tussen de bekendmaking van de verdeling van dat contingent en de inwerkingtreding ervan. Omdat de instanties van afgifte met ingang van 1 november 2003 certificaten IMA 1 hebben kunnen afgeven voor 2004, moet de afgifte worden toegestaan van de invoercertificaten voor alle certificaten IMA 1 die tot en met de dag voorafgaande aan die van de inwerkingtreding van de verdeling zijn afgegeven.

(8) Derhalve moet Verordening (EG) nr. 2535/2001 worden gewijzigd en moet van die verordening worden afgeweken.

(9) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 24, lid 2, wordt vervangen door:

"2. De toe te passen rechten en, voor de in lid 1, onder a), bedoelde invoer, de maximale per contingentperiode in te voeren hoeveelheden staan vermeld in bijlage III.".

2. Aan artikel 26, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor contingent nr. 09.4589 kunnen evenwel certificaten IMA 1 worden afgegeven:

a) vanaf 1 november van elk jaar, geldig met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar, voor hoeveelheden die niet groter zijn dan de in bijlage III, deel A, bedoelde maximumhoeveelheid voor de eerste contingentperiode van het jaar; aanvragen van invoercertificaten kunnen echter pas vanaf de eerste werkdag van januari worden ingediend;

b) vanaf 1 mei van elk jaar, geldig met ingang van 1 juli van dat jaar, voor de resterende hoeveelheden van de in bijlage III, deel A, bedoelde jaarlijkse hoeveelheid van het contingent; aanvragen van invoercertificaten kunnen echter pas vanaf de eerste werkdag van juli worden ingediend.".

3. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a) Deel A wordt vervangen door bijlage I van de onderhavige verordening.

b) In deel B worden de punten 5, 6 en 10 vervangen door bijlage II van de onderhavige verordening.

c) Deel F en deel H worden vervangen door bijlage III van de onderhavige verordening.

4. In bijlage III, deel A, worden de gegevens inzake contingent nr. 09.4589 vervangen door bijlage IV bij deze verordening.

5. In bijlage XII worden de gegevens betreffende de instantie van afgifte voor Nieuw-Zeeland vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

6. Bijlage XIII wordt vervangen door bijlage V van deze verordening.

Artikel 2

In afwijking van artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 loopt de geldigheidsduur van de certificaten af op 30 april 2004 voor:

a) de invoer in het kader van de in bijlage I, deel B, punten 1 tot en met 4 en 7 tot en met 10, bedoelde contingenten;

b) de invoer uit de nieuwe lidstaten in het kader van de in bijlage I, deel A, bedoelde contingenten.

Artikel 3

In afwijking van artikel 24, lid 2, en artikel 26, lid 2, kunnen voor 2004 voor contingent nr. 09.4589 invoercertificaten worden afgegeven na overlegging van een certificaat IMA 1 dat is afgegeven uiterlijk op de dag voorafgaande aan die waarop het bepaalde in artikel 1, punten 1 en 2, van toepassing wordt.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bepaalde in artikel 1, punten 1, 2 en 4, en in artikel 3 is van toepassing met ingang van de eenentwintigste dag volgende op die van de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bepaalde in artikel 1, punten 3, 5 en 6, en in artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1787/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 121).

(2) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2012/2003 (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 19).

(3) PB L 152 van 22.6.2003, blz. 22.

BIJLAGE I

"I.A

NIET NAAR LAND VAN OORSPRONG GESPECIFICEERDE TARIEFCONTINGENTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE II

"I.B

5. Producten van oorsprong uit Roemenië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. Producten van oorsprong uit Bulgarije

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10. Producten van oorsprong uit Slovenië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE III

"I.F

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE BIJLAGEN II EN III VAN DE OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN MET ZWITSERLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

I.H

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE I BIJ DE OVEREENKOMST MET HET KONINKRIJK NOORWEGEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE IV

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE V

"BIJLAGE XIII

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Top