Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE1379

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad COM(2011) 315 definitief — 2011/0150 (COD)

    PB C 376 van 22.12.2011, p. 69–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 376/69


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad

    COM(2011) 315 definitief — 2011/0150 (COD)

    2011/C 376/13

    Rapporteur: de heer PEZZINI

    De Raad en het Europees Parlement hebben op resp. 24 juni 2011 en 23 juni 2011 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad

    COM(2011) 315 definitief — 2011/0150 (COD).

    De afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 30 augustus 2011 goedgekeurd.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 21 en 22 september gehouden 474e zitting (vergadering van 21 september 2011) onderstaand advies uitgebracht, dat met 121 stemmen vóór en 2 stemmen tegen, bij 5 onthoudingen, is goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1   Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) schaart zich achter het voorstel van de Commissie om het Europees normalisatiesysteem te herzien teneinde de vele goed functionerende elementen te behouden, de tekortkomingen te verbeteren, de juiste balans te vinden tussen de internationale, Europese en nationale dimensies en op mondiaal niveau de allerhoogste kwaliteit te kunnen waarborgen.

    1.2   Het EESC is ervan overtuigd dat er een flexibel en dynamisch communautair wet- en regelgevingskader nodig is om de meerwaarde van de Europese technische normalisatie, ter ondersteuning van het concurrentievermogen, de innovatie en de groei, te optimaliseren.

    1.3   Het benadrukt hoe belangrijk de Europese normalisatie is voor het functioneren en de versterking van de interne markt, met name op het gebied van volksgezondheid, veiligheid, milieu, consumentenbescherming en interoperabiliteit, waar steeds meer een beroep wordt gedaan op informatie- en communicatietechnologieën (ICT).

    1.4   Het EESC acht het van cruciaal belang dat er meer vaart wordt gezet achter de formulering van normen en dat de activiteiten op dat vlak worden uitgebreid naar het terrein van de informatie- en communicatiediensten en -technologieën. Daarbij mag de speciale aandacht voor de doelstellingen inzake kwaliteit, veiligheid en de omvang van de opgestelde normen echter niet verslappen en dient er gebruik te worden gemaakt van overlegplatforms op internet en van online-informatie-uitwisseling.

    1.5   De specificaties die door internationale industriële fora en/of consortia in de ICT-sector zijn overgenomen, zouden volgens het EESC pas moeten worden aanvaard nadat de Europese normalisatie-instellingen (ENI's), in samenspraak met vertegenwoordigers van het mkb, de consumenten, de milieubeweging, werknemers en organisaties die belangrijke sociale belangen behartigen, daaraan hun goedkeuring hebben verleend.

    1.6   Het EESC is ingenomen met de voorgestelde vereenvoudiging (op basis van de juiste rechtsgrondslag) van de financieringswijzen van de ENI's, de nationale normalisatie-instellingen en andere organisaties die zich bezighouden met samenwerking op het gebied van normalisatie alsook de Europese organisaties van belanghebbende partijen.

    1.7   Het pleit voor de formulering van een gemeenschappelijk programmeringsdocument, dat moet zorgen voor meer samenhang tussen en een betere coördinatie en afstemming van de toekomstige doelstellingen van de markt. Daarom zouden alle partijen die bij de jaarlijkse programmering zijn betrokken, moeten deelnemen aan de voorbereiding van de werkprogramma's van de ENI's, van andere organen voor de ontwikkeling van sectorale technische specificaties (ICT), van de bevoegde diensten van de Commissie en van de nationale normalisatie-instellingen.

    1.8   Voorts moet worden benadrukt dat de dienstensector, die tussen nu en 2020 verder zal uitgroeien tot een van de innovatieve pijlers van de economie, zo snel mogelijk over de allernieuwste technische normen dient te beschikken. Tegelijkertijd moet er rekening worden gehouden met het feit dat diensten een specifiek karakter hebben en dat het normalisatiemodel van goederen niet zomaar kan worden gekopieerd. Bij de verdere ontwikkeling van normen op het gebied van diensten moet er worden gelet op de behoeften van de markt en de samenleving.

    1.9   Het EESC acht het belangrijk dat er een stabiel kader komt voor een meerjarige financiële programmering van het Europese normalisatiesysteem. Het is zorgwekkend dat de Commissie daartoe alleen voor 2013 begrotingskredieten voorstelt.

    1.10   Het EESC pleit voor zo veel mogelijk wisselwerking tussen de technische normalisatieprocessen en de Europese onderzoeks- en innovatieprogramma's, zodat nieuwe technologieën snel kunnen worden toegepast, wat weer gunstig is voor de concurrentiepositie van de Europese economie op de wereldmarkt.

    1.11   De Europese normalisatie-instellingen (ENI's) en de octrooibureaus, die de intellectuele eigendomsrechten beschermen, dienen nauw met elkaar samen te werken.

    1.12   De nieuwe regelgeving moet er zeker voor zorgen dat Europa zijn positie op het punt van internationale normalisatie kan versterken, zodat er meer uitwisselingen kunnen plaatsvinden en het Europese concurrentievermogen toeneemt.

    2.   Inleiding

    2.1   Het EESC heeft reeds meerdere malen gewezen op de cruciale rol die technische normalisatie speelt bij de ondersteuning van:

    de kwaliteit van Europese producten en diensten;

    hun concurrentiepositie op de interne markt en de wereldmarkt;

    de bescherming van de consument;

    de verbetering van de sociale en milieunormen.

    2.2   Het EESC heeft altijd al gepleit voor „een ruimer gebruik van Europese normalisatie bij het beleid en de wetgeving van de Unie om, rekening houdende met de behoeften van de samenleving en de bedrijven, de uitbreiding van de technische normalisatie te versterken op nieuwe gebieden zoals diensten, informatie- en communicatietechnologie, vervoer, consumenten- en milieubescherming” (1).

    2.3   Bovendien heeft het al eens benadrukt dat „de Europese normalisatie een wezenlijke bijdrage levert aan de werking en consolidatie van de interne markt, met name dankzij de nieuwe aanpak-richtlijnen die betrekking hebben op…” (2)

    2.4   In zijn recentelijk uitgebrachte advies „Naar een Single Market Act” stelt het EESC dat „normen een hoeksteen [zijn] van de eengemaakte markt”. Tegelijkertijd benadrukt het dat „consumenten en kleine en middelgrote bedrijven beter bij de normalisatie [moeten] worden betrokken, onder meer door de kostenfactoren die hun inbreng beperken constant en op duurzame wijze aan te pakken. Normen mogen niet worden bepaald door specifieke partijen. De EU-normen moeten een veel grotere rol gaan spelen in de internationale handel en dienen bij de komende handelsbesprekingen op bilateraal en multilateraal niveau gepromoot te worden” (3).

    2.5   Als strategisch instrument dat de kwaliteit van goederen en diensten waarborgt en zorgt voor interoperabiliteit van netwerken en systemen, een verregaande bescherming van consumenten en het milieu en meer innovatie en sociale integratie, is technische normalisatie van doorslaggevende betekenis voor de werking van de interne markt en de internationale concurrentie tussen aanbieders van producten en diensten.

    2.6   Om die rol goed te kunnen vervullen moet er onder meer aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    Het Europese technische normalisatieproces moet – op instigatie van de Commissie – vlug kunnen beantwoorden aan de behoeften van de wetgever en de snel veranderende industrieën, die producten voortbrengen met een steeds kortere levensduur en ontwikkelingscycli, waardoor toekomstige uitdagingen sneller en soepeler moeten worden aangegaan.

    Technische normen moeten gelijke tred kunnen houden met de snelle technologische ontwikkelingen, omdat ze anders niet bruikbaar zijn. Ook moeten ze steeds bredere sectoren – met name die van de informatietechnologie en de diensten – kunnen beslaan en moeten er snel voldoende kwalitatief hoogstaande normen kunnen worden ontwikkeld door gebruik te maken van onder meer overlegplatforms op internet.

    Bij de formulering en toepassing van normen moet worden tegemoetgekomen aan de eisen van kleine en middelgrote ondernemingen (en niet andersom) en moeten de vertegenwoordigers daarvan uitgebreid kunnen deelnemen aan de normalisatieactiviteiten op met name Europees niveau. Daarbij moet worden gestreefd naar een balans tussen de nationale delegaties, aangezien technische normen voor het mkb over het algemeen een lastige en ingewikkelde materie zijn.

    Door middel van een vrijwillige, open en transparante samenwerking op voet van gelijkheid tussen industriële ondernemingen, het mkb, overheden en andere belanghebbende partijen van het maatschappelijk middenveld moet er worden gezorgd voor een grotere mate van legitimiteit en een bredere consensus. Aangezien de normen vaak betrekking hebben op de veiligheid en het welzijn van de burgers, op de efficiëntie van netwerken, het milieu en andere maatschappelijk belangrijke sectoren, moeten al die sectoren op adequate vertegenwoordiging en inspraak kunnen rekenen.

    Het Europese normalisatiesysteem moet, dankzij goedgekeurde Europese referentienormen, kunnen beantwoorden aan de eisen van volledige interoperabiliteit en compatibiliteit met toepassingen en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (ICT).

    Voor het Europese normalisatiesysteem moet een beroep kunnen worden gedaan op adequate vereenvoudigde financieringsmechanismen, zodat alle belanghebbende partijen volledig kunnen deelnemen aan de totstandkoming van normen en het aspect normalisatie automatisch wordt meegenomen in de publieke onderzoeks- en innovatieprogramma's, dit ter ondersteuning van de ontwikkeling van de Europa 2020-strategie.

    Zodra het vereiste niveau van transparantie, openheid en evenwichtige deelname van alle belanghebbende partijen is gewaarborgd, dienen de door ICT-fora en -consortia ontwikkelde en wereldwijd erkende normen, die door de ENI's – CEN, CENELEC, ETSI – zijn gecontroleerd  (4), te worden samengevoegd, zodat daar in de Europese wetgeving, bij aanbestedingen, naar kan worden verwezen.

    Het systeem van informatie-uitwisseling tussen alle normalisatie-instellingen en -organen in Europa moet voldoende worden versterkt en de normen moeten toegankelijk zijn voor alle belanghebbende partijen.

    2.7   Wat de financiële ondersteuning betreft, zij er nogmaals op gewezen dat reeds in Besluit 1673/2006/EG – waarover het EESC zich al eens heeft uitgesproken – de regels zijn vastgelegd voor de bijdrage van de EU aan de financiering van Europese normalisatie. Dit moet ervoor zorgen dat Europese normen en andere Europese normalisatieproducten worden opgesteld en herzien in overeenkomst met de doelstellingen, de wetgeving en het beleid van de Unie. Dezelfde bepalingen zouden moeten gelden voor de organen die in de voorgestelde verordening weliswaar niet worden erkend als Europese normalisatie-instellingen, maar die wel een mandaat hebben gekregen om voorbereidende werkzaamheden uit te voeren ter ondersteuning van het Europese normalisatieproces.

    2.8   Gezien de omvang van het Europese normalisatieproces ter ondersteuning van het beleid en de wetgeving van de Unie en de grote verscheidenheid aan normalisatieactiviteiten moet er in verschillende financieringswijzen worden voorzien.

    3.   Het voorstel van de Commissie

    3.1   De behoeften waarin het voorstel moet voorzien, kunnen als volgt worden samengevat:

    Om een belangrijke rol te kunnen spelen bij de ondersteuning van de eengemaakte markt voor goederen en diensten en om handelsbelemmeringen binnen de EU te voorkomen, moet de vaststelling van Europese normen door de ENI's betrekking hebben op zowel goederen als diensten en moet de medefinanciering door de EU worden voortgezet. De ontwikkelingssnelheid van Europese normen moet worden verhoogd en gelijke tred houden met de steeds snellere ontwikkelingscycli van producten en diensten.

    Aangezien een norm via consensus tot stand komt, ontleent het normalisatieproces zijn legitimiteit aan de betrokkenheid van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, zoals de sociale partners, het midden- en kleinbedrijf, de consumenten en de milieubeweging.

    Om te kunnen beschikken over normen die de interoperabiliteit tussen diensten en applicaties op het gebied van informatie- en communicatietechnologie waarborgen, moeten ICT-normen ook officieel worden erkend als ze niet door de Europese normalisatie-instellingen (ENI's), maar door gespecialiseerde fora en consortia zijn opgesteld.

    3.2   Behalve in een wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG, 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG voorziet het voorstel daarom ook in herziening en samenvoeging van met name richtlijnen en besluiten.

    3.3   De nieuwe voorgestelde wetgeving heeft tot doel om door middel van een verordening – een instrument dat moet voor zorgen voor een uniforme toepassing – het volgende te bewerkstelligen:

    meer transparantie en samenwerking tussen de nationale normalisatie-instellingen (NNI's), de ENI's en de Commissie;

    erkenning van het gebruik van ICT-normen (hardware, software en IT-diensten), ook als die door andere organen zijn ontwikkeld, mits ze overeenstemmen met de TBT/WTO-beginselen (technische handelsbelemmeringen/Wereldhandelsorganisatie) en beantwoorden aan de noodzaak van een Europese interoperabiliteit;

    een jaarlijkse planning van de normalisatieprioriteiten in de EU en de mandaten van de Commissie;

    een sterkere vertegenwoordiging van het mkb, met financiële steun van de EU, maar ook van consumenten, de milieubeweging en vertegenwoordigers van maatschappelijke belangenorganisaties (ook met het oog op ondersteunende/voorbereidende activiteiten);

    maatregelen om de formulering van door de Commissie gevraagde Europese technische normen te versnellen, met financiële ondersteuning voor de op consensus gerichte activiteiten van de ENI's;

    stimulerende maatregelen om Europese technische normen ook op internationaal niveau onder de aandacht te brengen en om programma's voor bijstand en technische samenwerking met derde landen te bevorderen;

    facilitering van vertalingen in de officiële EU-talen voor het bedrijfsleven, teneinde de Europese en internationale normalisatieactiviteiten meer voor het voetlicht te brengen en de samenhang en toegankelijkheid van de normen te vergroten;

    uitbreiding van de normalisatieactiviteiten op het gebied van diensten (in opdracht van de Commissie) ter ondersteuning van een concurrerende interne markt en ter voorkoming van het naast elkaar bestaan van meerdere nationale normen;

    vermindering van de administratieve rompslomp door het hanteren van vaste tarieven zonder controle van de daadwerkelijk gemaakte kosten;

    invoering van een resultaatgericht systeem op basis van indicatoren en streef- en impactdoelen die zijn overeengekomen om de doeltreffendheid en snelheid van de resultaten en het proces dat daartoe leidt, te verbeteren;

    een jaarverslag dat de ENI's uitbrengen aan de Commissie over met name de financiële aspecten, de transparantie, snelheid, vereenvoudiging, de mate van betrokkenheid van belanghebbenden en de kwaliteit van het normalisatieproces.

    4.   Algemene opmerkingen

    4.1   Het EESC kan zich vinden in de doelstellingen van het Commissievoorstel, aangezien een snel en doeltreffend Europees normalisatieproces waaraan alle belanghebbenden deelnemen, niet alleen een pijler is van de eengemaakte markt – de spil van de Europese integratie en de Europa 2020-strategie (die de eenwording moet voltooien) – maar vooral ook een hoeksteen van het concurrentievermogen van de Europese economie en de drijvende kracht achter innovatie.

    4.2   De normalisatie-instellingen moeten ertoe worden aangespoord om in het kader van hun werkprogramma's hun beleid op het gebied van intellectueel eigendomsrecht (IPR) tegen het licht te houden. Daarbij moeten ze meer aandacht besteden aan de bevordering van innovatie en van nauwere banden met de octrooibureaus, in het bijzonder het Europese octrooibureau in München, zodat vraagstukken op het gebied van intellectueel eigendom direct worden meegenomen en er dus een betere kwaliteit van zowel de octrooien als de normen kan worden gewaarborgd.

    4.3   Het EESC is dan ook ingenomen met het voornemen van de Commissie om het Europese normalisatiesysteem te herzien, om de vele goed functionerende elementen daaruit te behouden en de tekortkomingen te verbeteren, om de juiste balans te zoeken tussen de Europese en nationale dimensie en om tegemoet te komen aan de nieuwe eisen en verwachtingen van het bedrijfsleven, de consumenten, de sociale partners en de hele Europese samenleving.

    4.4   Het EESC acht het van cruciaal belang dat er meer vaart wordt gezet achter de formulering van normen en dat het werkterrein wordt uitgebreid tot dat van de informatie- en communicatiediensten en -technologieën, mits dergelijke maatregelen ervoor zorgen dat de kwaliteitsdoelstellingen van de normen gehandhaafd blijven en dat de uitbreiding van de normalisatieactiviteiten naar organen die geen deel uitmaken van de ENI's, gepaard gaat met dezelfde waarborgen op het gebied van transparantie en deelname waartoe ook deze laatste gehouden zijn.

    4.4.1   Het EESC acht het daarom onontbeerlijk dat de ENI's en de Commissie voorafgaande controles uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de door internationale industriële fora en/of consortia goedgekeurde specificaties, die als referentie moeten dienen bij openbare aanbestedingen, op een onafhankelijke, eerlijke en transparante wijze en met passende betrokkenheid van vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf, de consumenten, de milieubeweging en organisaties die belangrijke sociale belangen behartigen, zijn ontwikkeld.

    4.4.2   Deze noodzakelijke grotere betrokkenheid mag er niet toe leiden dat de procedures voor de gemeenschappelijke formulering van normen ingewikkelder worden en dat daar meer tijd mee gemoeid gaat. Integendeel, door het overleg en de formulering van normen naar internetplatforms te verplaatsen en door gebruik te maken van online-uitwisseling van informatie moet een en ander veel soepeler verlopen (5).

    4.5   Het EESC pleit er eveneens voor dat de verordening voorziet in een meerjarenplanning voor de normalisatie in Europa, zodat er beter en gerichter kan worden ingespeeld op internationale beleidsmaatregelen op het gebied van klimaatverandering, de ontwikkeling van intelligente netwerken, (het transport van) hernieuwbare energie en de grote problemen waar de samenleving en het milieu mee kampen.

    4.6   Om ervoor te zorgen dat alle belanghebbende partijen op zowel Europees als nationaal niveau ongehinderd kunnen deelnemen aan het normalisatieproces, dient er een stimulans te worden gegeven aan opleidingsprogramma's en dienen de noodzakelijke maatregelen te worden getroffen om de zwakkere nationale normalisatie-instellingen (die momenteel niet over een secretariaat voor de technische comités beschikken) in staat te stellen een actievere rol te spelen in het normalisatieproces.

    4.7   Door jaarlijks werkprogramma's op te stellen zouden de ENI's, de andere organen voor de ontwikkeling van sectorale technische specificaties (ICT), de betrokken diensten van de Commissie en de nationale normalisatie-instellingen op doeltreffende wijze kunnen bijdragen aan een snellere en tijdige formulering van meer kwalitatief hoogstaande normen. Voorwaarde is wel dat de samenhang en coördinatie worden gewaarborgd en dat alle belanghebbende partijen bij de jaarlijkse planning worden betrokken.

    4.8   Het EESC is ingenomen met de voorgestelde vereenvoudiging (op basis van de juiste rechtsgrondslag) van de financieringswijzen van de ENI's, de nationale normalisatie-instellingen en andere organisaties die zich bezighouden met samenwerking op het gebied van normalisatie alsook de in bijlage III genoemde Europese organisaties van belanghebbende partijen.

    4.8.1   Het EESC acht het zorgwekkend dat de Commissie daartoe alleen voor 2013 begrotingskredieten voorstelt, en pleit er daarom voor dat er zo snel mogelijk een gedegen financiële meerjarenprogrammering komt.

    4.9   Wat de formulering van geharmoniseerde Europese normen betreft (die ervoor moeten zorgen dat producten aan de bij EU-wetgeving vastgelegde basisvereisten voldoen), kunnen bedrijven „bij afwezigheid van geharmoniseerde normen zich niet […] beroepen op het vermoeden van conformiteit dat de naleving van een dergelijke norm zou vestigen en dat zij dan volgens de conformiteitsbeoordelingsmodule in de toepasselijke EU-wetgeving moeten aantonen dat zij de essentiële eisen naleven. In beide gevallen worden bedrijven onnodig op kosten gejaagd, door de versnippering van de interne markt of door de conformiteitsbeoordelingsprocedures (6)”.

    4.9.1   Het EESC is daarbij van oordeel dat de productie en het vrijwillige gebruik daarvan meer moeten worden gestimuleerd. Dit is nodig om steeds grotere veiligheidsniveaus van producten te kunnen waarborgen.

    4.10   De voorgestelde verordening zou bepalingen moeten bevatten die de omzetting van door het Europese normalisatiesysteem aangenomen normen op internationaal niveau in de hand werken en de invloed van nationale normalisatieorganen en ENI's in de internationale normalisatie-instellingen helpen vergroten. Dit zou kunnen worden bewerkstelligd door middel van gecoördineerde Europese initiatieven om het internationale concurrentievermogen te vergroten en voor meer innovatie te zorgen.

    5.   Specifieke opmerkingen

    5.1   In bijlage 1 zouden ook de erkende nationale normalisatie-instellingen moeten worden vermeld.

    5.2   Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de „technische specificaties” en de officiële normen. Het EESC stelt voor om in considerans 19„desbetreffende normen en technische specificaties” toe te voegen en om in considerans 20 en 22„normen” te vervangen door „technische specificaties”.

    5.3   In artikel 2 zou aan „een technische specificatie voor (…) toepassing”„die door een erkende normalisatie-instelling is goedgekeurd” moeten worden toegevoegd. Voorts zou er een nieuw lid 9 met de volgende strekking moeten worden ingevoegd: (9) „Nationale normalisatie-instelling” – een instelling die in bijlage I wordt vermeld.

    5.4   Wat artikel 3 betreft, is het EESC van mening dat de NNI's bezwaar moeten kunnen maken, ook al moeten ze zich voegen naar de Europese werkprogramma's. Om die reden zou lid 5 als volgt moeten worden gewijzigd: „De nationale normalisatie-instellingen verzetten zich niet tegen het feit dat een normalisatieobject uit hun werkprogramma op Europees niveau krachtens de door de Europese normalisatie-instellingen vastgestelde regels wordt behandeld, en zullen op geen enkele wijze afbreuk doen aan een daartoe genomen besluit”.

    5.4.1   Het EESC stelt verder voor om een nieuw lid 6 met de volgende strekking in te voegen:„De lidstaten treffen alle dienstige maatregelen opdat hun normalisatie-instellingen tijdens de uitwerking of na de goedkeuring van een Europese norm als bedoeld in artikel 7 geen stappen nemen die afbreuk kunnen doen aan de nagestreefde harmonisatie, en met name op het betrokken gebied geen nieuwe of herziene nationale norm publiceren die niet volledig in overeenstemming is met een bestaande Europese norm”.

    5.5   Het EESC stelt voor om in artikel 7 na lid 3 een nieuw lid 3.1 met de volgende strekking in te voegen: „3.1 Bij een verzoek om een geharmoniseerde norm dient deze formeel beslag te krijgen in een overeenkomst tussen de Commissie en de desbetreffende Europese normalisatie-instelling”.

    5.5.1   Het EESC vindt dat de termijn die de Europese normalisatie-instellingen krijgen om op een verzoek van de Commissie te reageren, nl. een maand, nadelig kan uitpakken voor de raadpleging van belanghebbende partijen, en stelt daarom een termijn van drie maanden voor.

    5.6   In artikel 9 zou het EESC de ondertitel willen veranderen in: „Erkenning van technische specificaties op ICT-gebied voor openbare aanbestedingen”. Aan het begin van het artikel zou het de volgende formulering willen toevoegen: „De Commissie kan op het gebied van informatie- en communicatietechnologie…”.

    5.7   Het EESC stelt voor om in artikel 16 een lid a1) met de volgende strekking in te voegen:

    a1)

    de in bijlage I opgenomen lijst van nationale normalisatie-instellingen bij te werken op basis van de in art. 21 genoemde en door de lidstaten verstrekte informatie”.

    Voorts zou het onder b) de volgende wijziging willen doorvoeren:

    b)

    de (…) criteria voor de erkenning „van de technische specificaties” op ICT-gebied in openbare aanbestedingen aan te passen aan „de technische ontwikkelingen””.

    5.8   Het EESC stelt voor om in lid 2 van artikel 17 het volgende toe te voegen:

    De in artikel 16 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt met ingang van 1 januari 2013 voor onbepaalde tijd aan de Commissie verleend. „De Commissie brengt verslag uit over alle mogelijke maatregelen op het gebied van de overdracht van bevoegdheden en dient dit samen met het in art. 19, lid 3, genoemde verslag in”.

    Brussel, 21 september 2011

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Staffan NILSSON


    (1)  Zie PB C 110 van 9 mei 2006, blz. 14.

    (2)  Zie voetnoot 1.

    (3)  Zie PB C 132 van 3 mei 2011, blz. 47.

    (4)  ETSI = het Europees Instituut voor Telecommunicatienormen, een onafhankelijke en niet-winstgevende EU-normalisatie-instelling voor de telecomsector.

    (5)  Bij de ISO en het IEC zijn technische specificaties „instrumenten waaromtrent onvoldoende overeenstemming is bereikt om die tot internationale normen te verheven”.

    (6)  COM (2011) 315, Toelichting, punt 1 en overweging 18 en 36.


    Top