Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0424

Zaak C-424/13: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 23 april 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerische Verwaltungsgerichtshof — Duitsland) — Zuchtvieh-Export GmbH/Stadt Kempten [Prejudiciële verwijzing — Landbouw — Verordening (EG) nr. 1/2005 — Bescherming van dieren tijdens het vervoer — Lang transport van een lidstaat naar een derde staat — Artikel 14, lid 1 — Door de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek vóór lange transporten te verrichten controle in verband met het transportjournaal — Toepasselijkheid van dit voorschrift op het deel van het transport dat buiten het grondgebied van de Europese Unie plaatsvindt — Toepasselijkheid van de bij die verordening vastgestelde normen op dat deel van het transport]

PB C 205 van 22.6.2015, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 205/5


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 23 april 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerische Verwaltungsgerichtshof — Duitsland) — Zuchtvieh-Export GmbH/Stadt Kempten

(Zaak C-424/13) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Landbouw - Verordening (EG) nr. 1/2005 - Bescherming van dieren tijdens het vervoer - Lang transport van een lidstaat naar een derde staat - Artikel 14, lid 1 - Door de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek vóór lange transporten te verrichten controle in verband met het transportjournaal - Toepasselijkheid van dit voorschrift op het deel van het transport dat buiten het grondgebied van de Europese Unie plaatsvindt - Toepasselijkheid van de bij die verordening vastgestelde normen op dat deel van het transport])

(2015/C 205/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bayerischer Verwaltungsgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Zuchtvieh-Export GmbH

Verwerende partij: Stadt Kempten

in tegenwoordigheid van: Landesanwaltschaft Bayern

Dictum

Artikel 14, lid 1, van verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van verordening (EG) nr. 1255/97 moet aldus worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek een vervoer met een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, dat op het grondgebied van de Europese Unie aanvangt en buiten dat grondgebied wordt voortgezet, slechts kan goedkeuren indien de organisator van het transport een journaal overlegt dat, gelet op de wijze waarop het transport is georganiseerd, realistisch is en ervan blijk geeft dat de bepalingen van die verordening zullen worden nageleefd, en dit ook voor het gedeelte van het transport dat plaatsvindt op het grondgebied van derde landen, en dat, wanneer dat niet het geval is, die autoriteit kan eisen dat de organisatie van het transport zodanig wordt gewijzigd dat de naleving van die bepalingen verzekerd is voor het gehele transport.


(1)  PB C 336 van 16.11.2013.


Top