Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0016

Zaak C-16/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 23 april 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Gent — België) — Property Development Company NV/Belgische Staat (Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Zesde btw-richtlijn — Artikel 11, A — Bestemming van een goed die wordt gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel — Bestemming van een gebouw voor een van btw vrijgestelde activiteit — Maatstaf van heffing voor deze bestemming — Intercalaire interest die bij de oprichting van het gebouw is betaald)

PB C 205 van 22.6.2015, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 205/8


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 23 april 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Gent — België) — Property Development Company NV/Belgische Staat

(Zaak C-16/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Zesde btw-richtlijn - Artikel 11, A - Bestemming van een goed die wordt gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel - Bestemming van een gebouw voor een van btw vrijgestelde activiteit - Maatstaf van heffing voor deze bestemming - Intercalaire interest die bij de oprichting van het gebouw is betaald))

(2015/C 205/10)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Beroep te Gent

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Property Development Company NV

Verwerende partij: Belgische Staat

Dictum

Artikel 11, A, lid 1, onder b), van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat in een geval als in het hoofdgeding de maatstaf van heffing voor de berekening van de belasting over de toegevoegde waarde over een bestemming, in de zin van artikel 5, lid 7, onder b), van deze richtlijn, van een gebouw dat de belastingplichtige heeft doen oprichten, gelijk is aan de aankoopprijs die op het tijdstip van deze bestemming gold voor gebouwen waarvan de ligging, de omvang en de andere wezenlijke kenmerken te vergelijken zijn met die van het betrokken gebouw. Daarbij is van geen belang of een deel van deze aankoopprijs het gevolg is van de betaling van intercalaire interest.


(1)  PB C 102 van 7.4.2014.


Top