Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0310

    Zaak C-310/18 PPU: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 19 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad — Bulgarije) — Strafprocedure tegen Emil Milev [Prejudiciële verwijzing — Prejudiciële spoedprocedure — Justitiële samenwerking in strafzaken — Richtlijn (EU) 2016/343 — Vermoeden van onschuld — Publieke verwijzingen naar schuld — Voorzieningen in rechte — Procedure voor de toetsing van de rechtmatigheid van een maatregel van voorlopige hechtenis]

    PB C 408 van 12.11.2018, p. 32–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.11.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 408/32


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 19 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad — Bulgarije) — Strafprocedure tegen Emil Milev

    (Zaak C-310/18 PPU) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Prejudiciële spoedprocedure - Justitiële samenwerking in strafzaken - Richtlijn (EU) 2016/343 - Vermoeden van onschuld - Publieke verwijzingen naar schuld - Voorzieningen in rechte - Procedure voor de toetsing van de rechtmatigheid van een maatregel van voorlopige hechtenis])

    (2018/C 408/41)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Spetsializiran nakazatelen sad

    Partij in de strafprocedure

    Emil Milev

    Dictum

    Artikel 3 en artikel 4, lid 1, van richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn, moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan de vaststelling van voorlopige beslissingen van procedurele aard die gebaseerd zijn op verdenkingen of belastend bewijsmateriaal, zoals een beslissing van een rechterlijke instantie om een maatregel van voorlopige hechtenis te handhaven, op voorwaarde dat de gedetineerde in die beslissingen niet als schuldig wordt aangeduid. Deze richtlijn regelt daarentegen niet onder welke voorwaarden beslissingen inzake voorlopige hechtenis kunnen worden genomen.


    (1)  PB C 268 van 30.7.2018.


    Top