Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0482

    Zaak C-482/08: Beroep ingesteld op 10 november 2008 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

    PB C 32 van 7.2.2009, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.2.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/15


    Beroep ingesteld op 10 november 2008 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-482/08)

    (2009/C 32/24)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: V. Jackson, gemachtigde, T. Ward, barrister)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    nietig verklaren besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (1);

    vaststellen dat na nietigverklaring van het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS de bepalingen daarvan van kracht blijven, behalve voor zover zij tot gevolg hebben dat het Verenigd Koninkrijk van deelneming aan de toepassing van het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS wordt uitgesloten;

    Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het Verenigd Koninkrijk is het recht ontzegd om deel te nemen aan de vaststelling van het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS op grond dat naar de mening van de Raad de maatregel een ontwikkeling is van de bepalingen van het Schengen-acquis — namelijk het gemeenschappelijk visumbeleid —, waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt. Bijgevolg stelt de Raad zich op het standpunt dat het besluit niet bindend is voor noch van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk.

    Het Verenigd Koninkrijk stelt dat de Raad ten onrechte heeft geconcludeerd dat het besluit een ontwikkeling is van de bepalingen van het Schengen-acquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt. Het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS is geen ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid, maar eerder een maatregel op het gebied van politiesamenwerking. Noch het doel noch de inhoud van het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS hebben betrekking op het gemeenschappelijk visumbeleid. Bij dit besluit gaat het echter volledig om het delen van door de visa-autoriteiten ingevoerde informatie met de aangewezen wetshandhavingsautoriteiten en Europol met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. Dit komt tot uiting in de door de Raad gekozen rechtsgrondslag, namelijk de artikelen 30, lid 1, sub b, EU en 34, lid 2, sub c, EU.

    Derhalve wordt nietigverklaring gevorderd van het besluit inzake de toegang van de politie tot het VIS op grond dat de uitsluiting van het Verenigd Koninkrijk van de vaststelling daarvan schending van wezenlijke vormvoorschriften en/of schending van het Verdrag in de zin van artikel 35, lid 6, EU oplevert.


    (1)  PB L 218, blz. 129.


    Top