Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0419

    Zaak C-419/16: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale di Bolzano — Italië) — Sabine Simma Federspiel / Provincia autonoma di Bolzano, Equitalia Nord SpA (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging en vrij verkeer van werknemers — Artikelen 45 en 49 VWEU — Wederzijdse erkenning van diploma’s, certificaten en andere titels van artsen — Richtlijnen 75/363/EEG en 93/16/EEG — Bezoldiging van medisch specialisten in opleiding)

    PB C 72 van 26.2.2018, p. 19–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.2.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 72/19


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale di Bolzano — Italië) — Sabine Simma Federspiel / Provincia autonoma di Bolzano, Equitalia Nord SpA

    (Zaak C-419/16) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Vrijheid van vestiging en vrij verkeer van werknemers - Artikelen 45 en 49 VWEU - Wederzijdse erkenning van diploma’s, certificaten en andere titels van artsen - Richtlijnen 75/363/EEG en 93/16/EEG - Bezoldiging van medisch specialisten in opleiding))

    (2018/C 072/24)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Tribunale di Bolzano

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Sabine Simma Federspiel

    Verwerende partijen: Provincia autonoma di Bolzano, Equitalia Nord SpA

    Dictum

    1)

    Artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 75/363/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de arts, zoals gewijzigd bij richtlijn 82/76/EEG van de Raad van 26 januari 1982, en artikel 24, lid 1, onder c), van richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma’s, certificaten en andere titels, moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan voorschriften van een lidstaat zoals aan de orde in het hoofdgeding, op grond waarvan aan de toekenning van een nationale beurs die bedoeld is ter financiering van een in een andere lidstaat verstrekte opleiding die tot de verkrijging van de titel van medisch specialist leidt, de voorwaarde gekoppeld is dat de begunstigde arts in een tijdvak van tien jaar na de verkrijging van de titel van specialist gedurende vijf jaar zijn beroepswerkzaamheden in die eerste lidstaat uitoefent of, bij gebreke daarvan, dat hij tot 70 % van het bedrag van de ontvangen beurs, vermeerderd met rente, terugbetaalt.

    2)

    De artikelen 45 en 49 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan voorschriften van een lidstaat zoals aan de orde in het hoofdgeding, op grond waarvan aan de toekenning van een nationale beurs die bedoeld is ter financiering van een in een andere lidstaat verstrekte opleiding die tot de verkrijging van de titel van medisch specialist leidt, de voorwaarde gekoppeld is dat de begunstigde arts in een tijdvak van tien jaar na de verkrijging van de titel van specialist gedurende vijf jaar zijn beroepswerkzaamheden in die eerste lidstaat uitoefent of, bij gebreke daarvan, dat hij tot 70 % van het bedrag van de ontvangen beurs, vermeerderd met rente, terugbetaalt, tenzij de in die voorschriften vervatte maatregelen niet daadwerkelijk bijdragen tot het nastreven van de doelstellingen van bescherming van de volksgezondheid en financieel evenwicht van het socialezekerheidsstelsel en verder gaan dan daartoe noodzakelijk is. Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dat te beoordelen.


    (1)  PB C 392 van 24.10.2016.


    Top