This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007TN0414
Case T-414/07: Action brought on 19 November 2007 — Euro-Information v OHIM (Representation of a hand holding a card plus three triangles)
Zaak T-414/07: Beroep ingesteld op 19 november 2007 — Euro-Information/BHIM (Weergave van hand die kaart vasthoudt met drie driehoeken)
Zaak T-414/07: Beroep ingesteld op 19 november 2007 — Euro-Information/BHIM (Weergave van hand die kaart vasthoudt met drie driehoeken)
PB C 22 van 26.1.2008, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/45 |
Beroep ingesteld op 19 november 2007 — Euro-Information/BHIM (Weergave van hand die kaart vasthoudt met drie driehoeken)
(Zaak T-414/07)
(2008/C 22/85)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Européenne de traitement de l'Information (Euro-Information) (Straatsburg, Frankrijk) (vertegenwoordigers: P. Greffe en M. Chaminade, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Conclusies
— |
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 6 september 2007 in zaak R-290/2007-1 te vernietigen, voor zover daarbij de inschrijving van haar gemeenschapsmerk (aanvraag nr. 5 225 776) werd geweigerd voor een deel van de opgegeven waren en diensten van de klassen 9, 35, 36, 38 en 42; |
— |
het gemeenschapsmerk nr. 5 225 776 in te schrijven voor alle opgegeven waren en diensten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk bestaande in de weergave van een hand die een kaart vasthoudt, gevolgd door drie zwarte driehoeken, voor waren en diensten van de klassen 9, 35, 36, 38 en 42 (aanvraagnr. 5 225 776)
Beslissing van de onderzoeker: gedeeltelijke weigering van inschrijving
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: verzoekster betoogt dat, anders dan de kamer van beroep van het BHIM in de bestreden beslissing heeft vastgesteld, de bestanddelen van het merk waarvan de inschrijving gedeeltelijk werd geweigerd, onderscheidend vermogen hebben en willekeurig zijn voor de opgegeven waren en diensten, zodat de combinatie ervan tevens moet worden geacht onderscheidend vermogen te hebben en willekeurig te zijn.