EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CA0306
Case C-306/17: Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 31 May 2018 (request for a preliminary ruling from the Tatabányai Törvényszék — Hungary) — Éva Nothartová v Sámson József Boldizsár (Reference for a preliminary ruling — Area of freedom, security and justice — Judicial cooperation in civil matters — Regulation (EU) No 1215/2012 — Jurisdiction — Special jurisdiction — Article 8(3) — Counterclaim arising or not arising from the same contract or facts on which the original claim was based)
Zaak C-306/17: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Törvényszék — Hongarije) — Éva Nothartová / Sámson József Boldizsár [Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Rechterlijke bevoegdheid — Bijzondere bevoegdheden — Artikel 8, punt 3 — Tegenvordering die al dan niet voortspruit uit de overeenkomst of uit het feit waarop de oorspronkelijke vordering gegrond is]
Zaak C-306/17: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Törvényszék — Hongarije) — Éva Nothartová / Sámson József Boldizsár [Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Rechterlijke bevoegdheid — Bijzondere bevoegdheden — Artikel 8, punt 3 — Tegenvordering die al dan niet voortspruit uit de overeenkomst of uit het feit waarop de oorspronkelijke vordering gegrond is]
PB C 259 van 23.7.2018, p. 12–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-306/17: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Törvényszék — Hongarije) — Éva Nothartová / Sámson József Boldizsár [Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Rechterlijke bevoegdheid — Bijzondere bevoegdheden — Artikel 8, punt 3 — Tegenvordering die al dan niet voortspruit uit de overeenkomst of uit het feit waarop de oorspronkelijke vordering gegrond is]
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Törvényszék — Hongarije) — Éva Nothartová / Sámson József Boldizsár
(Zaak C-306/17) ( 1 )
„[Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Rechterlijke bevoegdheid — Bijzondere bevoegdheden — Artikel 8, punt 3 — Tegenvordering die al dan niet voortspruit uit de overeenkomst of uit het feit waarop de oorspronkelijke vordering gegrond is]”
2018/C 259/16Procestaal: HongaarsVerwijzende rechter
Tatabányai Törvényszék
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Éva Nothartová
Verwerende partij: Sámson József Boldizsár
Dictum
Artikel 8, punt 3, van verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat het niet-exclusief van toepassing is in een situatie waarin bij de rechterlijke instantie die bevoegd is om kennis te nemen van een beweerde schending van persoonlijkheidsrechten van de verzoeker op grond dat zonder diens medeweten foto’s en video-opnamen zijn gemaakt, door de verweerder een tegenvordering is ingediend strekkende tot schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad van de verzoeker, met name wegens de beperking van zijn intellectuele schepping, die het voorwerp vormt van de oorspronkelijke vordering, wanneer het onderzoek van die tegenvordering vereist dat die rechterlijke instantie beoordeelt of de feiten waarop de verzoeker zijn eigen vorderingen baseert al dan niet rechtmatig zijn.
( 1 ) PB C 269 van 14.8.2017.