This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015R1801
Commission Implementing Regulation (EU) 2015/1801 of 7 October 2015 operating deductions from fishing quotas available for certain stocks in 2015 on account of overfishing in the previous years
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1801 van de Commissie van 7 oktober 2015 tot verlaging van de vangstquota voor 2015 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1801 van de Commissie van 7 oktober 2015 tot verlaging van de vangstquota voor 2015 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren
PB L 263 van 8.10.2015, p. 19–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 26/12/2015
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 32015R2404 | vervanging | bijlage | 26/12/2015 |
8.10.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 263/19 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1801 VAN DE COMMISSIE
van 7 oktober 2015
tot verlaging van de vangstquota voor 2015 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, leden 1, 2 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De vangstquota voor 2014 zijn vastgesteld bij:
|
(2) |
De vangstquota voor 2015 zijn vastgesteld bij:
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij vaststelt dat een lidstaat de hem toegewezen vangstquota heeft overschreden, de toekomstige vangstquota van die lidstaat verlagen. |
(4) |
In artikel 105, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is bepaald dat de vangstquota het volgende jaar of de volgende jaren moeten worden verlaagd door toepassing van bepaalde vermenigvuldigingsfactoren die in die leden zijn vastgesteld. |
(5) |
Sommige lidstaten hebben hun vangstquota voor 2014 overschreden. Derhalve moeten de aan die lidstaten toegewezen vangstquota voor de overbeviste bestanden in 2015 en in voorkomend geval ook in de daaropvolgende jaren worden verlaagd. |
(6) |
In 2012 heeft Spanje zijn quotum voor langoustines in gebied IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 (NEP/93411) overbevist. De uit die overbevissing voortvloeiende verlaging met 75,45 ton gold voor 2013, maar is op verzoek van Spanje gespreid over drie jaar, te beginnen in 2013. De resterende jaarlijkse verlaging van het Spaanse quotum voor het bestand NEP/93411 bedraagt 19 ton in 2015, tenzij wordt beslist het quotum weer aan te passen. |
(7) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 van de Commissie (10) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1360/2014 van de Commissie (11) zijn voor 2014 de vangstquota voor bepaalde landen en soorten verlaagd. Voor sommige lidstaten waren de voor een aantal soorten toe te passen verlagingen evenwel groter dan de desbetreffende quota voor 2014 en konden die verlagingen in dat jaar bijgevolg niet volledig worden toegepast. Om te garanderen dat in dergelijke gevallen de volledige verlaging voor de desbetreffende bestanden wordt toegepast, moeten de resterende hoeveelheden in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de verlagingen van de quota voor 2015 en, in voorkomend geval, voor de daaropvolgende jaren. |
(8) |
Verlagingen van vangstquota, als vastgesteld bij de onderhavige verordening, moeten gelden onverminderd de verlagingen van de quota voor 2015 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie (12) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie (13). |
(9) |
Aangezien quota worden uitgedrukt in ton of hele exemplaren, moeten hoeveelheden van minder dan één ton of één exemplaar niet in overweging worden genomen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De vangstquota die voor 2015 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) nr. 1221/2014, (EU) nr. 1367/2014, (EU) 2015/104 en (EU) 2015/106, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verlaagd.
2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de verlagingen waarin is voorzien bij Verordening (EU) nr. 165/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 oktober 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 356 van 22.12.2012, blz. 22).
(3) Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 313 van 22.11.2013, blz. 4).
(4) Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad van 10 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 9 van 14.1.2014, blz. 4).
(5) Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 24 van 28.1.2014, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 1221/2014 van de Raad van 10 november 2014 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 43/2014 en (EU) nr. 1180/2013 (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 16).
(7) Verordening (EU) nr. 1367/2014 van de Raad van 15 december 2014 tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 1).
(8) Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 (PB L 22 van 28.1.2015, blz. 1).
(9) Verordening (EU) 2015/106 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 19 van 24.1.2015, blz. 8).
(10) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 van de Commissie van 11 augustus 2014 tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren (PB L 239 van 12.8.2014, blz. 14).
(11) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1360/2014 van de Commissie van 18 december 2014 tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van andere bestanden in de voorgaande jaren en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 wat betreft de in komende jaren af te trekken hoeveelheden (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 106).
(12) Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie van 22 februari 2011 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen makreelquota in 2011 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing in 2010 (PB L 48 van 23.2.2011, blz. 11).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie van 5 maart 2013 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen vangstquota in 2013 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009 (PB L 62 van 6.3.2013, blz. 62).
BIJLAGE
VERLAGINGEN VAN QUOTA VOOR BESTANDEN DIE ZIJN OVERBEVIST
Lidstaat |
Soortcode |
Gebiedscode |
Soortnaam |
Benaming gebied |
Oorspronkelijk quotum 2014 |
Toegestane aanlandingen 2014 (totale aangepaste hoeveelheid in ton) (1) |
Totale vangsten 2014 (hoeveelheid in ton) |
Benutting quotum in verhouding tot toegestane aanlandingen (%) |
Overbevissing in verhouding tot toegestane aanlandingen (hoeveelheid in ton) |
Vermenigvuldigingsfactor (2) |
Resterende verlaging van 2014 (5) |
Saldo (6) |
In 2015 toe te passen verlagingen (hoeveelheid in ton) |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) |
(10) |
(11) |
(12) |
(13) |
(14) |
(15) |
BE |
PLE |
7HJK. |
Schol |
VIIh, VIIj en VIIk |
8,000 |
1,120 |
3,701 |
330,45 |
2,581 |
/ |
/ |
/ |
/ |
2,581 |
BE |
SOL |
8AB. |
Tong |
VIIIa en VIIIb |
47,000 |
327,900 |
328,823 |
100,28 |
0,923 |
/ |
C |
/ |
/ |
1,385 |
BE |
SRX |
07D. |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIId |
72,000 |
60,000 |
69,586 |
115,98 |
9,586 |
/ |
/ |
/ |
/ |
9,586 |
BE |
SRX |
67AKXD |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k |
725,000 |
765,000 |
770,738 |
100,75 |
5,738 |
/ |
/ |
/ |
/ |
5,738 |
DK |
COD |
03AN. |
Kabeljauw |
Skagerrak |
3 177,000 |
3 299,380 |
3 408,570 |
103,31 |
109,190 |
/ |
C |
/ |
/ |
163,785 |
DK |
HER |
03A. |
Haring |
IIIa |
19 357,000 |
15 529,000 |
15 641,340 |
100,72 |
112,340 |
/ |
/ |
/ |
/ |
112,340 |
DK |
HER |
2A47DX |
Haring |
IV, VIId en wateren van de Unie van IIa |
12 526,000 |
12 959,000 |
13 430,160 |
103,64 |
471,160 |
/ |
/ |
/ |
/ |
471,160 |
DK |
HER |
4AB. |
Haring |
Wateren van de Unie en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB |
80 026,000 |
99 702,000 |
99 711,800 |
100,10 |
9,800 |
/ |
/ |
/ |
/ |
9,800 |
DK |
PRA |
03A. |
Noorse garnaal |
IIIa |
2 308,000 |
2 308,000 |
2 317,330 |
100,40 |
9,330 |
/ |
/ |
/ |
/ |
9,330 |
DK |
SAN |
234_2 |
Zandspiering |
Wateren van de Unie van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 2 |
4 717,000 |
4 868,000 |
8 381,430 |
172,17 |
3 513,430 |
2 |
/ |
/ |
/ |
7 026,860 |
DK |
SPR |
2AC4-C |
Sprot en bijvangsten |
Wateren van de Unie van IIa en IV |
122 383,000 |
126 007,000 |
127 165,410 |
100,92 |
1 158,410 |
/ |
/ |
/ |
/ |
1 158,410 |
ES |
ALF |
3X14- |
Beryx spp. |
Uniewateren en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV |
67,000 |
67,000 |
79,683 |
118,93 |
12,683 |
/ |
A |
3,000 |
/ |
22,025 |
ES |
BSF |
56712- |
Zwarte haarstaartvis |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII en XII |
226,000 |
312,500 |
327,697 |
104,86 |
15,197 |
/ |
A |
/ |
/ |
22,796 |
ES |
BSF |
8910- |
Zwarte haarstaartvis |
Uniewateren en internationale wateren van VIII, IX en X |
12,000 |
6,130 |
15,769 |
257,24 |
9,639 |
/ |
A |
27,130 |
/ |
41,589 |
ES |
BUM |
ATLANT |
Blauwe marlijn |
Atlantische Oceaan |
27,200 |
27,200 |
124,452 |
457,54 |
97,252 |
/ |
A |
27,000 |
/ |
172,878 |
ES |
DWS |
56789- |
Diepzeehaaien |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX |
0 |
0 |
3,039 |
n.v.t. |
3,039 |
/ |
A |
/ |
/ |
4,559 |
ES |
GFB |
567- |
Gaffelkabeljauw |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII |
588,000 |
828,030 |
842,467 |
101,74 |
14,437 |
/ |
/ |
/ |
/ |
14,437 |
ES |
GFB |
89- |
Gaffelkabeljauw |
Uniewateren en internationale wateren van VIII en IX |
242,000 |
216,750 |
237,282 |
109,47 |
20,532 |
/ |
A |
17,750 |
/ |
48,548 |
ES |
GHL |
1N2AB. |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
22,685 |
n.v.t. |
22,685 |
/ |
/ |
/ |
/ |
22,685 |
ES |
HAD |
5BC6A. |
Schelvis |
Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VIa |
/ |
2,840 |
18,933 |
666,65 |
16,093 |
/ |
A |
12,540 |
/ |
36,680 |
ES |
HAD |
7X7A34 |
Schelvis |
VIIb-k, VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1. |
/ |
0 |
3,075 |
n.v.t. |
3,075 |
/ |
A |
/ |
/ |
4,613 |
ES |
NEP |
9/3411 |
Langoustine |
IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1. |
55,000 |
33,690 |
24,403 |
72,43 |
– 9,287 |
/ |
/ |
19,000 (7) |
/ |
9,713 |
ES |
OTH |
1N2AB. |
Andere soorten |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
26,744 |
n.v.t. |
26,744 |
/ |
/ |
/ |
/ |
26,744 |
ES |
POK |
56-14 |
Koolvis |
VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, XII en XIV |
/ |
4,810 |
8,703 |
180,94 |
3,893 |
/ |
/ |
/ |
/ |
3,893 |
ES |
RNG |
5B67- |
Rondneusgrenadier |
Uniewateren en internationale wateren van Vb, VI en VII |
70,000 |
111,160 |
125,401 |
112,81 |
14,241 |
/ |
/ |
/ |
/ |
14,241 |
ES |
SBR |
678- |
Zeebrasem |
Uniewateren en internationale wateren van VI, VII en VIII |
143,000 |
133,060 |
136,418 |
102,52 |
3,358 |
/ |
/ |
/ |
/ |
3,358 |
ES |
SOL |
8AB. |
Tong |
VIIIa en VIIIb |
9,000 |
8,100 |
9,894 |
122,15 |
1,794 |
/ |
A+C |
2,100 |
/ |
4,791 |
ES |
SRX |
89-C. |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIII en IX |
1 057,000 |
857,000 |
1 089,241 |
127,10 |
232,241 |
1,4 |
/ |
/ |
/ |
325,137 |
ES |
USK |
567EI. |
Lom |
Wateren van de Unie en internationale wateren van V, VI en VII |
26,000 |
15,770 |
15,762 |
99,95 |
– 0,008 |
/ |
/ |
58,770 |
/ |
58,762 |
ES |
WHM |
ATLANT |
Witte marlijn |
Atlantische Oceaan |
30,500 |
25,670 |
98,039 |
381,92 |
72,369 |
/ |
/ |
0,170 |
/ |
72,539 |
FR |
SRX |
07D. |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIId |
602,000 |
627,000 |
698,414 |
111,39 |
71,414 |
/ |
/ |
/ |
/ |
71,414 |
FR |
SRX |
2AC4-C |
Roggen |
Wateren van de Unie van IIa en IV |
33,000 |
36,000 |
48,212 |
133,92 |
12,212 |
/ |
/ |
/ |
/ |
12,212 |
IE |
PLE |
7HJK. |
Schol |
VIIh, VIIj en VIIk |
59,000 |
61,000 |
78,270 |
128,31 |
17,270 |
/ |
A |
/ |
/ |
25,905 |
IE |
SOL |
07A. |
Tong |
VIIa |
41,000 |
42,000 |
43,107 |
102,64 |
1,107 |
/ |
/ |
/ |
/ |
1,107 |
IE |
SRX |
67AKXD |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k |
1 048,000 |
1 030,000 |
1 079,446 |
104,80 |
49,446 |
/ |
/ |
/ |
/ |
49,446 |
LT |
GHL |
N3LMNO |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
NAFO 3 LMNO |
22,000 |
0 |
0 |
n.v.t. |
0 |
/ |
/ |
46,000 |
/ |
46,000 |
LV |
HER |
03D.RG |
Haring |
Deelsector 28.1 |
16 534,000 |
19 334,630 |
20 084,200 |
103,88 |
749,570 |
/ |
/ |
/ |
/ |
749,570 |
NL |
HKE |
3A/BCD |
Heek |
IIIa; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-32 |
/ |
0 |
1,655 |
n.v.t. |
1,655 |
/ |
C |
/ |
/ |
2,482 |
NL |
RED |
1N2AB. |
Roodbaarzen |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
2,798 |
n.v.t. |
2,798 |
/ |
/ |
/ |
/ |
2,798 |
PT |
ANF |
8C3411 |
Zeeduivels |
VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1. |
436,000 |
664,000 |
676,302 |
101,85 |
12,302 |
/ |
/ |
/ |
/ |
12,302 |
PT |
BFT |
AE45WM |
Blauwvintonijn |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee |
235,500 |
235,500 |
243,092 |
103,22 |
7,592 |
/ |
C |
/ |
/ |
11,388 |
PT |
HAD |
1N2AB |
Schelvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
26,816 |
n.v.t. |
26,816 |
/ |
/ |
/ |
344,950 |
371,766 |
PT |
POK |
1N2AB. |
Koolvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
18,000 |
11,850 |
65,83 |
– 6,150 |
/ |
/ |
/ |
185,000 |
178,850 |
PT |
SRX |
89-C. |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIII en IX |
1 051,000 |
1 051,000 |
1 059,237 |
100,78 |
8,237 |
/ |
/ |
/ |
/ |
8,237 |
SE |
COD |
03AN. |
Kabeljauw |
Skagerrak |
371,000 |
560,000 |
562,836 |
100,51 |
2,836 |
/ |
C |
/ |
/ |
4,254 |
UK |
DGS |
15X14 |
Doornhaai |
Uniewateren en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV |
0 |
0 |
1,027 |
n.v.t. |
1,027 |
/ |
A |
/ |
/ |
1,541 |
UK |
GHL |
514GRN |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Groenlandse wateren van V en XIV |
189,000 |
0 |
0 |
n.v.t. |
0 |
/ |
/ |
1,000 |
/ |
1,000 |
UK |
HAD |
5BC6A. |
Schelvis |
Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VIa |
3 106,000 |
3 236,600 |
3 277,296 |
101,26 |
40,696 |
/ |
/ |
/ |
/ |
40,696 |
UK |
MAC |
2CX14- |
Makreel |
VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV |
179 471,000 |
275 119,000 |
279 250,206 |
101,50 |
4 131,206 |
/ |
/ |
/ |
/ |
4 131,206 |
UK |
NOP |
2A3A4. |
Kever |
IIIa; wateren van de Unie van IIa en IV |
/ |
0 |
14,000 |
n.v.t. |
14,000 |
/ |
/ |
/ |
/ |
14,000 |
UK |
PLE |
7DE. |
Schol |
VIId en VIIe |
1 548,000 |
1 500,000 |
1 606,749 |
107,12 |
106,749 |
1,1 |
/ |
/ |
/ |
117,424 |
UK |
SOL |
7FG. |
Tong |
VIIf en VIIg |
282,000 |
255,250 |
252,487 |
98,92 |
(– 2,763) (8) |
/ |
/ |
1,950 |
/ |
1,950 |
UK |
SRX |
07D. |
Roggen |
Wateren van de Unie van VIId |
120,000 |
95,000 |
102,679 |
108,08 |
7,679 |
/ |
/ |
/ |
/ |
7,679 |
UK |
WHB |
24-N |
Blauwe wijting |
Noorse wateren van II en IV |
0 |
0 |
22,204 |
n.v.t. |
22,204 |
/ |
/ |
/ |
/ |
22,204 |
(1) Quota die op grond van de betrokken verordeningen inzake de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor de lidstaten, rekening houdend met het ruilen van vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), het overdragen van quota overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3) of het opnieuw toewijzen en verlagen van vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 37 en 105 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
(2) Als vastgesteld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad. Een verlaging gelijk aan de overbevissing van × 1,00 is van toepassing in alle gevallen van overbevissing ter hoogte van maximaal 100 ton.
(3) Als vastgesteld in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.
(4) Met de letter „A” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast vanwege overbevissing in de opeenvolgende jaren 2012, 2013 en 2014. Met de letter „C” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast omdat het betrokken bestand onder een meerjarenplan valt.
(5) Resterende hoeveelheden die in 2014 niet overeenkomstig Verordening (EU) nr. 871/2014 in mindering konden worden gebracht omdat er geen of geen toereikend quotum beschikbaar was.
(6) Resterende hoeveelheden die verband houden met overbevissing in aan de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1224/2009 voorafgaande jaren en die niet op een ander bestand in mindering kunnen worden gebracht.
(7) Op verzoek van Spanje is de in 2013 toe te passen verlaging gespreid over drie afzonderlijke jaren.
(8) Deze hoeveelheid is niet meer beschikbaar aangezien het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Verordening (EG) nr. 847/96 heeft verzocht om een overdracht, die van toepassing is op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1170 van de Commissie (PB L 189 van 17.7.2015, blz. 2).