Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0206

    Zaak C-206/06: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 17 juli 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank Groningen — Nederland) — Essent Netwerk Noord BV, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Aluminium Delfzijl BV/Aluminium Delfzijl BV, Staat der Nederlanden, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Saranne BV (Interne markt voor elektriciteit — Nationale regeling volgens welke op tarief ter zake van transport van elektriciteit toeslag mag worden geheven ten behoeve van bij wet aangewezen vennootschap die gehouden is tot betaling van gestrande kosten — Heffingen van gelijke werking als douanerechten — Discriminerende binnenlandse belastingen — Steunmaatregelen van lidstaten)

    PB C 223 van 30.8.2008, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.8.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 223/4


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 17 juli 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank Groningen — Nederland) — Essent Netwerk Noord BV, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Aluminium Delfzijl BV/Aluminium Delfzijl BV, Staat der Nederlanden, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Saranne BV

    (Zaak C-206/06) (1)

    (Interne markt voor elektriciteit - Nationale regeling volgens welke op tarief ter zake van transport van elektriciteit toeslag mag worden geheven ten behoeve van bij wet aangewezen vennootschap die gehouden is tot betaling van gestrande kosten - Heffingen van gelijke werking als douanerechten - Discriminerende binnenlandse belastingen - Steunmaatregelen van lidstaten)

    (2008/C 223/06)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Rechtbank Groningen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Essent Netwerk Noord BV, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Aluminium Delfzijl BV

    Verwerende partijen: Aluminium Delfzijl BV, Staat der Nederlanden, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor BV, Saranne BV

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank Groningen — Uitlegging van de artikelen 25 EG, 87, lid 1, EG en 90 EG — Nationale wetgeving die een verhoging van het elektriciteitstarief vastlegt die in Nederland gevestigde afnemers gedurende een overgangsperiode zijn verschuldigd aan de netbeheerder — Verplichting voor laatstgenoemde om het bedrag van de verhoging af te dragen aan een bij wet aangewezen vennootschap van nationale elektriciteitsproducenten ter compensatie van een bepaalde som die het bedrag vertegenwoordigt van door die vennootschap voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt aangegane verplichtingen of gedane investeringen — Afdracht van het surplus, door die vennootschap, aan het bevoegde ministerie

    Dictum

    1)

    Artikel 25 EG moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke maatregel op grond waarvan binnenlandse afnemers van elektriciteit aan hun netbeheerder een tariefopslag verschuldigd zijn over de in de lidstaat geproduceerde en de ingevoerde hoeveelheden elektriciteit die te hunnen behoeve zijn getransporteerd, wanneer deze opslag door de netbeheerder moet worden afgedragen aan een daartoe door de wetgever aangewezen vennootschap en deze laatste een gezamenlijke dochteronderneming is van de vier binnenlandse elektriciteitsproductiebedrijven en voordien instond voor het beheer van de kosten van alle geproduceerde en ingevoerde elektriciteit, en deze opslag volledig dient te worden gebruikt ter bestrijding van niet-marktconforme kosten die deze vennootschap persoonlijk dient te dragen, met als gevolg dat de door deze vennootschap geheven bedragen de op de vervoerde nationale elektriciteit drukkende last volledig compenseren.

    Hetzelfde geldt wanneer de nationale elektriciteitsproductiebedrijven deze kosten moeten dragen en de aangewezen vennootschap op grond van bestaande overeenkomsten, door de betaling van een aankoopprijs voor de in de lidstaat geproduceerde elektriciteit, door de betaling van dividenden aan de verschillende nationale elektriciteitsproductiebedrijven waarvan zij de dochteronderneming is of op enige andere wijze het uit de prijsopslag voortvloeiende voordeel volledig ten goede heeft kunnen laten komen aan de nationale elektriciteitsproductiebedrijven.

    Artikel 90 EG dient aldus te worden uitgelegd dat het zich tegen een dergelijke wettelijke maatregel verzet wanneer de opbrengst van de op de vervoerde elektriciteit geheven belasting slechts gedeeltelijk voor de betaling van niet-marktconforme kosten wordt gebruikt, dat wil zeggen wanneer het door de aangewezen vennootschap ontvangen bedrag slechts een deel van de op de vervoerde nationale elektriciteit drukkende last compenseert.

    2)

    Artikel 87 EG moet aldus worden uitgelegd dat de krachtens artikel 9 van de Overgangswet Elektriciteitsproductiesector van 21 december 2000 aan de aangewezen vennootschap betaalde bedragen staatssteun vormen in de zin van deze bepaling van het EG-Verdrag, voor zover zij een economisch voordeel inhouden en geen vergoeding zijn voor de prestaties die de aangewezen vennootschap heeft verricht om openbaredienstverplichtingen uit te voeren.


    (1)  PB C 178 van 29.7.2006.


    Top