2.
|
31992 L 0043: Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.07.1992, blz. 7), gewijzigd bij:
—
|
11994 N: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing van de Verdragen — Toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (PB C 241 van 29.8.1994, blz. 21),
|
—
|
12003 T: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing van de Verdragen — Toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33),
|
a)
|
Artikel 1, onder c), iii), wordt vervangen door:
„iii)
|
opmerkelijke voorbeelden zijn van één of meer van de volgende negen biogeografische regio's: Alpiene gebied, Atlantische zone, Zwarte-Zeegebied, boreale zone, continentale zone, Macaronesië, Middellandse-Zeegebied, Pannonisch gebied en steppengebied.”
|
|
b)
|
In artikel 4, lid 2, wordt „zeven” vervangen door „negen”.
|
c)
|
De bijlagen I en II worden vervangen door: „
BIJLAGE I
TYPEN NATUURLIJKE HABITATS VAN COMMUNAUTAIR BELANG VOOR DE INSTANDHOUDING WAARVAN AANWIJZING VAN SPECIALE BESCHERMINGSZONES VEREIST IS
Interpretatie
Aanwijzigingen voor de interpretatie van habitattypes vindt men in de „Interpretation Manual of European Union Habitats” zoals goedgekeurd door het Comité opgericht volgens art. 20 (Habitat Comité) en gepubliceerd door de Europese Commissie (1).
De code komt overeen met de code van NATURA 2000
Het „*” teken duidt een prioritair habitattype aan.
1. KUSTHABITATS EN HALOFYTENVEGETATIES
11. Mariene wateren en getijdengebieden
1110
|
Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken
|
1120
|
* Posidonia-velden (Posidonion oceanicae)
|
1130
|
Estuaria
|
1140
|
Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten
|
1150
|
* Kustlagunen
|
1160
|
Grote, ondiepe kreken en baaien
|
1170
|
Riffen
|
1180
|
Onderzeese structuren, ontstaan door het opborrelen van gassen
|
12. Kliffen en keienstranden
1210
|
Eenjarige vloedmerkvegetatie
|
1220
|
Meerjarige vegetatie van keienstranden
|
1230
|
Klifvegetatie van de Atlantische kust en de Oostzeekust
|
1240
|
Klifvegetatie van de Middellandse-Zeekust met endemische Limonium spp.
|
1250
|
Klifvegetatie van het Macaronesisch gebied
|
13. Atlantische en continentale kwelders en schorren
1310
|
Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten
|
1320
|
Schorren met slijkgrasvegetatie (Spartinion maritimae)
|
1330
|
Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)
|
1340
|
* Zoutmoerassen in het binnenland
|
14. Mediterrane en thermo-atlantische kwelders en schorren
1410
|
Mediterrane schorren (Juncetalia maritimi)
|
1420
|
Mediterrane en thermo-atlantische zoutminnende struikvegetaties (Sarcocornetea fructicosi)
|
1430
|
Zout- en stikstofminnende struikvegetaties (Pegano-Salsoletea)
|
15. Inlandse zout- en gipssteppen
1510
|
* Mediterrane zoutsteppen (Limonietalia)
|
1520
|
* Iberische gipsvegetaties (Gypsophiletalia)
|
1530
|
* Pannonische zoutsteppen en zoutmoerassen
|
16. Archipels, kusten en oprijzingsgebieden van de boreale Oostzee
1610
|
Esker-eilanden van de Oostzee met hun zandstrand-, keienstrand-, rotsvegetaties en de sublittorale vegetaties
|
1620
|
Eilandjes van de boreale Oostzee
|
1630
|
* Kustweiden van de boreale Oostzee
|
1640
|
Zandstranden met meerjarige vegetatie van de boreale Oostzee
|
1650
|
Smalle baaien van de boreale Oostzee
|
2. ZEEKUST- EN LANDDUINEN
21. Kustduinen van de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Oostzee
2110
|
Embryonale wandelende duinen
|
2120
|
Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria („witte duinen”)
|
2130
|
* Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie („grijze duinen”)
|
2140
|
* Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum
|
2150
|
* Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea)
|
2160
|
Duinen met Hippophaë rhamnoides
|
2170
|
Duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae)
|
2180
|
Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied
|
2190
|
Vochtige duinvalleien
|
21A0
|
Machairs (* in Ierland)
|
22. Kustduinen van de Middellandse Zeekust
2210
|
Vastgelegde kustduinen van Crucianellion maritimae
|
2220
|
Duinen met Euphorbia terracina
|
2230
|
Duingrasland van Malcolmietalia
|
2240
|
Duingrasland van Brachypodietalia en eenjarige planten
|
2250
|
* Littorale jeneverbesbosjes (Juniperus spp.)
|
2260
|
Sclerofiele duinvegetatie van het Cisto-Lavanduletalia
|
2270
|
* Duinbossen met Pinus pinea en/of Pinus pinaster
|
23. Oude, ontkalkte landduinen
2310
|
Psammofiele heide met Calluna en Genista
|
2320
|
Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum
|
2330
|
Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen
|
2340
|
* Pannonische binnenlandse duinen
|
3. ZOETWATERHABITATS
31. Stilstaande wateren
3110
|
Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten (Littorelletalia uniflorae)
|
3120
|
Mineraalarme oligotrofe wateren van de zandvlakten in het westelijke Middellandse-Zeegebied met Isoetes-soorten.
|
3130
|
Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of Isoëto-Nanojuncetea
|
3140
|
Kalkhoudende oligo-mesotrofe wateren met benthische Chara spp. vegetaties
|
3150
|
Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition
|
3160
|
Dystrofe natuurlijke poelen en meren
|
3170
|
* Niet-permanente poelen in het Middellandse-Zeegebied
|
3180
|
* Turloughs
|
3190
|
Gipskarstmeren
|
31A0
|
* Lotusvelden in warmwaterbronnen in Transsylvanië
|
32. Stromende wateren — delen van waterlopen met een natuurlijke of halfnatuurlijke dynamiek (kleine, middelgrote en grote beddingen) waarvan de waterkwaliteit niet significant aangetast is
3210
|
Natuurlijke rivieren van Fennoscandinavië
|
3220
|
Alpiene rivieren met oevervegetatie van kruidachtige planten
|
3230
|
Alpiene rivieren met houtige oevervegetatie met Myricaria germanica
|
3240
|
Alpiene rivieren met houtige oevervegetatie met Salix elaeagnos
|
3250
|
Continu stromende mediterrane rivieren met Glaucium flavum
|
3260
|
Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitantis en het Callitricho-Batrachion
|
3270
|
Rivieren met slikoevers met vegetaties behorend tot het Chenopodietum rubri p.p. en Bidention p.p.
|
3280
|
Continu stromende mediterrane rivieren behorend tot het Paspalo-Agrostidion met rivierbossen met Salix spp. en Populus alba
|
3290
|
Mediterrane rivieren met periodiek stromend water behorend tot het Paspalo-Agrostidion
|
4. HEIDE- EN STRUIKVEGETATIES VAN DE GEMATIGDE KLIMAATZONE
4010
|
Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix
|
4020
|
* Gematigde Zuid-Atlantische vochtige heide met Erica ciliaris en Erica tetralix
|
4030
|
Droge Europese heide
|
4040
|
* Littorale Atlantische droge heide met Erica vagans
|
4050
|
* De endemische heide van het Macaronesische gebied
|
4060
|
Alpiene en boreale heide
|
4070
|
* Duinbossen met Pinus mugo en/of Rhododendron hirsutum (Mugo-Rhododendretum hirsuti)
|
4080
|
Struikvegetaties van subarctische Salix spp.
|
4090
|
Endemische heide met Genista anglica in het montane Middellandse-Zeegebied
|
40A0
|
* Subcontinentale peri-Pannonische struikvegetatie
|
40B0
|
Potentilla fruticosa-kreupelbos in het Rhodope-gebergte
|
40C0
|
* Pontisch-Sarmatisch loofverliezend kreupelbos
|
5. THERMOFIEL STRUIKGEWAS (MATORRALS)
51. Submediterraan en gematigd struikgewas
5110
|
Stabiele xero-thermofiele formaties met Buxus sempervirens op rotshellingen (Berberidion p.p.)
|
5120
|
Bergformaties van Cytisus purgans
|
5130
|
Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland
|
5140
|
* Formaties van Cistus palhinhae op maritieme heide
|
52. Mediterrane matorrals met boomlaag
5210
|
Boomvormige matorrals met Juniperus ssp.
|
5220
|
* Boomvormige matorrals met Zyziphus
|
5230
|
* Boomvormige matorrals met Laurus nobilis
|
53. Thermo-mediterrane en halfsteppe-struikvegetaties
5310
|
Laurus nobilis-kreupelbos
|
5320
|
Lage wolfsmelkvegetaties nabij kliffen
|
5330
|
Thermo-mediterrane en halfwoestijn-struikvegetaties
|
54. Phrygana-vegetaties
5410
|
West-mediterrane phrygana's van kliftoppen (Astralago-Plantaginetum subulatae)
|
5420
|
Sarcopoterium spinosum phryganas
|
5430
|
Endemische phrygana's van het Euphorbio-Verbascion
|
6. NATUURLIJKE EN HALFNATUURLIJKE GRASLANDEN
61. Natuurlijke graslanden
6110
|
* Kalkminnend of basifiel grasland op rotsbodem behorend tot het Alysso-Sedion albi
|
6120
|
* Kalkminnend grasland op dorre zandbodem
|
6130
|
Grasland op zinkhoudende bodem behorend tot het Violetalia calaminariae
|
6140
|
Silicicool grasland met Festuca eskia in de Pyreneeën
|
6150
|
Boreo-alpien silicicool grasland
|
6160
|
Oro-Iberisch grasland met Festuca indigesta
|
6170
|
Alpien en subalpien kalkminnend grasland
|
6180
|
Mesofiele Macaronesische graslanden
|
6190
|
Pannonisch grasland op rotsbodem (Stipo-Festucetalia pallentis)
|
62. Halfnatuurlijke droge graslanden met struikopslag
6210
|
Droge half-natuurlijke graslanden en struikvormende-facies op kalkhoudende bodems (Festuco Brometalia) (*gebieden waar opmerkelijke orchideeën groeien)
|
6220
|
* Halfsteppen met grassen en eenjarige planten (Thero-Brachypodietea)
|
6230
|
* Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa)
|
6240
|
* Sub-Pannonisch steppengrasland
|
6250
|
* Pannonische steppengraslanden op loess
|
6260
|
* Pannonische steppengraslanden op zand
|
6270
|
* Soortenrijke, laaggelegen, droge tot mesofiele Fennoscandinavische graslanden
|
6280
|
* Noordse Alvar en vlakke pre-Cambrische kalkplateau's
|
62A0
|
Oostelijke submediterrane droge graslanden (Scorzoneratalia villosae)
|
62B0
|
* Cypriotisch grasland op serpentijngesteente
|
62C0
|
* Pontisch-Sarmatische steppen
|
62D0
|
Zuurminnende graslanden in het montane Moesia-gebied
|
63. Sclerofiele bossen met beweiding (Dehesa's)
6310
|
Dehesa's met wintergroene Quercus ssp.
|
64. Halfnatuurlijke vochtige graslanden met hoge kruiden
6410
|
Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige, of lemige kleibodem (Molinion caeruleae)
|
6420
|
Mediterraan vochtig grasland met hoge kruiden van het Molinion-Holoschoenion
|
6430
|
Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones
|
6440
|
Periodiek overstroomd alluviaal grasland van Cnidion dubii
|
6450
|
Alluviale Noord-boreale graslanden.
|
6460
|
Venige graslanden van Troodos
|
65. Mesofiele graslanden
6510
|
Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis)
|
6520
|
Hooiland in gebergte
|
6530
|
* Fennoscandinavische bosgraslanden
|
7. VENEN
71. Hoogveen
7110
|
* Actief hoogveen
|
7120
|
Aangetast hoogveen waar natuurlijke regeneratie nog mogelijk is
|
7130
|
Bedekkingsveen (* voor actief veen)
|
7140
|
Overgangs-en trilveen
|
7150
|
Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion
|
7160
|
Mineraalrijke bronnen en bronnen van laagvenen in Fennoscandinavië
|
72. Laagveen
7210
|
* Kalkhoudende moerassen met Cladium mariscus en soorten van het Caricion davallianae
|
7220
|
* Kalktufbronnen met tufsteenformatie (Cratoneurion)
|
7230
|
Alkalisch laagveen
|
7240
|
* Alpiene pionierformaties van het Caricion bicoloris-atrofuscae
|
73. Boreale venen
7310
|
* Aapa-veen
|
7320
|
* Palsa-veen
|
8. ROTSACHTIGE HABITATS EN GROTTEN
81. Puinhellingen
8110
|
Kiezelhoudende puinhellingen van de montane tot de sneeuwzone (Androsacetalia alpinae en Galeopsietalia ladani)
|
8120
|
Kalkhoudende puinhellingen en kalkhoudende leistenen van de montane tot de alpine zone (Thlapsietea rotundifolii)
|
8130
|
Thermofiele puinhellingen van het westelijke Middellandse-Zeegebied
|
8140
|
Puinhellingen van het oostelijke Middellandse-Zeegebied
|
8150
|
Midden-Europese kiezelpuinhellingen van hooggelegen gebieden
|
8160
|
* Midden-Europese kalkpuinhellingen van het heuvelgebied tot het montaan gebied
|
82. Chasmofytische vegetatie van rotshellingen
8210
|
Kalkhoudende rotshellingen met rotsvegetaties
|
8220
|
Kiezelhoudende rotshellingen met rotsvegetaties
|
8230
|
Kiezelhoudende rotsen met pionierformaties van het Sedo-Scleranthion, of van het Sedo albi-Veronicion dillenii
|
8240
|
* Naakte, kalkhoudende rotsbodem
|
83. Overige rotsachtige habitats
8310
|
Niet voor publiek opengestelde grotten
|
8320
|
Lavavlakten en natuurlijke uitgravingen
|
8330
|
Geheel of gedeeltelijk onder het zeeoppervlak gelegen grotten
|
8340
|
Permanente gletsjers
|
9. BOSSEN
Natuurlijke en nagenoeg natuurlijke bossen van inheemse soorten. Het betreft bossen met hoog opstaande bomen, met inbegrip van struiklaag, en een typische ondergroei, die aan de volgende criteria beantwoorden: zij zijn zeldzaam of restanten en/of zij vormen het leefgebied van soorten van communautair belang
90. Bossen van het Europese boreaal gebied
9010
|
* Westelijke taiga
|
9020
|
* Oude natuurlijke loofbossen van het hemi-boreale deel van Fennoscandinavië, rijk aan epifyten (Quercus, Tillia, Acer, Fraxinus, Ulmus)
|
9030
|
* Natuurlijke bossen van de eerste fasen in de successie op geologisch omhoogrijzende kustgebieden
|
9040
|
Noordse subalpiene/subarctische bossen met Betula pubescens ssp. Czerepanovii
|
9050
|
Fennoscandinavische bossen met Picea abies met soortenrijke kruidlaag.
|
9060
|
Naaldbossen op of in nabijheid van fluvio-glaciale eskers
|
9070
|
Fennoscandinavische bosweiden
|
9080
|
* Moerasbossen van loofbomen in Fennoscandinavië.
|
91. Bossen van het Europese gematigd gebied
9110
|
Beukenbossen van het type Luzulo-Fagetum
|
9120
|
Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)
|
9130
|
Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum
|
9140
|
Midden-Europese subalpiene beukenbossen met Acer spp. en Rumex arifolius
|
9150
|
Midden-Europese kalkminnende beukenbossen behorend tot het Cephalanthero-Fagion
|
9160
|
Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli
|
9170
|
Eiken-haagbeukenbossen behorend tot het Galio-Carpinetum
|
9180
|
* Hellingbossen of ravijnbossen behorend tot het Tilio-Acerion
|
9190
|
Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur
|
91A0
|
Oude eikenbossen van de Britse eilanden met Ilex- en Blechnum spp.
|
91B0
|
Warmteminnende essenbossen met Fraxinus angustofolia
|
91C0
|
* De Caledonische bossen
|
91D0
|
* Veenbossen
|
91E0
|
* Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)
|
91F0
|
Gemengde oeverformaties met Quercus robur, Ulmus laevis en Ulmus minor, Fraxinus excelsior of Fraxinus angustifolia, langs de grote rivieren (Ulmenion minoris)
|
91G0
|
* Pannonische bossen met Quercus petraea en Carpinus betulus
|
91H0
|
* Pannonische bossen met Quercus pubescens
|
91I0
|
* Euro-Siberische steppebossen met Quercus spp.
|
91J0
|
* * Bossen van de Britse eilanden met Taxus baccata
|
91K0
|
Illyrische beukenbossen (Aremonio-Fagion)
|
91L0
|
Illyrische eiken-haagbeukenbossen (Erythronio-Carpinion)
|
91M0
|
Pannonisch-Balkanese bossen met moseik en wintereik
|
91N0
|
* Pannonische kreupelbos op landduinen (Junipero-Populetum albae)
|
91P0
|
Poolse variant van het zilversparren-lariksbos (Abietetum polonicum)
|
91Q0
|
West-Karpatische kalkminnende grovedennenbossen
|
91R0
|
Dinarische grovedennenbossen op dolomietbodem (Genisto januensis-Pinetum)
|
91S0
|
* West-Pontische beukenbossen
|
91T0
|
Midden-Europese korstmos-grovedennenbossen
|
91U0
|
Sarmatisch steppe-dennenbos
|
91V0
|
Dacische beukenbossen (Symphyto-Fagion)
|
91W0
|
Beukenbossen in het Moesia-gebied
|
91X0
|
* Beukenbossen in het Dobroedzja-gebied
|
91Y0
|
Dacische eiken-haagbeukenbossen
|
91Z0
|
Bossen van zilverlinden in het Moesia-gebied
|
91AA
|
* Witte-eikenbossen
|
91BA
|
Zilversparrenbossen in het Moesia-gebied
|
91CA
|
Grovedennenbossen in het Rhodope- en het Balkangebergte
|
92. Mediterrane winterkale bossen
9210
|
* Beukenbossen in de Apennijnen met Taxus en Ilex
|
9220
|
* Beukenbossen in de Apennijnen met Abies alba en beukenbossen met Abies nebrodensis
|
9230
|
De Galicisch-Portugese eikenbossen met Quercus robur en Quercus pyrenaica
|
9240
|
Iberische bossen met Quercus faginea en Quercus canariensis
|
9250
|
Bossen met Quercus trojana
|
9260
|
Bossen met Castanea sativa
|
9270
|
Griekse beukenbossen met Abies borisii-regis
|
9280
|
Bossen met Quercus frainetto
|
9290
|
Cipressenbossen (Acero-Cupression)
|
92A0
|
Galerijbossen met Salix alba en Populus alba
|
92B0
|
Oeverformaties langs mediterrane waterlopen met periodiek stromend water, met Rhododendron ponticum, Salix spp. en andere
|
92C0
|
Bossen van Platanus orientalis en Liquidambar orientalis (Platanion orientalis)
|
92D0
|
Zuidelijke galerijbossen en stroombegeleidende struikvegetaties (Nerio-Tamariceteae en Securinegion tinctoriae)
|
93. Mediterrane sclerofiele bossen
9310
|
Egeïsche bossen met Quercus brachyphylla
|
9320
|
Bossen met Olea en Ceratonia
|
9330
|
Bossen met Quercus suber
|
9340
|
Bossen met Quercus ilex en Quercus rotundifolia
|
9350
|
Bossen met Quercus macrolepis
|
9360
|
* Laurierbossen op de Macaronesische eilanden (Laurus, Ocotea)
|
9370
|
* Palmbossen met Phoenix
|
9380
|
Bossen met Ilex aquifolium
|
9390
|
* Struikgewas en lage bosvegetatie met Quercus alnifolia
|
93A0
|
Bosland met Quercus infectoria (Anagyro foetidae-Quercetum infectoriae)
|
94. Naaldbossen van de gematigde bergen
9410
|
Zuurminnende bossen met Picea van het montane en alpiene gebied (Vaccinio-Picetea)
|
9420
|
Alpiene bossen met Larix decidua en/of Pinus cembra
|
9430
|
Montane en subalpiene bossen met Pinus uncinata (* op gips- of kalkhoudend substraat)
|
95. Naaldbossen van de Mediterrane en Macaronesische bergen
9510
|
* Bossen van de zuidelijke Apennijnen met Abies alba
|
9520
|
Bossen met Abies pinsapo
|
9530
|
* (Sub)-mediterrane dennenbossen met endemische zwarte den
|
9540
|
Mediterrane dennenbossen van het type endemische mesogeïsche den
|
9550
|
Canarische endemische dennebossen
|
9560
|
* Endemische bossen met Juniperus spp.
|
9570
|
* Bossen met Tetraclinis articulata
|
9580
|
* Mediterrane bossen met Taxus baccata
|
9590
|
* Bossen met Cedrus brevifolia (Cedrosetum brevifoliae)
|
95A0
|
Hoge dennenbossen in het montane Middellandse-Zeegebied
|
BIJLAGE II
DIER- EN PLANTENSOORTEN VAN COMMUNAUTAIR BELANG VOOR DE INSTANDHOUDING WAARVAN AANWIJZING VAN SPECIALE BESCHERMINGSZONES VEREIST IS
Interpretatie
a) Bijlage II is complementair aan bijlage I voor de realisatie van een coherent netwerk van speciale beschermingsgebieden
b) De soorten die in deze bijlage voorkomen, worden aangeduid door:
—
|
de naam van de soort of van de ondersoort of
|
—
|
door de verzamelnaam van de soorten die behoren tot een hoger taxon of tot een aangegeven deel van dit taxon.
|
De afkorting „spp.” achter de naam van een familie of een genus dient ter aanduiding van alle soorten van deze familie of van dit genus.
c) Symbolen
Een sterretje (*) voor de naam geeft aan dat dit een prioritaire soort is.
De meeste soorten in deze bijlage vermeld, komen in bijlage IV voor. Indien een in deze bijlage vermelde soort niet in bijlage IV of V voorkomt, staat achter de naam van die soort het teken (o). Indien een in deze bijlage vermelde soort niet in bijlage IV voorkomt maar wel in bijlage V, dan staat achter de naam van die soort het teken (V).
a) DIEREN
GEWERVELDE DIEREN
ZOOGDIEREN
INSECTIVORA
Talpidae
CHIROPTERA
Rhinolophidae
|
Rhinolophus ferrumequinum
|
Vespertilionidae
Pteropodidae
RODENTIA
Gliridae
Sciuridae
|
* Marmota marmota latirostris
|
|
* Pteromys volans (Sciuropterus russicus)
|
|
Spermophilus citellus (Citellus citellus)
|
|
* Spermophilus suslicus (Citellus suslicus)
|
Castoridae
|
Castor fiber (met uitzondering van de Estse, de Letse, de Litouwse, de Finse en de Zweedse populaties)
|
Cricetidae
Microtidae
|
* Microtus oeconomus arenicola
|
|
* Microtus oeconomus mehelyi
|
Zapodidae
CARNIVORA
Canidae
|
* Canis lupus (met uitzondering van de Estse populatie; Griekse populaties: enkel bezuiden de 39e breedtegraad; Spaanse populaties: enkel die bezuiden de Duero; met uitzondering van de Letse, de Litouwse en de Finse populaties).
|
Ursidae
|
* Ursus arctos (met uitzondering van de Estse, de Finse en de Zweedse populaties)
|
Mustelidae
Felidae
|
* Lynx lynx (met uitzondering van de Estse, de Finse en de Zweedse populaties)
|
Phocidae
|
Phoca hispida bottnica (V)
|
|
* Phoca hispida saimensis
|
ARTIODACTYLA
Cervidae
|
* Cervus elaphus corsicanus
|
|
Rangifer tarandus fennicus (o)
|
Bovidae
|
Capra aegagrus (natuurlijke populaties)
|
|
* Capra pyrenaica pyrenaica
|
|
Ovis gmelini musimon (Ovis ammon musimon) (natuurlijke populaties — Corsica en Sardinië)
|
|
Ovis orientalis ophion (Ovis gmelini ophion)
|
|
* Rupicapra pyrenaica ornata (Rupicapra rupicapra ornata)
|
|
Rupicapra rupicapra balcanica
|
|
* Rupicapra rupicapra tatrica
|
CETACEA
REPTIELEN
CHELONIA (TESTUDINES)
Testudinidae
Cheloniidae
Emydidae
SAURIA
Lacertidae
|
Lacerta bonnali (Lacerta monticola)
|
|
Gallotia galloti insulanagae
|
Scincidae
|
Chalcides simonyi (Chalcides occidentalis)
|
Gekkonidae
OPHIDIA (SERPENTES)
Colubridae
Viperidae
|
* Macrovipera schweizeri (Vipera lebetina schweizeri)
|
|
Vipera ursinii (uitgezonderd Vipera ursinii rakosiensis)
|
|
* Vipera ursinii rakosiensis
|
AMFIBIEËN
CAUDATA
Salamandridae
|
Mertensiella luschani (Salamandra luschani)
|
|
* Salamandra aurorae (Salamandra atra aurorae)
|
|
Triturus carnifex (Triturus cristatus carnifex)
|
|
Triturus cristatus (Triturus cristatus cristatus)
|
|
Triturus dobrogicus (Triturus cristatus dobrogicus)
|
|
Triturus karelinii (Triturus cristatus karelinii)
|
|
Triturus vulgaris ampelensis
|
Proteidae
Plethodontidae
|
Hydromantes (Speleomantes) ambrosii
|
|
Hydromantes (Speleomantes) flavus
|
|
Hydromantes (Speleomantes) genei
|
|
Hydromantes (Speleomantes) imperialis
|
|
Hydromantes (Speleomantes) strinatii
|
|
Hydromantes (Speleomantes) supramontis
|
ANURA
Discoglossidae
|
Discoglossus galganoi (inclusief Discoglossus „jeanneae”)
|
Ranidae
Pelobatidae
|
* Pelobates fuscus insubricus
|
VISSEN
PETROMYZONIFORMES
Petromyzonidae
|
Lampetra fluviatilis (V) (met uitzondering van de Finse en de Zweedse populaties)
|
|
Lampetra planeri (o) (met uitzondering van de Estse, de Finse en de Zweedse populaties)
|
|
Lethenteron zanandreai (V)
|
|
Petromyzon marinus (o) (met uitzondering van de Zweedse populaties)
|
ACIPENSERIFORMES
Acipenseridae
CLUPEIFORMES
Clupeidae
SALMONIFORMES
Salmonidae
|
Hucho hucho (natuurlijke populaties) (V)
|
|
Salmo salar (enkel in zoetwater) (V) (met uitzondering van de Finse populaties)
|
Coregonidae
|
* Coregonus oxyrhynchus (anadrome populaties in bepaalde sectoren van de Noordzee)
|
Umbridae
CYPRINIFORMES
Cyprinidae
|
Alburnus albidus (o) (Alburnus vulturius)
|
|
Aspius aspius (V) (met uitzondering van de Finse populaties)
|
|
Chalcalburnus chalcoides (o)
|
|
Chondrostoma lusitanicum (o)
|
|
Chondrostoma polylepis (o) (met inbegrip van C. willkommi)
|
|
Chondrostoma toxostoma (o)
|
|
Iberocypris palaciosi (o)
|
|
* Ladigesocypris ghigii (o)
|
|
Rhodeus sericeus amarus (o)
|
|
Rutilus macrolepidotus (o)
|
|
Rutilus frisii meidingeri (V)
|
Cobitidae
|
Cobitis taenia (o) (met uitzondering van de Finse populaties)
|
|
Sabanejewia larvata (o) (Cobitis larvata en Cobitis conspersa)
|
SILURIFORMES
Siluridae
ATHERINIFORMES
Cyprinodontidae
|
* Valencia letourneuxi (Valencia hispanica)
|
PERCIFORMES
Percidae
|
Gymnocephalus schraetzer (V)
|
|
* Romanichthys valsanicola
|
|
Zingel spp. ((o) met uitzondering van Zingel asper en Zingel zingel (V))
|
Gobiidae
|
Knipowitschia (Padogobius) panizzae (o)
|
|
Pomatoschistus canestrini (o)
|
SCORPAENIFORMES
Cottidae
|
Cottus gobio (o) (met uitzondering van de Finse populaties)
|
ONGEWERVELDE DIEREN
GELEEDPOTIGEN
CRUSTACEA
Decapoda
|
Austropotamobius pallipes (V)
|
|
* Austropotamobius torrentium (V)
|
Isopoda
|
* Armadillidium ghardalamensis
|
INSECTA
Coleoptera
|
Agathidium pulchellum (o)
|
|
* Carabus menetriesi pacholei
|
|
Oxyporus mannerheimii (o)
|
|
* Phryganophilus ruficollis
|
|
* Pseudogaurotina excellens
|
|
Stephanopachys linearis (o)
|
|
Stephanopachys substriatus (o)
|
|
Xyletinus tremulicola (o)
|
Hemiptera
Lepidoptera
|
Agriades glandon aquilo (o)
|
|
* Callimorpha (Euplagia, Panaxia) quadripunctaria (o)
|
|
Erebia medusa polaris (o)
|
|
Euphydryas (Eurodryas, Hypodryas) aurinia (o)
|
|
Hesperia comma catena (o)
|
|
Polymixis rufocincta isolata
|
Mantodea
Odonata
|
Coenagrion mercuriale (o)
|
Orthoptera
|
Brachytrupes megacephalus
|
|
Paracaloptenus caloptenoides
|
|
Pholidoptera transsylvanica
|
|
Stenobothrus (Stenobothrodes) eurasius
|
ARACHNIDA
Pseudoscorpiones
|
Anthrenochernes stellae (o)
|
WEEKDIEREN
GASTROPODA
|
* Helicopsis striata austriaca (o)
|
|
Idiomela (Helix) subplicata
|
BIVALVIA
Unionoida
|
Margaritifera durrovensis (Margaritifera margaritifera) (V)
|
|
Margaritifera margaritifera (V)
|
Dreissenidae
b) PLANTEN
PTERIDOPHYTA
ASPLENIACEAE
|
Asplenium jahandiezii (Litard.) Rouy
|
|
Asplenium adulterinum Milde
|
BLECHNACEAE
|
Woodwardia radicans (L.) Sm.
|
DICKSONIACEAE
|
Culcita macrocarpa C. Presl
|
DRYOPTERIDACEAE
|
Diplazium sibiricum (Turcz. ex Kunze) Kurata
|
|
* Dryopteris corleyi Fraser-Jenk.
|
|
Dryopteris fragans (L.) Schott
|
HYMENOPHYLLACEAE
|
Trichomanes speciosum Willd.
|
ISOETACEAE
|
Isoetes malinverniana Ces. & De Not.
|
MARSILEACEAE
|
Marsilea batardae Launert
|
OPHIOGLOSSACEAE
|
Botrychium simplex Hitchc.
|
|
Ophioglossum polyphyllum A. Braun
|
GYMNOSPERMAE
PINACEAE
|
* Abies nebrodensis (Lojac.) Mattei
|
ANGIOSPERMAE
ALISMATACEAE
|
* Alisma wahlenbergii (Holmberg) Juz.
|
|
Caldesia parnassifolia (L.) Parl.
|
|
Luronium natans (L.) Raf.
|
AMARYLLIDACEAE
|
Narcissus asturiensis (Jordan) Pugsley
|
|
Narcissus calcicola Mendonça
|
|
Narcissus cyclamineus DC.
|
|
Narcissus fernandesii G. Pedro
|
|
Narcissus humilis (Cav.) Traub
|
|
* Narcissus nevadensis Pugsley
|
|
Narcissus pseudonarcissus L. subsp. nobilis (Haw.) A. Fernandes
|
|
Narcissus scaberulus Henriq.
|
|
Narcissus triandrus L. subsp. capax (Salisb.) D. A. Webb.
|
|
Narcissus viridiflorus Schousboe
|
ASCLEPIADACEAE
|
Vincetoxicum pannonicum (Borhidi) Holub
|
BORAGINACEAE
|
Echium russicum J.F.Gemlin
|
|
* Lithodora nitida (H. Ern) R. Fernandes
|
|
Myosotis lusitanica Schuster
|
|
Myosotis rehsteineri Wartm.
|
|
Myosotis retusifolia R. Afonso
|
|
Omphalodes kuzinskyanae Willk.
|
|
* Omphalodes littoralis Lehm.
|
|
* Onosma tornensis Javorka
|
|
Solenanthus albanicus (Degen & al.) Degen & Baldacci
|
|
* Symphytum cycladense Pawl.
|
CAMPANULACEAE
|
Adenophora lilifolia (L.) Ledeb.
|
|
Asyneuma giganteum (Boiss.) Bornm.
|
|
* Campanula bohemica Hruby
|
|
* Campanula gelida Kovanda
|
|
Campanula romanica Săvul.
|
|
* Campanula sabatia De Not.
|
|
* Campanula serrata (Kit.) Hendrych
|
|
Jasione crispa (Pourret) Samp. subsp. serpentinica Pinto da Silva
|
|
Jasione lusitanica A. DC.
|
CARYOPHYLLACEAE
|
Arenaria ciliata L. subsp. pseudofrigida Ostenf. & O.C. Dahl
|
|
Arenaria humifusa Wahlenberg
|
|
* Arenaria nevadensis Boiss. & Reuter
|
|
Arenaria provincialis Chater & Halliday
|
|
* Cerastium alsinifolium Tausch Cerastium dinaricum G. Beck & Szysz.
|
|
Dianthus arenarius L. subsp. arenarius
|
|
* Dianthus arenarius subsp. bohemicus (Novak) O.Schwarz
|
|
Dianthus cintranus Boiss. & Reuter subsp. cintranus Boiss. & Reuter
|
|
* Dianthus lumnitzeri Wiesb.
|
|
Dianthus marizii (Samp.) Samp.
|
|
* Dianthus moravicus Kovanda
|
|
* Dianthus nitidus Waldst. et Kit.
|
|
Dianthus plumarius subsp. regis-stephani (Rapcs.) Baksay
|
|
* Gypsophila papillosa P. Porta
|
|
Herniaria algarvica Chaudhri
|
|
* Herniaria latifolia Lapeyr. subsp. litardierei Gamis
|
|
Herniaria lusitanica (Chaudhri) subsp. berlengiana Chaudhri
|
|
* Minuartia smejkalii Dvorakova
|
|
Moehringia jankae Griseb. ex Janka
|
|
Moehringia lateriflora (L.) Fenzl.
|
|
Moehringia tommasinii Marches.
|
|
Moehringia villosa (Wulfen) Fenzl
|
|
Petrocoptis grandiflora Rothm.
|
|
Petrocoptis montsicciana O. Bolos & Rivas Mart.
|
|
Petrocoptis pseudoviscosa Fernández Casas
|
|
Silene furcata Rafin. subsp. angustiflora (Rupr.) Walters
|
|
* Silene hicesiae Brullo & Signorello
|
|
Silene hifacensis Rouy ex Willk.
|
|
* Silene holzmanii Heldr. ex Boiss.
|
|
Silene longicilia (Brot.) Otth.
|
|
* Silene orphanidis Boiss
|
|
* Silene rothmaleri Pinto da Silva
|
|
* Silene velutina Pourret ex Loisel.
|
CHENOPODIACEAE
|
* Bassia (Kochia) saxicola (Guss.) A. J. Scott
|
|
* Cremnophyton lanfrancoi Brullo et Pavone
|
|
* Salicornia veneta Pignatti & Lausi
|
CISTACEAE
|
Halimium verticillatum (Brot.) Sennen
|
|
Helianthemum alypoides Losa & Rivas Goday
|
|
Helianthemum caput-felis Boiss.
|
|
* Tuberaria major (Willk.) Pinto da Silva & Rozeira
|
COMPOSITAE
|
* Anthemis glaberrima (Rech. f.) Greuter
|
|
Artemisia campestris L. subsp. bottnica A.N. Lundström ex Kindb.
|
|
* Artemisia granatensis Boiss.
|
|
* Artemisia laciniata Willd.
|
|
Artemisia oelandica (Besser) Komaror
|
|
* Artemisia pancicii (Janka) Ronn.
|
|
* Aster pyrenaeus Desf. ex DC
|
|
* Aster sorrentinii (Tod) Lojac.
|
|
Carlina onopordifolia Besser
|
|
* Carduus myriacanthus Salzm. ex DC.
|
|
* Centaurea alba L. subsp. heldreichii (Halacsy) Dostal
|
|
* Centaurea alba L. subsp. princeps (Boiss. & Heldr.) Gugler
|
|
* Centaurea akamantis T. Georgiadis & G. Chatzikyriakou
|
|
* Centaurea attica Nyman subsp. megarensis (Halacsy & Hayek) Dostal
|
|
* Centaurea balearica J. D. Rodriguez
|
|
* Centaurea borjae Valdes-Berm. & Rivas Goday
|
|
* Centaurea citricolor Font Quer
|
|
Centaurea corymbosa Pourret
|
|
Centaurea gadorensis G. Blanca
|
|
* Centaurea horrida Badaro
|
|
Centaurea immanuelis-loewii Degen
|
|
* Centaurea kalambakensis Freyn & Sint.
|
|
Centaurea kartschiana Scop.
|
|
* Centaurea lactiflora Halacsy
|
|
Centaurea micrantha Hoffmanns. & Link subsp. herminii (Rouy) Dostál
|
|
* Centaurea niederi Heldr.
|
|
* Centaurea peucedanifolia Boiss. & Orph.
|
|
Centaurea pontica Prodan & E. I. Nyárády
|
|
Centaurea pulvinata (G. Blanca) G. Blanca
|
|
Centaurea rothmalerana (Arènes) Dostál
|
|
Centaurea vicentina Mariz
|
|
Cirsium brachycephalum Juratzka
|
|
* Crepis crocifolia Boiss. & Heldr.
|
|
Crepis granatensis (Willk.) B. Blanca & M. Cueto
|
|
Crepis pusilla (Sommier) Merxmüller
|
|
Crepis tectorum L. subsp. nigrescens
|
|
Erigeron frigidus Boiss. ex DC.
|
|
* Helichrysum melitense (Pignatti) Brullo et al
|
|
Hymenostemma pseudanthemis (Kunze) Willd.
|
|
Hyoseris frutescens Brullo et Pavone
|
|
* Jurinea cyanoides (L.) Reichenb.
|
|
* Jurinea fontqueri Cuatrec.
|
|
* Lamyropsis microcephala (Moris) Dittrich & Greuter
|
|
Leontodon microcephalus (Boiss. ex DC.) Boiss.
|
|
* Leontodon siculus (Guss.) Finch & Sell
|
|
Leuzea longifolia Hoffmanns. & Link
|
|
Ligularia sibirica (L.) Cass.
|
|
* Palaeocyanus crassifolius (Bertoloni) Dostal
|
|
Santolina impressa Hoffmanns. & Link
|
|
Santolina semidentata Hoffmanns. & Link
|
|
Saussurea alpina subsp. esthonica (Baer ex Rupr) Kupffer
|
|
* Senecio elodes Boiss. ex DC.
|
|
Senecio jacobea L. subsp. gotlandicus (Neuman) Sterner
|
|
Senecio nevadensis Boiss. & Reuter
|
|
* Serratula lycopifolia (Vill.) A.Kern
|
|
Tephroseris longifolia (Jacq.) Griseb et Schenk subsp. moravica
|
CONVOLVULACEAE
|
* Convolvulus argyrothamnus Greuter
|
|
* Convolvulus fernandesii Pinto da Silva & Teles
|
CRUCIFERAE
|
Alyssum pyrenaicum Lapeyr.
|
|
* Arabis kennedyae Meikle
|
|
Arabis sadina (Samp.) P. Cout.
|
|
* Biscutella neustriaca Bonnet
|
|
Biscutella vincentina (Samp.) Rothm.
|
|
Boleum asperum (Pers.) Desvaux
|
|
Brassica glabrescens Poldini
|
|
* Brassica macrocarpa Guss.
|
|
* Cochlearia polonica E. Fröhlich
|
|
* Cochlearia tatrae Borbas
|
|
Diplotaxis ibicensis (Pau) Gómez-Campo
|
|
* Diplotaxis siettiana Maire
|
|
Diplotaxis vicentina (P. Cout.) Rothm.
|
|
Draba cacuminum Elis Ekman
|
|
Erucastrum palustre (Pirona) Vis.
|
|
* Erysimum pieninicum (Zapal.) Pawl.
|
|
* Iberis arbuscula Runemark
|
|
Iberis procumbens Lange subsp. microcarpa Franco & Pinto da Silva
|
|
* Jonopsidium acaule (Desf.) Reichenb.
|
|
Jonopsidium savianum (Caruel) Ball ex Arcang.
|
|
Rhynchosinapis erucastrum (L.) Dandy ex Clapham subsp. cintrana (Coutinho) Franco & P. Silva (Coincya cintrana (P. Cout.) Pinto da Silva)
|
|
Sisymbrium cavanillesianum Valdés & Castroviejo
|
CYPERACEAE
|
* Carex panormitana Guss.
|
|
Eleocharis carniolica Koch
|
DIOSCOREACEAE
|
* Borderea chouardii (Gaussen) Heslot
|
DROSERACEAE
ELATINACEAE
|
Elatine gussonei (Sommier) Brullo et al
|
ERICACEAE
|
Rhododendron luteum Sweet
|
EUPHORBIACEAE
|
* Euphorbia margalidiana Kuhbier & Lewejohann
|
|
Euphorbia transtagana Boiss.
|
GENTIANACEAE
|
* Centaurium rigualii Esteve
|
|
* Centaurium somedanum Lainz
|
|
Gentiana ligustica R. de Vilm. & Chopinet
|
|
Gentianella anglica (Pugsley) E. F. Warburg
|
|
* Gentianella bohemica Skalicky
|
GERANIACEAE
|
* Erodium astragaloides Boiss. & Reuter
|
|
Erodium paularense Fernández-González & Izco
|
|
* Erodium rupicola Boiss.
|
GLOBULARIACEAE
|
* Globularia stygia Orph. ex Boiss.
|
GRAMINEAE
|
Arctagrostis latifolia (R. Br.) Griseb.
|
|
Arctophila fulva (Trin.) N. J. Anderson
|
|
Avenula hackelii (Henriq.) Holub
|
|
Bromus grossus Desf. ex DC.
|
|
Calamagrostis chalybaea (Laest.) Fries
|
|
Cinna latifolia (Trev.) Griseb.
|
|
Coleanthus subtilis (Tratt.) Seidl
|
|
Festuca brigantina (Markgr.-Dannenb.) Markgr.-Dannenb.
|
|
Festuca duriotagana Franco & R. Afonso
|
|
Festuca henriquesii Hack.
|
|
Festuca summilusitana Franco & R. Afonso
|
|
Gaudinia hispanica Stace & Tutin
|
|
Holcus setiglumis Boiss. & Reuter subsp. duriensis Pinto da Silva
|
|
Micropyropsis tuberosa Romero — Zarco & Cabezudo
|
|
Poa granitica Br.-Bl. subsp. disparilis (E. I. Nyárády) E. I. Nyárády
|
|
* Poa riphaea (Ascher et Graebner) Fritsch
|
|
Pseudarrhenatherum pallens (Link) J. Holub
|
|
Puccinellia phryganodes (Trin.) Scribner + Merr.
|
|
Puccinellia pungens (Pau) Paunero
|
|
* Stipa austroitalica Martinovsky
|
|
* Stipa bavarica Martinovsky & H. Scholz
|
|
Stipa danubialis Dihoru & Roman
|
|
* Stipa styriaca Martinovsky
|
|
* Stipa zalesskii Wilensky
|
|
Trisetum subalpestre (Hartman) Neuman
|
GROSSULARIACEAE
HIPPURIDACEAE
|
Hippuris tetraphylla L. Fil.
|
HYPERICACEAE
|
* Hypericum aciferum (Greuter) N.K.B. Robson
|
IRIDACEAE
|
Crocus cyprius Boiss. et Kotschy
|
|
Crocus hartmannianus Holmboe
|
|
Gladiolus palustris Gaud.
|
|
Iris aphylla L. subsp. hungarica Hegi
|
|
Iris humilis Georgi subsp. arenaria (Waldst. et Kit.) A. et D.Löve
|
JUNCACEAE
LABIATAE
|
Dracocephalum austriacum L.
|
|
* Micromeria taygetea P. H. Davis
|
|
Nepeta dirphya (Boiss.) Heldr. ex Halacsy
|
|
* Nepeta sphaciotica P. H. Davis
|
|
Phlomis brevibracteata Turril
|
|
Sideritis incana subsp. glauca (Cav.) Malagarriga
|
|
Sideritis javalambrensis Pau
|
|
Sideritis serrata Cav. ex Lag.
|
|
Teucrium lepicephalum Pau
|
|
Teucrium turredanum Losa & Rivas Goday
|
|
* Thymus camphoratus Hoffmanns. & Link
|
|
* Thymus lotocephalus G. López & R. Morales (Thymus cephalotos L.)
|
LEGUMINOSAE
|
Anthyllis hystrix Cardona, Contandr. & E. Sierra
|
|
* Astragalus algarbiensis Coss. ex Bunge
|
|
* Astragalus aquilanus Anzalone
|
|
Astragalus centralpinus Braun-Blanquet
|
|
* Astragalus macrocarpus DC. subsp. lefkarensis
|
|
* Astragalus maritimus Moris
|
|
Astragalus tremolsianus Pau
|
|
* Astragalus verrucosus Moris
|
|
* Cytisus aeolicus Guss. ex Lindl.
|
|
Genista dorycnifolia Font Quer
|
|
Genista holopetala (Fleischm. ex Koch) Baldacci
|
|
Melilotus segetalis (Brot.) Ser. subsp. fallax Franco
|
|
* Vicia bifoliolata J.D. Rodríguez
|
LENTIBULARIACEAE
|
* Pinguicula crystallina Sm.
|
|
Pinguicula nevadensis (Lindb.) Casper
|
LILIACEAE
|
* Androcymbium rechingeri Greuter
|
|
* Asphodelus bento-rainhae P. Silva
|
|
* Chionodoxa lochiae Meikle in Kew Bull.
|
|
Colchicum arenarium Waldst. et Kit.
|
|
Hyacinthoides vicentina (Hoffmans. & Link) Rothm.
|
|
* Muscari gussonei (Parl.) Tod.
|
|
Scilla litardierei Breist.
|
LINACEAE
|
* Linum dolomiticum Borbas
|
|
* Linum muelleri Moris (Linum maritimum muelleri)
|
LYTHRACEAE
MALVACEAE
|
Kosteletzkya pentacarpos (L.) Ledeb.
|
NAJADACEAE
|
Najas flexilis (Willd.) Rostk. & W.L. Schmidt
|
|
Najas tenuissima (A. Braun) Magnus
|
OLEACEAE
|
Syringa josikaea Jacq. Fil. ex Reichenb.
|
ORCHIDACEAE
|
Anacamptis urvilleana Sommier et Caruana Gatto
|
|
* Cephalanthera cucullata Boiss. & Heldr.
|
|
Dactylorhiza kalopissii E.Nelson
|
|
Gymnigritella runei Teppner & Klein
|
|
Himantoglossum adriaticum Baumann
|
|
Himantoglossum caprinum (Bieb.) V.Koch
|
|
Liparis loeselii (L.) Rich.
|
|
* Ophrys kotschyi H.Fleischm. et Soo
|
|
Ophrys melitensis (Salkowski) J et P Devillers-Terschuren
|
|
Platanthera obtusata (Pursh) subsp. oligantha (Turez.) Hulten
|
OROBANCHACEAE
|
Orobanche densiflora Salzm. ex Reut.
|
PAEONIACEAE
|
Paeonia cambessedesii (Willk.) Willk.
|
|
Paeonia clusii F.C. Stern subsp. rhodia (Stearn) Tzanoudakis
|
|
Paeonia officinalis L. subsp. banatica (Rachel) Soo
|
|
Paeonia parnassica Tzanoudakis
|
PALMAE
|
Phoenix theophrasti Greuter
|
PAPAVERACEAE
|
Corydalis gotlandica Lidén
|
|
Papaver laestadianum (Nordh.) Nordh.
|
|
Papaver radicatum Rottb. subsp. hyperboreum Nordh.
|
PLANTAGINACEAE
|
Plantago algarbiensis Sampaio (Plantago bracteosa (Willk.) G. Sampaio)
|
|
Plantago almogravensis Franco
|
PLUMBAGINACEAE
|
Armeria berlengensis Daveau
|
|
* Armeria helodes Martini & Pold
|
|
Armeria pseudarmeria (Murray) Mansfeld
|
|
Armeria soleirolii (Duby) Godron
|
|
Armeria velutina Welw. ex Boiss. & Reuter
|
|
Limonium dodartii (Girard) O. Kuntze subsp. lusitanicum (Daveau) Franco
|
|
* Limonium insulare (Beg. & Landi) Arrig. & Diana
|
|
Limonium lanceolatum (Hoffmans. & Link) Franco
|
|
Limonium multiflorum Erben
|
|
* Limonium pseudolaetum Arrig. & Diana
|
|
* Limonium strictissimum (Salzmann) Arrig.
|
POLYGONACEAE
|
Persicaria foliosa (H. Lindb.) Kitag.
|
|
Polygonum praelongum Coode & Cullen
|
PRIMULACEAE
|
Androsace mathildae Levier
|
|
* Cyclamen fatrense Halda et Sojak
|
|
* Primula apennina Widmer
|
|
Primula scandinavica Bruun
|
|
Soldanella villosa Darracq.
|
RANUNCULACEAE
|
* Aconitum corsicum Gayer (Aconitum napellus subsp. corsicum)
|
|
Aconitum firmum (Reichenb.) Neilr subsp. moravicum Skalicky
|
|
Aquilegia bertolonii Schott
|
|
Aquilegia kitaibelii Schott
|
|
* Aquilegia pyrenaica D.C. subsp. cazorlensis (Heywood) Galiano
|
|
* Consolida samia P.H. Davis
|
|
* Delphinium caseyi B.L.Burtt
|
|
Pulsatilla grandis Wenderoth Pulsatilla patens (L.) Miller
|
|
* Pulsatilla pratensis (L.) Miller subsp. hungarica Soo
|
|
* Pulsatilla slavica G.Reuss.
|
|
* Pulsatilla subslavica Futak ex Goliasova
|
|
Pulsatilla vulgaris Hill. subsp. gotlandica (Johanss.) Zaemelis & Paegle
|
|
Ranunculus kykkoensis Meikle
|
|
* Ranunculus weyleri Mares
|
RESEDACEAE
|
*Reseda decursiva Forssk.
|
ROSACEAE
|
Agrimonia pilosa Ledebour
|
|
Potentilla delphinensis Gren. & Godron
|
|
Potentilla emilii-popii Nyárády
|
|
Sorbus teodorii Liljefors
|
RUBIACEAE
|
Galium cracoviense Ehrend.
|
|
Galium moldavicum (Dobrescu) Franco
|
|
* Galium sudeticum Tausch
|
|
* Galium viridiflorum Boiss. & Reuter
|
SALICACEAE
|
Salix salvifolia Brot. subsp. australis Franco
|
SANTALACEAE
|
Thesium ebracteatum Hayne
|
SAXIFRAGACEAE
|
Saxifraga berica (Beguinot) D.A. Webb
|
|
Saxifraga florulenta Moretti
|
|
Saxifraga osloënsis Knaben
|
|
Saxifraga tombeanensis Boiss. ex Engl.
|
SCROPHULARIACEAE
|
Antirrhinum charidemi Lange
|
|
Chaenorrhinum serpyllifolium (Lange) Lange subsp. lusitanicum R. Fernandes
|
|
* Euphrasia genargentea (Feoli) Diana
|
|
Euphrasia marchesettii Wettst. ex Marches.
|
|
Linaria loeselii Schweigger
|
|
* Linaria ficalhoana Rouy
|
|
Linaria flava (Poiret) Desf.
|
|
* Linaria hellenica Turrill
|
|
Linaria pseudolaxiflora Lojacono
|
|
* Linaria tursica B. Valdés & Cabezudo
|
|
Odontites granatensis Boiss.
|
|
* Pedicularis sudetica Willd.
|
|
Rhinanthus oesilensis (Ronniger & Saarsoo) Vassilcz
|
|
Verbascum litigiosum Samp.
|
|
Veronica micrantha Hoffmanns. & Link
|
|
* Veronica oetaea L.-A. Gustavsson
|
SOLANACEAE
THYMELAEACEAE
|
* Daphne rodriguezii Texidor
|
ULMACEAE
|
Zelkova abelicea (Lam.) Boiss.
|
UMBELLIFERAE
|
* Angelica heterocarpa Lloyd
|
|
Angelica palustris (Besser) Hoffm.
|
|
Apium repens (Jacq.) Lag.
|
|
Athamanta cortiana Ferrarini
|
|
* Bupleurum capillare Boiss. & Heldr.
|
|
* Bupleurum kakiskalae Greuter
|
|
* Ferula sadleriana Lebed.
|
|
Hladnikia pastinacifolia Reichenb.
|
|
* Laserpitium longiradium Boiss.
|
|
* Naufraga balearica Constans & Cannon
|
|
* Oenanthe conioides Lange
|
|
Petagnia saniculifolia Guss.
|
|
Rouya polygama (Desf.) Coincy
|
|
* Seseli intricatum Boiss.
|
|
Seseli leucospermum Waldst. et Kit
|
|
Thorella verticillatinundata (Thore) Briq.
|
VALERIANACEAE
|
Centranthus trinervis (Viv.) Beguinot
|
VIOLACEAE
|
Viola delphinantha Boiss.
|
|
Viola jaubertiana Mares & Vigineix
|
|
Viola rupestris F.W. Schmidt subsp. relicta Jalas
|
LAGERE PLANTEN
BRYOPHYTA
|
Bruchia vogesiaca Schwaegr. (o)
|
|
Bryhnia novae-angliae (Sull & Lesq.) Grout (o)
|
|
* Bryoerythrophyllum campylocarpum (C. Müll.) Crum. (Bryoerythrophyllum machadoanum (Sergio) M. O. Hill) (o)
|
|
Buxbaumia viridis (Moug.) Moug. & Nestl. (o)
|
|
Cephalozia macounii (Aust.) Aust. (o)
|
|
Cynodontium suecicum (H. Arn. & C. Jens.) I. Hag. (o)
|
|
Dichelyma capillaceum (Dicks) Myr. (o)
|
|
Dicranum viride (Sull. & Lesq.) Lindb. (o)
|
|
Distichophyllum carinatum Dix. & Nich. (o)
|
|
Drepanocladus (Hamatocaulis) vernicosus (Mitt.) Warnst. (o)
|
|
Encalypta mutica (I. Hagen) (o)
|
|
Hamatocaulis lapponicus (Norrl.) Hedenäs (o)
|
|
Herzogiella turfacea (Lindb.) I. Wats. (o)
|
|
Hygrohypnum montanum (Lindb.) Broth. (o)
|
|
Jungermannia handelii (Schiffn.) Amak. (o)
|
|
Mannia triandra (Scop.) Grolle (o)
|
|
* Marsupella profunda Lindb. (o)
|
|
Meesia longiseta Hedw. (o)
|
|
Nothothylas orbicularis (Schwein.) Sull. (o)
|
|
Ochyraea tatrensis Vana (o)
|
|
Orthothecium lapponicum (Schimp.) C. Hartm. (o)
|
|
Orthotrichum rogeri Brid. (o)
|
|
Petalophyllum ralfsii (Wils.) Nees & Gott. (o)
|
|
Plagiomnium drummondii (Bruch & Schimp.) T. Kop. (o)
|
|
Riccia breidleri Jur. (o)
|
|
Riella helicophylla (Bory & Mont.) Mont. (o)
|
|
Scapania massolongi (K. Müll.) K. Müll. (o)
|
|
Sphagnum pylaisii Brid. (o)
|
|
Tayloria rudolphiana (Garov) B. & S. (o)
|
|
Tortella rigens (N. Alberts) (o)
|
MACARONESISCHE SOORTEN
PTERIDOPHYTA
HYMENOPHYLLACEAE
|
Hymenophyllum maderensis Gibby & Lovis
|
DRYOPTERIDACEAE
|
* Polystichum drepanum (Sw.) C. Presl.
|
ISOETACEAE
|
Isoetes azorica Durieu & Paiva ex Milde
|
MARSILEACEAE
|
* Marsilea azorica Launert & Paiva
|
ANGIOSPERMAE
ASCLEPIADACEAE
|
Caralluma burchardii N. E. Brown
|
|
* Ceropegia chrysantha Svent.
|
BORAGINACEAE
|
* Echium gentianoides Webb & Coincy
|
|
Myosotis azorica H. C. Watson
|
|
Myosotis maritima Hochst. in Seub.
|
CAMPANULACEAE
|
* Azorina vidalii (H. C. Watson) Feer
|
|
Musschia aurea (L. f.) DC.
|
|
* Musschia wollastonii Lowe
|
CAPRIFOLIACEAE
|
* Sambucus palmensis Link
|
CARYOPHYLLACEAE
|
Spergularia azorica (Kindb.) Lebel
|
CELASTRACEAE
|
Maytenus umbellata (R. Br.) Mabb.
|
CHENOPODIACEAE
CISTACEAE
|
Cistus chinamadensis Banares & Romero
|
|
* Helianthemum bystropogophyllum Svent.
|
COMPOSITAE
|
Andryala crithmifolia Ait.
|
|
* Argyranthemum lidii Humphries
|
|
Argyranthemum thalassophylum (Svent.) Hump.
|
|
Argyranthemum winterii (Svent.) Humphries
|
|
* Atractylis arbuscula Svent. & Michaelis
|
|
Atractylis preauxiana Schultz.
|
|
Cheirolophus duranii (Burchard) Holub
|
|
Cheirolophus ghomerytus (Svent.) Holub
|
|
Cheirolophus junonianus (Svent.) Holub
|
|
Cheirolophus massonianus (Lowe) Hansen & Sund.
|
|
Helichrysum gossypinum Webb
|
|
Helichrysum monogynum Burtt & Sund.
|
|
Hypochoeris oligocephala (Svent. & Bramw.) Lack
|
|
* Lactuca watsoniana Trel.
|
|
* Onopordum nogalesii Svent.
|
|
* Onorpordum carduelinum Bolle
|
|
* Pericallis hadrosoma (Svent.) B. Nord.
|
|
Stemmacantha cynaroides (Chr. Son. in Buch) Ditt
|
|
Sventenia bupleuroides Font Quer
|
|
* Tanacetum ptarmiciflorum Webb & Berth
|
CONVOLVULACEAE
|
* Convolvulus caput-medusae Lowe
|
|
* Convolvulus lopez-socasii Svent.
|
|
* Convolvulus massonii A. Dietr.
|
CRASSULACEAE
|
Aeonium gomeraense Praeger
|
|
Aichryson dumosum (Lowe) Praeg.
|
|
Monanthes wildpretii Banares & Scholz
|
|
Sedum brissemoretii Raymond-Hamet
|
CRUCIFERAE
|
* Crambe arborea Webb ex Christ
|
|
Crambe laevigata DC. ex Christ
|
|
* Crambe sventenii R. Petters ex Bramwell & Sund.
|
|
* Parolinia schizogynoides Svent.
|
|
Sinapidendron rupestre (Ait.) Lowe
|
CYPERACEAE
|
Carex malato-belizii Raymond
|
DIPSACACEAE
|
Scabiosa nitens Roemer & J. A. Schultes
|
ERICACEAE
|
Erica scoparia L. subsp. azorica (Hochst.) D. A. Webb
|
EUPHORBIACEAE
|
* Euphorbia handiensis Burchard
|
|
Euphorbia stygiana H. C. Watson
|
GERANIACEAE
|
* Geranium maderense P. F. Yeo
|
GRAMINEAE
|
Deschampsia maderensis (Haeck. & Born.) Buschm.
|
|
Phalaris maderensis (Menezes) Menezes
|
GLOBULARIACEAE
|
* Globularia ascanii D. Bramwell & Kunkel
|
|
* Globularia sarcophylla Svent.
|
LABIATAE
|
* Sideritis cystosiphon Svent.
|
|
* Sideritis discolor (Webb ex de Noe) Bolle
|
|
Sideritis infernalis Bolle
|
|
Teucrium abutiloides L'Hér.
|
|
Teucrium betonicum L'Hér.
|
LEGUMINOSAE
|
* Anagyris latifolia Brouss. ex. Willd.
|
|
Anthyllis lemanniana Lowe
|
|
* Dorycnium spectabile Webb & Berthel
|
|
* Lotus azoricus P. W. Ball
|
|
Lotus callis-viridis D. Bramwell & D. H. Davis
|
|
* Lotus kunkelii (E. Chueca) D. Bramwell & al.
|
|
* Teline rosmarinifolia Webb & Berthel.
|
|
* Teline salsoloides Arco & Acebes.
|
|
Vicia dennesiana H. C. Watson
|
LILIACEAE
|
* Androcymbium psammophilum Svent.
|
|
Scilla maderensis Menezes
|
LORANTHACEAE
|
Arceuthobium azoricum Wiens & Hawksw.
|
MYRICACEAE
|
* Myrica rivas-martinezii Santos.
|
OLEACEAE
|
Picconia azorica (Tutin) Knobl.
|
ORCHIDACEAE
|
Goodyera macrophylla Lowe
|
PITTOSPORACEAE
|
* Pittosporum coriaceum Dryand. ex. Ait.
|
PLANTAGINACEAE
|
Plantago malato-belizii Lawalree
|
PLUMBAGINACEAE
|
* Limonium arborescens (Brouss.) Kuntze
|
|
Limonium dendroides Svent.
|
|
*Limonium spectabile (Svent.) Kunkel & Sunding
|
|
*Limonium sventenii Santos & Fernández Galván
|
POLYGONACEAE
|
Rumex azoricus Rech. fil.
|
RHAMNACEAE
ROSACEAE
|
* Bencomia brachystachya Svent.
|
|
Bencomia sphaerocarpa Svent.
|
|
* Chamaemeles coriacea Lindl.
|
|
Dendriopoterium pulidoi Svent.
|
|
Marcetella maderensis (Born.) Svent.
|
|
Prunus lusitanica L. subsp. azorica (Mouillef.) Franco
|
|
Sorbus maderensis (Lowe) Dode
|
SANTALACEAE
|
Kunkeliella subsucculenta Kammer
|
SCROPHULARIACEAE
|
* Euphrasia azorica H.C. Watson
|
|
Euphrasia grandiflora Hochst. in Seub.
|
|
* Isoplexis chalcantha Svent. & O'Shanahan
|
|
Isoplexis isabelliana (Webb & Berthel.) Masferrer
|
|
Odontites holliana (Lowe) Benth.
|
SOLANACEAE
UMBELLIFERAE
|
Ammi trifoliatum (H. C. Watson) Trelease
|
|
Bupleurum handiense (Bolle) Kunkel
|
|
Chaerophyllum azoricum Trelease
|
|
Melanoselinum decipiens (Schrader & Wendl.) Hoffm.
|
|
Oenanthe divaricata (R. Br.) Mabb.
|
|
Sanicula azorica Guthnick ex Seub.
|
VIOLACEAE
LAGERE PLANTEN
BRYOPHYTA
|
* Echinodium spinosum (Mitt.) Jur. (o)
|
|
* Thamnobryum fernandesii Sergio (o)
|
” |
d)
|
De bijlagen IV en V worden vervangen door: „
BIJLAGE IV
DIER- EN PLANTENSOORTEN VAN COMMUNAUTAIR BELANG DIE STRIKT MOETEN WORDEN BESCHERMD
De soorten die in deze bijlage voorkomen, worden aangeduid door:
—
|
de naam van de soort of van de ondersoort of
|
—
|
door de verzamelnaam van de soorten die behoren tot een hoger taxon of tot een aangegeven deel van dit taxon.
|
De afkorting „spp.” achter de naam van een familie of een genus dient ter aanduiding van alle soorten van deze familie of van dit genus.
a) DIEREN
GEWERVELDE DIEREN
ZOOGDIEREN
INSECTIVORA
Erinaceidae
Soricidae
Talpidae
MICROCHIROPTERA
MEGACHIROPTERA
Pteropodidae
RODENTIA
Gliridae
|
Alle soorten met uitzondering van Glis glis en Eliomys quercinus
|
Sciuridae
|
Marmota marmota latirostris
|
|
Pteromys volans (Sciuropterus russicus)
|
|
Spermophilus citellus (Citellus citellus)
|
|
Spermophilus suslicus (Citellus suslicus)
|
Castoridae
|
Castor fiber (met uitzondering van de Estse, de Letse, de Litouwse, de Poolse, de Finse en de Zweedse populaties)
|
Cricetidae
|
Cricetus cricetus (met uitzondering van de Hongaarse populaties)
|
Microtidae
|
Microtus oeconomus arenicola
|
|
Microtus oeconomus mehelyi
|
Zapodidae
Hystricidae
CARNIVORA
Canidae
|
Canis lupus (met uitzondering van de Griekse populaties benoorden de 39e breedtegraad; de Estse populaties, de Spaanse populaties benoorden de Duero; de Bulgaarse, de Letse, de Litouwse, de Poolse, de Slowaakse populaties en de Finse populaties in het rendierbeschermingsgebied als omschreven in paragraaf 2 van de Finse Wet nr. 848/90 van 14 september 1990 inzake rendierbescherming)
|
Ursidae
Mustelidae
Felidae
|
Lynx lynx (met uitzondering van de Estse populatie)
|
Phocidae
ARTIODACTYLA
Cervidae
|
Cervus elaphus corsicanus
|
Bovidae
|
Capra aegagrus (natuurlijke populaties)
|
|
Capra pyrenaica pyrenaica
|
|
Ovis gmelini musimon (Ovis ammon musimon) (natuurlijke populaties — Corsica en Sardinië)
|
|
Ovis orientalis ophion (Ovis gmelini ophion)
|
|
Rupicapra pyrenaica ornata (Rupicapra rupicapra ornata)
|
|
Rupicapra rupicapra balcanica
|
|
Rupicapra rupicapra tatrica
|
CETACEA
REPTIELEN
TESTUDINATA
Testudinidae
Cheloniidae
Dermochelyidae
Emydidae
SAURIA
Lacertidae
|
Algyroides nigropunctatus
|
|
Gallotia galloti insulanagae
|
|
Lacerta bonnali (Lacerta monticola)
|
|
Lacerta vivipara pannonica
|
|
Podarcis hispanica atrata
|
Scincidae
|
Chalcides simonyi (Chalcides occidentalis)
|
|
Ophiomorus punctatissimus
|
Gekkonidae
|
Tarentola angustimentalis
|
Agamidae
Chamaeleontidae
Anguidae
OPHIDIA
Colubridae
Viperidae
|
Macrovipera schweizeri (Vipera lebetina schweizeri)
|
|
Vipera seoanni (met uitzondering van de Spaanse populaties)
|
Boidae
AMFIBIEËN
CAUDATA
Salamandridae
|
Mertensiella luschani (Salamandra luschani)
|
|
Triturus carnifex (Triturus cristatus carnifex)
|
|
Triturus cristatus (Triturus cristatus cristatus)
|
|
Triturus karelinii (Triturus cristatus karelinii)
|
|
Triturus vulgaris ampelensis
|
Proteidae
Plethodontidae
|
Hydromantes (Speleomantes) ambrosii
|
|
Hydromantes (Speleomantes) flavus
|
|
Hydromantes (Speleomantes) genei
|
|
Hydromantes (Speleomantes) imperialis
|
|
Hydromantes (Speleomantes) strinatii (Hydromantes (Speleomantes) italicus)
|
|
Hydromantes (Speleomantes) supramontis
|
ANURA
Discoglossidae
|
Discoglossus galganoi (inclusief Discoglossus „jeanneae”)
|
Ranidae
Pelobatidae
Bufonidae
Hylidae
VISSEN
ACIPENSERIFORMES
Acipenseridae
SALMONIFORMES
Coregonidae
|
Coregonus oxyrhynchus (anadrome populaties in bepaalde sectoren van de Noordzee, met uitzondering van de Finse populaties)
|
CYPRINIFORMES
Cyprinidae
ATHERINIFORMES
Cyprinodontidae
PERCIFORMES
Percidae
ONGEWERVELDE DIEREN
GELEEDPOTIGEN
CRUSTACEA
Isopoda
|
Armadillidium ghardalamensis
|
INSECTA
Coleoptera
|
Phryganophilus ruficollis
|
|
Pseudogaurotina excellens
|
Lepidoptera
|
Polymixis rufocincta isolata
|
Mantodea
Odonata
Orthoptera
|
Brachytrupes megacephalus
|
|
Paracaloptenus caloptenoides
|
|
Pholidoptera transsylvanica
|
|
Stenobothrus (Stenobothrodes) eurasius
|
ARACHNIDA
Araneae
WEEKDIEREN
GASTROPODA
|
Idiomela (Helix) subplicata
|
BIVALVIA
Anisomyaria
Unionoida
|
Margaritifera auricularia
|
Dreissenidae
ECHINODERMATA
Echinoidea
|
Centrostephanus longispinus
|
b) PLANTEN
Bijlage IV, onder b), bevat alle in bijlage II, onder b) (2) vermelde plantensoorten, met bovendien de onderstaande soorten:
PTERIDOPHYTA
ASPLENIACEAE
ANGIOSPERMAE
AGAVACEAE
AMARYLLIDACEAE
|
Narcissus longispathus Pugsley
|
BERBERIDACEAE
CAMPANULACEAE
|
Campanula morettiana Reichenb.
|
|
Physoplexis comosa (L.) Schur.
|
CARYOPHYLLACEAE
COMPOSITAE
|
Argyranthemum pinnatifidum (L.f.) Lowe subsp. succulentum (Lowe) C. J. Humphries
|
|
Helichrysum sibthorpii Rouy
|
|
Picris willkommii (Schultz Bip.) Nyman
|
|
Santolina elegans Boiss. ex DC.
|
|
Senecio caespitosus Brot.
|
|
Senecio lagascanus DC. subsp. lusitanicus (P. Cout.) Pinto da Silva
|
|
Wagenitzia lancifolia (Sieber ex Sprengel) Dostal
|
CRUCIFERAE
|
Murbeckiella sousae Rothm.
|
EUPHORBIACEAE
|
Euphorbia nevadensis Boiss. & Reuter
|
GESNERIACEAE
|
Jankaea heldreichii (Boiss.) Boiss.
|
IRIDACEAE
|
Iris marisca Ricci & Colasante
|
LABIATAE
|
Rosmarinus tomentosus Huber-Morath & Maire
|
|
Teucrium charidemi Sandwith
|
|
Thymus capitellatus Hoffmanns. & Link
|
|
Thymus villosus L. subsp. villosus L.
|
LILIACEAE
|
Androcymbium europaeum (Lange) K. Richter
|
|
Bellevalia hackelli Freyn
|
|
Colchicum cousturieri Greuter
|
|
Fritillaria drenovskii Degen & Stoy.
|
|
Fritillaria gussichiae (Degen & Doerfler) Rix
|
|
Fritillaria obliqua Ker-Gawl.
|
|
Fritillaria rhodocanakis Orph. ex Baker
|
|
Ornithogalum reverchonii Degen & Herv.-Bass.
|
ORCHIDACEAE
|
Ophrys argolica Fleischm.
|
|
Orchis scopulorum Simsmerh.
|
|
Spiranthes aestivalis (Poiret) L. C. M. Richard
|
PRIMULACEAE
|
Primula glaucescens Moretti
|
|
Primula spectabilis Tratt.
|
RANUNCULACEAE
SAPOTACEAE
|
Sideroxylon marmulano Banks ex Lowe
|
SAXIFRAGACEAE
|
Saxifraga cintrana Kuzinsky ex Willk.
|
|
Saxifraga portosanctana Boiss.
|
|
Saxifraga presolanensis Engl.
|
|
Saxifraga vayredana Luizet
|
SCROPHULARIACEAE
|
Antirrhinum lopesianum Rothm.
|
|
Lindernia procumbens (Krocker) Philcox
|
SOLANACEAE
|
Mandragora officinarum L.
|
THYMELAEACEAE
|
Thymelaea broterana P. Cout.
|
UMBELLIFERAE
VIOLACEAE
|
Viola cazorlensis Gandoger
|
BIJLAGE V
DIER- EN PLANTENSOORTEN VAN COMMUNAUTAIR BELANG WAARVOOR HET ONTTREKKEN AAN DE NATUUR EN DE EXPLOITATIE AAN BEHEERSMAATREGELEN KUNNEN WORDEN ONDERWORPEN
De soorten die in deze bijlage voorkomen, worden aangeduid door:
—
|
de naam van de soort of van de ondersoort of
|
—
|
door de verzamelnaam van de soorten die behoren tot een hoger taxon of tot een aangegeven deel van dit taxon.
|
De afkorting „spp.” achter de naam van een familie of een genus dient ter aanduiding van alle soorten van deze familie of van dit genus.
a) DIEREN
GEWERVELDE DIEREN
ZOOGDIEREN
RODENTIA
Castoridae
|
Castor fiber (Finse, Zweedse, Letse, Litouwse, Estse en Poolse populaties)
|
Cricetidae
|
Cricetus cricetus (Hongaarse populaties)
|
CARNIVORA
Canidae
|
Canis lupus (Spaanse populaties benoorden de Duero, Griekse populaties benoorden de 39e breedtegraad, Finse populaties in het rendierbeschermingsgebied als omschreven in paragraaf 2 van de Finse Wet nr. 848/90 van 14 september 1990 inzake rendierbescherming, Bulgaarse, Letse, Litouwse, Estse, Poolse en Slowaakse populaties)
|
Mustelidae
Felidae
|
Lynx lynx (Estse populatie)
|
Phocidae
|
Alle niet in bijlage IV vermelde soorten.
|
Viverridae
DUPLICIDENTATA
Leporidae
ARTIODACTYLA
Bovidae
|
Capra pyrenaica (met uitzondering van Capra pyrenaica pyrenaica)
|
|
Rupicapra rupicapra (met uitzondering van Rupicapra rupicapra balcanica, Rupicapra rupicapra ornata en Rupicapra rupicapra tatrica)
|
AMFIBIEËN
ANURA
Ranidae
VISSEN
PETROMYZONIFORMES
Petromyzonidae
ACIPENSERIFORMES
Acipenseridae
|
Alle niet in bijlage IV vermelde soorten.
|
CLUPEIFORMES
Clupeidae
SALMONIFORMES
Salmonidae
|
Coregonus spp. (met uitzondering van Coregonus oxyrhynchus — anadrome populaties in bepaalde sectoren van de Noordzee)
|
|
Salmo salar (alleen in zoet water)
|
CYPRINIFORMES
Cyprinidae
|
Rutilus friesii meidingeri
|
SILURIFORMES
Siluridae
PERCIFORMES
Percidae
ONGEWERVELDE DIEREN
COELENTERATA
CNIDARIA
MOLLUSCA
GASTROPODA — STYLOMMATOPHORA
BIVALVIA — UNIONOIDA
Margaritiferidae
|
Margaritifera margaritifera
|
Unionidae
ANNELIDA
HIRUDINOIDEA — ARHYNCHOBDELLAE
Hirudinidae
ARTHROPODA
CRUSTACEA — DECAPODA
Astacidae
|
Austropotamobius pallipes
|
|
Austropotamobius torrentium
|
Scyllaridae
INSECTA — LEPIDOPTERA
Saturniidae
b) PLANTEN
ALGAE
RHODOPHYTA
CORALLINACEAE
|
Lithothamnium coralloides Crouan frat.
|
|
Phymatholithon calcareum (Poll.) Adey & McKibbin
|
LICHENES
CLADONIACEAE
|
Cladonia L. subgenus Cladina (Nyl.) Vain.
|
BRYOPHYTA
MUSCI
LEUCOBRYACEAE
|
Leucobryum glaucum (Hedw.) AAngstr.
|
SPHAGNACEAE
|
Sphagnum L. spp. (met uitzondering van Sphagnum pylaisii Brid.)
|
PTERIDOPHYTA
ANGIOSPERMAE
AMARYLLIDACEAE
|
Narcissus juncifolius Lagasca
|
COMPOSITAE
|
Doronicum plantagineum L. subsp. tournefortii (Rouy) P. Cout.
|
|
Leuzea rhaponticoides Graells
|
CRUCIFERAE
|
Alyssum pintadasilvae Dudley.
|
|
Malcolmia lacera (L.) DC. subsp. graccilima (Samp.) Franco
|
|
Murbeckiella pinnatifida (Lam.) Rothm. subsp. herminii (Rivas-Martinez) Greuter & Burdet
|
GENTIANACEAE
IRIDACEAE
|
Iris lusitanica Ker-Gawler
|
LABIATAE
|
Teucrium salviastrum Schreber subsp. salviastrum Schreber
|
LEGUMINOSAE
|
Anthyllis lusitanica Cullen & Pinto da Silva
|
|
Dorycnium pentaphyllum Scop. subsp. transmontana Franco
|
|
Ulex densus Welw. ex Webb.
|
LILIACEAE
PLUMBAGINACEAE
|
Armeria sampaio (Bernis) Nieto Feliner
|
ROSACEAE
|
Rubus genevieri Boreau subsp. herminii (Samp.) P. Cout.
|
SCROPHULARIACEAE
|
Anarrhinum longipedicelatum R. Fernandes
|
|
Euphrasia mendonçae Samp.
|
|
Scrophularia grandiflora DC. subsp. grandiflora DC.
|
|
Scrophularia berminii Hoffmanns & Link
|
|
Scrophularia sublyrata Brot.
|
” |
|