EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008L0020

Richtlijn 2008/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (Voor de EER relevante tekst)

PB L 76 van 19.3.2008, p. 46–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/06/2017; stilzwijgende opheffing door 32015L0849

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2008/20/oj

19.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 76/46


RICHTLIJN 2008/20/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 maart 2008

tot wijziging van Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, eerste en derde zin, en op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) bepaalt dat een aantal maatregelen dient te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5).

(2)

Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, waardoor de regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor de aanneming van maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit, onder meer door sommige van deze niet-essentiële onderdelen te schrappen of door het besluit aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

(3)

Opdat de regelgevingsprocedure met toetsing kan worden toegepast op op grond van de procedure van artikel 251 van het Verdrag vastgestelde, reeds geldende besluiten, moeten, overeenkomstig de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (6) betreffende Besluit 2006/512/EG, deze besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast.

(4)

De Commissie moet tevens de bevoegdheid worden gegeven om de voor de uitvoering van Richtlijn 2005/60/EG vereiste maatregelen vast te stellen, teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld of van de financiering van terrorisme en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen. Deze maatregelen beogen in het bijzonder de technische aspecten van een aantal definities van Richtlijn 2005/60/EG te verduidelijken, technische criteria vast te stellen om te beoordelen of situaties een laag of een hoog risico opleveren voor witwassen van geld of financiering van terrorisme, technische criteria vast te stellen om te beoordelen of het gerechtvaardigd is deze richtlijn niet toe te passen op bepaalde rechtspersonen of natuurlijke personen die slechts occasioneel of op zeer beperkte basis financiële activiteiten uitoefenen en de in deze richtlijn bepaalde bedragen aan te passen, rekening houdend met de economische ontwikkelingen en de veranderingen in de internationale normen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Richtlijn 2005/60/EG, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(5)

Overeenkomstig Richtlijn 2005/60/EG zijn de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden in de tijd beperkt. In hun verklaring betreffende Besluit 2006/512/EG hebben het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gesteld dat Besluit 2006/512/EG een bevredigende horizontale oplossing biedt voor het verzoek van het Europees Parlement, de uitvoering van de volgens de medebeslissingsprocedure aangenomen wetgevingsbesluiten te toetsen en dat aan de Commissie derhalve uitvoeringsbevoegdheden van onbeperkte duur moeten worden verleend. Het Europees Parlement en de Raad hebben ook verklaard erop te zullen toezien dat de voorstellen tot intrekking van bepalingen van besluiten die voorzien in een beperking in de tijd van de delegatie van de uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie, met de grootste spoed worden aangenomen. Als gevolg van de invoering van de regelgevingsprocedure met toetsing moet de bepaling van Richtlijn 2005/60/EG waarin een dergelijke beperking in de tijd is opgenomen, worden geschrapt.

(6)

De Commissie dient op gezette tijden de werking te controleren van de bepalingen betreffende de aan haar verleende uitvoeringsbevoegdheden, teneinde het Europees Parlement en de Raad in staat te stellen na te gaan of de reikwijdte van deze bevoegdheden en de aan de Commissie opgelegde procedurele vereisten adequaat zijn en borg staan voor doelmatigheid en democratische verantwoording.

(7)

Richtlijn 2005/60/EG dient derhalve te worden gewijzigd.

(8)

Daar de bij deze richtlijn aan Richtlijn 2005/60/EG aangebrachte wijzigingen van technische aard zijn en alleen betrekking hebben op de comitéprocedure, dienen zij niet te worden omgezet door de lidstaten. Het is derhalve niet nodig daartoe bepalingen vast te stellen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtlijn 2005/60/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 40, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

de woorden „volgens de procedure van artikel 41, lid 2,” worden geschrapt;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De in de eerste alinea genoemde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 41, lid 2 bis, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”.

2.

Artikel 40, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

a)

de woorden „volgens de procedure van artikel 41, lid 2,” worden geschrapt;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De in de eerste alinea genoemde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 41, lid 2 bis, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”.

3.

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

„2 bis.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.”;

b)

de leden 3 en 4 worden vervangen door:

„3.   Uiterlijk op 31 december 2010, en vervolgens ten minste om de drie jaar, toetst de Commissie de bepalingen betreffende haar uitvoeringsbevoegdheden en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van deze bevoegdheden. In dit verslag wordt met name onderzocht of het noodzakelijk is dat de Commissie op deze richtlijn wijzigingen voorstelt teneinde een passende reikwijdte van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden te waarborgen. De conclusie volgens welke een wijziging al dan niet noodzakelijk is, wordt nader gemotiveerd. Indien noodzakelijk gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van de bepalingen betreffende de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 11 maart 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G.PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J. LENARČIČ


(1)  PB C 161 van 13.7.2007, blz. 45.

(2)  PB C 39 van 23.2.2007, blz. 1.

(3)  Advies van het Europees Parlement van 14 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 3 maart 2008.

(4)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/64/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

(5)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(6)  PB C 255 van 21.10.2006, blz. 1.


Top