EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0339

Besluit (EU) 2017/339 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 over de gebruikmaking van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2016

PB L 50 van 28/02/2017, p. 47–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/339/oj

28.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/47


BESLUIT (EU) 2017/339 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 december 2016

over de gebruikmaking van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2016

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (1), en met name punt 14, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 13 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (2) voorziet in de vorming van een marge voor onvoorziene uitgaven van ten hoogste 0,03 % van het bruto nationaal inkomen van de Unie.

(2)

Overeenkomstig artikel 6 van die verordening heeft de Commissie het absolute bedrag van deze marge voor onvoorziene uitgaven voor 2016 berekend (3).

(3)

Na alle andere financiële mogelijkheden te hebben onderzocht om op onvoorziene omstandigheden te reageren binnen het vastleggingenplafond voor 2016 van rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) van het meerjarig financieel kader, en na het volledige bedrag van het flexibiliteitsinstrument van 1 530 miljoen EUR dat in 2016 beschikbaar is te hebben gebruikt, blijkt het nodig gebruik te maken van de marge voor onvoorziene uitgaven om tegemoet te komen aan de behoeften in verband met de migratie-, vluchtelingen- en veiligheidscrisis door de vastleggingskredieten van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 tot boven het vastleggingenplafond van rubriek 3 te verhogen.

(4)

Gezien deze zeer uitzonderlijke situatie, is aan de voorwaarde inzake het laatste redmiddel van artikel 13, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad voldaan,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt de marge voor onvoorziene uitgaven gebruikt om 240,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten te verstrekken bovenop het vastleggingenplafond van rubriek 3 van het meerjarig financieel kader.

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde bedrag van 240,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten wordt volledig verrekend met de marge onder het vastleggingenplafond voor rubriek 5 (Administratie) van het meerjarig financieel kader voor het begrotingsjaar 2016.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 14 december 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


(1)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

(3)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2015 betreffende de technische aanpassing van het financieel kader voor 2016 op grond van de ontwikkeling van het bni (COM(2015) 320).


Top