EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52009XG0331(01)
Multi-annual European e-Justice action plan 2009-2013
Meerjarenactieplan 2009-2013 voor de Europese e-justitie
Meerjarenactieplan 2009-2013 voor de Europese e-justitie
PB C 75 van 31.3.2009, p. 1–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 75/1 |
MEERJARENACTIEPLAN 2009-2013 VOOR DE EUROPESE E-JUSTITIE
(2009/C 75/01)
I. INLEIDING
1. |
De Raad JBZ heeft in juni 2007 besloten dat werk moet worden gemaakt van de ontwikkeling, op Europees niveau, van het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) op het gebied van justitie, met name door het creëren van een Europees portaal. |
2. |
Het gebruik van deze nieuwe technologieën draagt namelijk bij tot de rationalisering en de vereenvoudiging van de gerechtelijke procedures. Door op dat gebied een elektronisch systeem te gebruiken, kunnen de proceduretermijnen en de werkingskosten worden beperkt, hetgeen de burgers, de ondernemingen, de rechtsbeoefenaren en de rechtsbedeling ten goede komt. De toegang tot de rechter wordt aldus vergemakkelijkt. |
3. |
Volgens de studies van de Commissie (1) zijn momenteel ongeveer 10 miljoen personen verwikkeld in een grensoverschrijdende civielrechtelijke procedure. Dat aantal zal waarschijnlijk nog stijgen naarmate het personenverkeer binnen de Europese Unie toeneemt. |
4. |
De Groep juridische informatica (e-justitie) van de Raad is reeds 18 maanden hard aan het werk om de opeenvolgende opdrachten die hem door de Raad zijn verleend, tot een goed einde te brengen. In dat verband hebben bepaalde lidstaten proefprojecten opgezet, en met name een project voor de ontwikkeling van een Europees e-justitieportaal. |
5. |
De Commissie heeft op 2 juni 2008 een mededeling aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité gepubliceerd, getiteld „Naar een Europese strategie inzake e-justitie” (2). |
6. |
Ook het Europees Parlement heeft zich beraden op e-justitie. Een op initiatief van het Europees Parlement opgesteld verslag zou vóór eind 2008 aangenomen moeten worden. |
7. |
Tijdens de zitting van 5 en 6 juni 2008 heeft de Raad de Groep juridische informatica (e-justitie) verzocht zich in het licht van de Commissiemededeling (3) te beraden op de aspecten die verband houden met de oprichting van een coördinatie- en beheersstructuur die in staat is om binnen een redelijk tijdschema meerdere grootschalige projecten op het gebied van elektronische justitie (e-justitie) te ontwikkelen, alsmede om de besprekingen over de opstelling van een meerjarenwerkprogramma aan te vangen. |
8. |
Tijdens zijn bijeenkomst op 18 en 19 juni 2008 heeft de Europese Raad zijn waardering uitgesproken voor het initiatief „tot geleidelijke invoering van een eenvormig e-justitieportaal van de EU, dat eind 2009 gereed moet zijn”. |
II. CONTEXT VAN DE ONTWIKKELING VAN E-JUSTITIE OP EUROPEES NIVEAU
9. |
De ontwikkeling van e-justitie moet in een drieledige context worden gesitueerd: |
1. Reeds verrichte werkzaamheden op het gebied van e-justitie
10. |
Voordat de Groep e-justitie zijn werkzaamheden heeft aangevangen, waren in het kader van de Europese Unie al werkzaamheden verricht, die met name tot doel hadden de toegang tot gegevens betreffende de Europese Unie (websites van de Europese instellingen) te garanderen. Meer specifieke werkzaamheden zijn verricht of worden momenteel verricht, hetzij in het kader van de toepassing van de door de Raad vastgestelde instrumenten op civielrechtelijk gebied (bijvoorbeeld het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken) of op strafrechtelijk gebied (bijvoorbeeld het Europees justitieel netwerk in strafzaken of de onderlinge koppeling van de nationale strafregisters), hetzij op basis van initiatieven van de rechtsbeoefenaren (bijvoorbeeld het Europese testamentenregister), hetzij in een ander verband, zoals bijvoorbeeld het online ter beschikking stellen van de bedrijvenregisters en -repertoria die via EBR onderling verbonden zijn, en de kadasters die via EULIS onderling verbonden zijn. |
11. |
Deze initiatieven moeten dan ook in het meerjarenprogramma e-justitie worden ingepast, in overleg met degenen die voor de uitvoering ervan verantwoordelijk zijn. |
2. De e-government-context
12. |
Bij het concipiëren van het Europese e-justitiesysteem moet de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in acht worden genomen. |
13. |
Uit technisch oogpunt beschouwd moet e-justitie evenwel rekening houden met het ruimere kader van e-government (4). Er moet een beroep worden gedaan op de gedegen deskundigheid die inmiddels op het gebied van beveiligde infrastructuren en authentisering van documenten is opgebouwd. In nauwe samenwerking met de Commissie dient een Europees interoperabiliteitskader dat wordt ontwikkeld binnen het IDABC-programma (5) (interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers), te worden aangemoedigd. De Europese activiteiten betreffende de projecten e-handtekening en e-identiteit (6) zijn bijzonder relevant op justitieel gebied, waar de authentisering van akten van essentieel belang is. |
14. |
Het is derhalve in dat algemene kader dat het meerjarenprogramma moet worden opgesteld. Het dient niet alleen oplossingen voor de korte termijn te bevatten, maar ook voor de middellange of lange termijn zodat, door middel van het gebruik van ICT, de ontwikkeling van een Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht wordt bevorderd. |
3. Een horizontale aanpak
15. |
Vraagstukken in verband met e-justitie beperken zich niet tot bepaalde juridische takken, maar rijzen op talrijke domeinen van het burgerlijk recht, het strafrecht en het bestuursrecht. E-justitie is dus een horizontaal vraagstuk in het kader van Europese grensoverschrijdende procedures. |
III. HET ACTIEPLAN
1. Toepassingsgebied
16. |
De Europese dimensie van het project e-justitie moet duidelijk tot uitdrukking komen. E-justitie zou derhalve moeten worden omgedoopt tot Europese e-justitie. |
17. |
De lidstaten blijven uiteraard vrij om, met inachtneming van de bij de Verdragen vastgestelde bevoegdheden, onderling projecten op te zetten die weliswaar als e-justitie-projecten, maar niet noodzakelijkerwijs als Europese e-justitie-projecten kunnen worden beschouwd. Deze projecten kunnen slechts onder bepaalde voorwaarden een Europese status krijgen, en met name op financiering door de Gemeenschap rekenen. |
18. |
Gezien de horizontale dimensie van de Europese e-justitie dient de Groep e-justitie een coördinerende rol te spelen, in de vorm van het bespreken van de technische vraagstukken die tijdens de besprekingen in andere Raadsinstanties aan de orde zijn gesteld. Het wetgevend werk moet daarentegen voorbereid worden door de bevoegde werkgroepen van de Raad, bijvoorbeeld de Groep samenwerking in strafzaken of het Comité burgerlijk recht. |
19. |
Het e-justitiesysteem moet openstaan voor de burger, het bedrijfsleven, de rechtsbeoefenaren en de rechterlijke macht, waaraan de beschikbare moderne technologie ten goede zal komen. Er moeten drie criteria worden vastgesteld: |
a) Een Europese dimensie
20. |
De Europese e-justitie beoogt de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte te vergemakkelijken door gebruik te maken van de informatie- en communicatietechnologieën. Bij de projecten die in het kader van de Europese e-justitie worden ontwikkeld, moeten derhalve alle lidstaten van de Europese Unie kunnen worden betrokken. |
b) Steun voor de totstandbrenging van de Europese justitiële ruimte
21. |
In de projecten moet de voorkeur worden gegeven aan de uitvoering van de wetgevingsinstrumenten die reeds door de Europese Gemeenschap en de Europese Unie op justitiegebied zijn aangenomen, zonder echter de andere projecten uit te sluiten die een meerwaarde voor de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte opleveren. |
22. |
Voorts moet de Europese e-justitie een werkinstrument voor de rechtsbeoefenaren en de rechterlijke macht vormen doordat het een platform en individuele functies biedt voor doeltreffende en beveiligde uitwisseling van gegevens. |
c) Een constructie ten dienste van de Europese burger
23. |
Het is van fundamenteel belang dat de ontwikkeling van de Europese e-justitie rechtstreeks het belang dient van de Europese burger, aan wie de meerwaarde ervan ten goede moet komen, met name via het portaal. Bij de keuze van de projecten of van de volgorde waarin zij worden verwezenlijkt, dient ervoor te worden gezorgd dat de burgers op korte termijn hun voordeel kunnen doen met de instrumenten van de Europese e-justitie. Daartoe moeten in overeenstemming met de bijlage zo spoedig mogelijk verscheidene projecten worden opgestart, onverminderd andere projecten die volgens de nadere regelingen van het onderhavige actieplan kunnen worden toegevoegd. |
24. |
Alle projecten die tot doel hebben de Europese burgers een beter inzicht te geven in hun rechten beantwoorden aan deze doelstelling. Dat moet ook gelden voor projecten die de burgers helpen hun rechten te doen gelden (rechtsbijstand, bemiddeling, vertaling, enz.). |
2. Functies van de Europese e-justitie
25. |
De functies van het toekomstige Europese e-justitiesysteem zijn duidelijk omschreven door de Groep e-justitie en in de mededeling van de Commissie. De volgende drie basisfuncties moeten worden vastgesteld: |
a) Toegang tot justitiële gegevens
26. |
Deze gegevens betreffen met name de Europese wetgeving en jurisprudentie (7), alsook de wetgeving en jurisprudentie van de lidstaten. |
27. |
De Europese e-justitie zal ook, via onderlinge koppelingen, toegang verlenen tot de gegevens die door de lidstaten ten behoeve van de openbare dienst „justitie” worden beheerd (bijvoorbeeld, en met inachtneming van de werkingsregels van dit project, de onderlinge koppeling van de gegevensbanken van strafregisters van de lidstaten). |
b) De dematerialisering van de procedures
28. |
De dematerialisering van grensoverschrijdende gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures (bijvoorbeeld e-bemiddeling) behelst met name de elektronische communicatie tussen een rechtbank en de betrokken partijen, in het bijzonder om uitvoering te geven aan door de Raad aangenomen Europese instrumenten (8). |
c) Communicatie tussen justitiële autoriteiten
29. |
Het vereenvoudigen en aanmoedigen van de communicatie tussen de justitiële autoriteiten van de lidstaten, met name in het kader van de in de Europese justitiële ruimte vastgestelde instrumenten, is van bijzonder belang (bijvoorbeeld via videoconferentie of een beveiligd elektronisch netwerk). |
3. Het Europese e-justitieportaal
30. |
Aan het ene Europese e-justitieportaal dat de Europese Raad voor eind 2009 ingevoerd wil zien, is heel wat werk gewijd in de Groep e-justitie. In dat verband heeft een groep lidstaten een proefproject uitgevoerd. Het is van belang dat de totstandbrenging van het portaal in het verlengde ligt van de werkzaamheden die tot dusver in het kader van dat proefproject zijn verricht. |
31. |
Het portaal zal toegang verschaffen tot het hele Europese e-justitiesysteem, dat wil zeggen tot Europese en nationale informatiesites en/of diensten. Dit portaal mag echter niet louter bestaan uit een reeks links naar andere websites. |
32. |
Via een eenvormige authentiseringsprocedure wordt de rechtsbeoefenaren toegang verleend tot de verschillende hun specifiek voorbehouden functies, waar hun aangepaste toegangsrechten worden verleend. Het zou dienstig kunnen zijn om ook voor andere geïnteresseerden dan rechtsbeoefenaren in een dergelijke authentisering te voorzien. |
33. |
Voorts zal het portaal toegang bieden tot de nationale functies via een meertalige gebruikersvriendelijke interface, zodat de op deze sites verstrekte informatie door de Europese burger kan worden begrepen. |
34. |
De inhoud van de via het portaal toegankelijke functies, alsook het beheer daarvan, berusten uiteraard op door de Raad gemaakte keuzes met betrekking tot zowel de functies van de Europese e-justitie als de nadere regelingen voor het beheer ervan. |
4. Technische aspecten
35. |
Om een systeem voor de Europese e-justitie te kunnen opzetten, moet een aantal horizontale technische kwesties worden geregeld, die nader staan beschreven in het verslag dat op 5 juni 2007 door de Raad is goedgekeurd (9). |
a) Een gedecentraliseerd technisch systeem
36. |
Tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie in januari 2007 in Dresden was een grote meerderheid van de ministers ervoor gewonnen om op Europees niveau een gedecentraliseerd systeem op te zetten dat de in de lidstaten bestaande systemen met elkaar verbindt. |
b) Normalisering van de gegevensuitwisseling
37. |
Gezorgd moet worden voor de grootst mogelijke compatibiliteit tussen de verschillende technische en organisatorische maatregelen voor de toepassingen in de rechterlijke organisaties, en tegelijk moet de lidstaten een zo groot mogelijke soepelheid worden geboden. Er moet evenwel overeenstemming worden bereikt over gestandaardiseerde communicatieformaten en -protocollen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bestaande Europese of internationale normen ter zake, zulks teneinde een goedkopere interoperabele, doeltreffende, veilige en snelle uitwisseling van gegevens mogelijk te maken. |
c) Authentiseringsmechanismen
38. |
Een essentiële voorwaarde voor een efficiënt gebruik van e-justitie over de landsgrenzen heen is de ontwikkeling van uniforme standaarden of interfaces voor het gebruik van authentiseringstechnologieën en componenten van elektronische handtekeningen. Deze voorwaarde is, op zijn minst gezegd, essentieel voor de functies van de Europese e-justitie die verder gaan dan het louter verstrekken van juridische informatie aan het grote publiek. De diverse wettelijke voorschriften die in de lidstaten van kracht zijn, alsook de technologieën die in dat verband worden gebruikt, moeten dus verder worden bestudeerd. Op basis van resultaten en de opgedane ervaring kan een beslissing worden genomen over de invoering van een uit juridisch oogpunt zo veilig mogelijke elektronische uitwisseling van documenten tussen de lidstaten. |
d) Systeembeveiliging en gegevensbescherming
39. |
In het kader van de totstandbrenging van de Europese e-justitiediensten voor uitwisseling van gegevens tussen justitiële autoriteiten onderling of tussen justitiële autoriteiten en burgers of rechtsbeoefenaren, moeten die gegevens langs beveiligde kanalen worden uitgewisseld. Dienaangaande kan ook rekening worden gehouden met de voorbereidende werkzaamheden in het kader van de IDABC. |
40. |
Aangezien de meeste van deze gegevens persoonsgegevens in de zin van de Europese wetgeving zijn, moet de naleving van de beginselen van deze wetgeving absoluut worden gewaarborgd. |
5. Taalaspecten
41. |
Aangezien er in de instellingen van de Europese Unie drieëntwintig verschillende talen worden gebruikt en ernaar gestreefd wordt de Europese burgers een gebruiksvriendelijke toegang tot het Europese e-justitiesysteem te verschaffen, moeten er gerichte maatregelen voor vertaling en vertolking op justitiegebied in overweging worden genomen. |
42. |
In dat verband is het een illusie te denken dat het vergemakkelijken van de toegang van de burger tot de e- justitiesite van een andere lidstaat dan de zijne een bevredigende oplossing is: door de taalbarrière zou een dergelijke toegang immers tot op grote hoogte nutteloos zijn. |
43. |
Deze uitdaging op taalgebied kan specifiek worden aangegaan door systemen voor automatische vertaling in te zetten, met name voor de inhoud van in de Europese instrumenten gebruikte formulieren, en door nationale vertaalhulpmiddelen online ter beschikking te stellen. |
44. |
Voorts moet een werkmethode worden opgezet om te zorgen voor een accurate vertaling, in de 23 talen van de instellingen van de Europese Gemeenschap, van de juridische begrippen die in de rechtsorden van de lidstaten worden gehanteerd, waarbij ten volle aandacht wordt besteed aan de semantische aspecten. |
6. Behoefte aan een werkinfrastructuur
45. |
Uit al deze aspecten blijkt dat het in ieder geval noodzakelijk is een procedure uit te werken voor de keuze van de technische normen voor de interoperabiliteit van de systemen in de lidstaten en, zoals voor ICT-projecten gebruikelijk, de taakverdeling te preciseren in:
|
46. |
Deze structuur zal ongetwijfeld ICT-experts moeten tellen en over vertaalcapaciteit dienen te beschikken. Verscheidene — eventueel complementaire — mogelijkheden kunnen worden overwogen:
|
7. Financiering
47. |
De totstandbrenging van de Europese e-justitie vergt een belangrijke financiële inspanning, vooral ten behoeve van:
|
48. |
In het kader van de financiële programma's voor civiel recht en voor strafrecht zouden voor 2008 en 2009 45 miljoen EUR aan middelen kunnen worden uitgetrokken. Dat bedrag zou in de komende jaren aanzienlijk moeten worden verhoogd. Voorts moet worden gepreciseerd welke overige in de begroting van de Europese Gemeenschappen beschikbare bedragen onmiddellijk voor de Europese e-justitie kunnen worden toegewezen. |
49. |
Voorts zou, zoals de Commissie voorstelt, zo spoedig mogelijk één enkel horizontaal programma moeten worden overwogen, dat zowel het civiel recht als het strafrecht bestrijkt. Om te voorzien in de behoeften die de totstandbrenging van de Europese e-justitie op zowel nationaal als communautair niveau met zich meebrengt, moeten er aanzienlijk meer middelen ter beschikking worden gesteld. De selectiecriteria die momenteel in de programma's civiel recht en strafrecht worden gehanteerd, zouden voorts verduidelijkt en geharmoniseerd moeten worden om rekening te houden met de in punt III van dit document omschreven criteria voor de Europese e-justitie. |
50. |
De niet onder punt 49 vallende projecten voor de Europese e-justitie in de zin van dit actieplan zullen eventueel gefinancierd worden uit andere beschikbare communautaire programma's, voor zover deze projecten voldoen aan de voorwaarden van deze programma's. |
IV. VOORSTELLEN VAN HET VOORZITTERSCHAP
51. |
Het opstellen van een meerjarenprogramma vereist dat vooraf:
|
52. |
Daartoe moet de Raad, met inachtneming van de autonomie van de instellingen en overeenkomstig de artikelen 5 en 7 van het EG-Verdrag, een aantal beslissingen nemen over de kwesties die in dit document aan de orde worden gesteld, en met name over:
|
53. |
In dat verband merkt het voorzitterschap op dat uit de weinige ervaring die reeds met de bestaande e-justitiesystemen is opgedaan (opstarten van de site van het Europees Justitieel Netwerk in strafzaken, onderlinge koppeling van de strafregisters), blijkt dat het initiatief van één of meer lidstaten in vele gevallen van doorslaggevend belang is voor het opstarten van projecten. |
54. |
Voorbij een bepaald ontwikkelingsstadium verhoogt de deelname van een groter aantal lidstaten evenwel de complexiteit van de werkzaamheden. Het opzetten, het beheer en de ontwikkeling van het project moeten dan dus een Europese dimensie krijgen. |
55. |
Voorts blijkt uit de verschillende hiervoor beschreven technische aspecten overduidelijk dat het beheer van bepaalde horizontale taken op Europees niveau een meerwaarde oplevert. Naarmate het aantal beschikbare e-justitiediensten toeneemt, zullen voorts een aantal belangrijke schaaleffecten beginnen te spelen. |
1. Voor een Europese e-justitie
56. |
Het voorzitterschap stelt voor het programma e-justitie de benaming Europese e-justitie te geven. |
2. Naar het tot stand brengen van een werkstructuur
57. |
Gezien de in dit actieplan beschreven ontwikkelingen en met het oog op de uitvoering van een meerjarenprogramma voor de invoering van de Europese e-justitie, stelt het voorzitterschap de volgende algemene werkmethode voor: |
a) Specificering van het project
58. |
In overeenstemming met de in dit actieplan vastgestelde richtsnoeren wordt de Raad belast met het toezicht op de voortgang van het meerjarenprogramma. Hij neemt alle beslissingen die nodig zijn voor het verwezenlijken van de door dit actieplan vastgestelde doelstellingen. Hij heeft met name de opdracht om, uitgaande van de in punt III bepaalde criteria en in nauw overleg met de Commissie, de lijst van nieuwe projecten op te stellen die door de Groep zelf, de lidstaten (punt c) of de Commissie worden voorgesteld. |
59. |
De Commissie verricht eigener beweging of op verzoek van de Raad de studies die zij passend acht. |
60. |
De Raad kan de functionele kenmerken van de projecten bepalen. |
61. |
Voor de financiering uit de communautaire begroting houdt de Commissie, overeenkomstig de toepasselijke procedures, ten volle rekening met de richtsnoeren en besluiten van de Raad. |
b) Projectbeheer
62. |
De Europese Commissie stelt de Raad een structuur voor het projectbeheer ter beschikking die belast is met:
|
c) De lidstaten
63. |
Onverminderd de in punt a) genoemde voorschriften kunnen de lidstaten, eventueel via de beschikbare communautaire financiering, nieuwe projecten voor de Europese e-justitie voorstellen en opstarten met de technische kenmerken die in nauw overleg met de Commissie door de Raad zijn vastgesteld; het betreft met name de eerbiediging van de technische normen en de ontwikkeling van meertalige interfaces. |
3. Herzieningsclausule
64. |
De Groep e-justitie zal een evaluatie maken van de werkzaamheden die in het eerste halfjaar door de projectbeheerstructuur zijn verricht en zal de Raad eventueel passende voorstellen doen om de werking ervan te verbeteren. |
4. Een meerjarenprogramma
65. |
Het meerjarenprogramma in de bijlage zal regelmatig worden bijgewerkt naarmate de werkzaamheden vorderen. |
V. CONCLUSIES
66. |
Het Coreper/de Raad wordt verzocht dit actieplan voor de Europese e-justitie goed te keuren. |
(1) 10285/08 ADD 1 JURINFO 45 JAI 305 JUSTCIV 119 COPEN 118 CRIMORG 87.
(2) 10285/08 JURINFO 45 JAI 305 JUSTCIV 119 COPEN 118 CRIMORG 87.
(3) Er moet rekening worden gehouden met het feit dat het Europees Parlement inmiddels een begin heeft gemaakt met de besprekingen over e-justitie.
(4) De e-government wordt gedefinieerd als de gebruik van ICT in het geheel van administratieve procedures.
(5) http://ec.europa.eu/idabc/ Preliminary Study on mutual recognition of e-Signatures for e-Government applications (2007) en eID Interoperability for PEGS (2007).
(6) Standardisation aspects of e-Signature — (2007).
http://ec.europa.eu/information_society/eeurope/i2010/docs/esignatures/e_signatures_standardisation.pdf
(7) Er zal worden gezorgd voor een link met EUR-Lex en N-Lex.
(8) Verordening (EG) nr. 1896/2006; Verordening (EG) nr. 861/2007.
(9) Document 10393/07 JURINFO 21 van 5 juni 2007.
BIJLAGE
ACTIEPLAN
Bijlage bij het meerjarenactieplan 2009-2013 voor de Europese e-justitie
Inleiding
De projecten zijn per soort project ingedeeld in de volgende categorieën:
— |
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte; |
— |
onderlinge koppeling van nationale registers; |
— |
horizontaal vraagstuk; |
— |
uitwisseling van goede praktijken. |
Project |
Stand van de werkzaamheden |
Te ondernemen actie |
Verantwoordelijke voor de actie |
Tijdsschema |
Opmerkingen |
Soort project |
||||||||||||
e-justitieportaal |
|
|
|
2009-2011 lancering in 2008, met openstelling voor het publiek in december 2009 (zie conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2008) |
besprekingen aan de gang de toegankelijke sites zullen worden bepaald afhankelijk van de in aanmerking komende projecten en de door de Raad vastgestelde criteria |
horizontaal vraagstuk |
||||||||||||
|
|
|
het portaal zal worden verbeterd en aangevuld naarmate andere projecten worden verwezenlijkt |
|||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
Onderlinge koppeling van de strafregisters |
|
|
Raad (werkzaamheden inzake het project ECRIS, met follow-up door de Groep COPEN) en Commissie (uitwerken van de referentie-implementatie en cofinanciering door de EU) |
|
tot dusver, werkzaamheden gevolgd door de Groep COPEN |
onderlinge koppeling van nationale registers en ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||
Europese betalingsbevel-procedure |
|
|
|
2009-2011 |
|
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
Rechtsbijstand |
Richtlijn van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensover-schrijdende zaken, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand |
|
Commissie |
2009-2013 |
|
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
Europese procedure inzake geringe vorderingen |
Verordening van 11 juli 2007 die voorziet in de mogelijkheid om elektronische middelen te gebruiken |
|
|
2009-2013 |
|
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
Vertaling |
proefproject EUROVOC geautomatiseerd vertaalsysteem SYSTRAN dat sinds 1976 wordt gebruikt door Oostenrijk verspreide vragenlijst; werkzaamheden betreffende semantische interoperabiliteit en tabellen (ter bevordering van een beter begrip) |
|
|
2009-2013 |
|
horizontaal vraagstuk |
||||||||||||
|
2009-2013 |
|||||||||||||||||
|
2009-2013 |
|||||||||||||||||
|
2009-2013 |
|||||||||||||||||
Beter gebruik van videoconferentie-technologieën |
|
|
|
|
beide justitiële netwerken bij de werkzaamheden betrekken |
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte, alsmede uitwisseling van goede praktijken |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||
Bemiddeling |
Richtlijn van 21 mei 2008, die voor 21 mei 2011 moet zijn omgezet |
|
Commissie |
2011-2013 |
het tijdsschema voor de werkzaamheden hangt af van de datum waarop de richtlijn wordt omgezet |
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
Elektronische handtekening (1) |
|
|
Commissie |
2009-2011 |
het IDABC-project wordt gerealiseerd door DG SANCO |
horizontaal vraagstuk |
||||||||||||
Betekening of kennisgeving van gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken (langs elektronische weg) |
Verordening van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken |
|
Commissie |
2010-2011 |
|
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
Online-betaling van procedurekosten |
het mogelijk maken de procedurekosten online te betalen |
start van de werkzaamheden |
lidstaten |
2011-2013 |
|
ondersteuning van de instrumenten die zijn aangenomen voor de ontwikkeling van de Europese justitiële ruimte |
||||||||||||
Onderlinge koppeling van insolventieregisters |
|
|
groep lidstaten, vervolgens Commissie |
voortzetting in 2009 op initiatief van de lidstaten; integratie in het portaal |
|
onderlinge koppeling van nationale registers |
||||||||||||
Onderlinge koppeling van kadasters (integratie van EULIS) |
|
authentisering van de gebruiker via het portaal |
Commissie |
2009-2010 |
koppeling met de werkzaamheden van andere Raadsinstanties |
onderlinge koppeling van nationale registers |
||||||||||||
Onderlinge koppeling van handelsregisters (integratie van EBR) |
|
authentisering van de gebruiker via het portaal |
Commissie |
2009-2010 |
koppeling met de werkzaamheden van andere Raadsinstanties |
onderlinge koppeling van nationale registers |
||||||||||||
Onderlinge koppeling van testamentenregisters |
|
|
Raad JBZ en ARERT (CNUE) |
2011-2013 |
koppeling met het toekomstige instrument inzake nalatenschappen dat de Commissie in 2009 zal presenteren |
onderlinge koppeling van nationale registers |
||||||||||||
Opleiding van vakmensen |
|
|
|
2010-2012 |
|
uitwisseling van goede praktijken |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||
|
|
|
(1) Zie tevens de werkzaamheden betreffende authentisering en identificering zoals die hierboven voor het e-justitieportaal zijn vermeld.
(2) Met eerbiediging van de autonomie die het Europese e-justitieproject moet genieten.