Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982L0894

Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

PB L 378 van 31/12/1982, p. 58–62 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; afgeschaft en vervangen door 32016R0429

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1982/894/oj

31982L0894

Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 378 van 31/12/1982 blz. 0058 - 0062
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 15 blz. 0215
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 26 blz. 0227
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 15 blz. 0215
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 26 blz. 0227


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 21 december 1982

inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

( 82/894/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement , ( 1 )

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de Gemeenschap voorschriften heeft vastgesteld voor de intracommunautaire handel in runderen en varkens , vers vlees , vers vlees van pluimvee en vleesprodukten ;

Overwegende dat het uitbreken of het heersen van bepaalde besmettelijke dierziekten een risico voor de communautaire veestapel inhoudt , met name wegens de verbreiding ervan in de intracommunautaire handel ; dat snelle en accurate informatie onmisbaar is voor de toepassing van de verschillende beschermingsmaatregelen , vastgesteld in de communautaire voorschriften ;

Overwegende dat elke Lid-Staat de andere Lid-Staten en de Commissie op de hoogte dient te stellen van het uitbreken en het verdwijnen van bepaalde dierziekten op zijn grondgebied , zulks op grond van artikel 9 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/1274/EEG ( 4 ) , artikel 11 van Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/216/EEG ( 6 ) , artikel 7 van Richtlijn 72/461/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ( 7 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/1099/EEG ( 8 ) , en artikel 7 van Richtlijn 80/215/EEG van de Raad van 22 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van intracommunautair handelsverkeer in vleesprodukten ( 9 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/1100/EEG ( 10 ) ;

Overwegende dat moet worden gespecificeerd welke ziekten moeten worden gemeld en op welke wijze dat moet gebeuren , en dat met name de stand van zaken in elke Lid-Staat op gezette tijden moet worden vastgesteld ;

Overwegende dat , als na toepassing van de meldingsprocedure blijkt dat technische aanpassingen nodig zijn , dit zal gebeuren volgens een procedure waarbij nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie wordt ingesteld ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Deze richtlijn heeft betrekking op de melding van :

- het uitbreken van een van de in bijlage I genoemde ziekten ,

- de intrekking - na de opruiming van de laatste haard - van de beperkingen die zijn ingesteld na het uitbreken van een van de in bijlage I genoemde ziekten .

2 . Deze richtlijn is van toepassing onverminderd de bijzondere bepalingen betreffende informatie over de harmonisatie van de maatregelen inzake het uitroeien en/of voorkomen van dierziekten .

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) bedrijf : op het grondgebied van een Lid-Staat gelegen landbouw - of ander bedrijf waar dieren worden gehouden of gefokt ;

b ) ziektegeval : de officiële constatering op een dier of karkas van één van de in bijlage I genoemde ziekten ;

c ) haard : het bedrijf of de plaats op het grondgebied van de Gemeenschap waar dieren zijn samengebracht en waar een of meer ziektegevallen officieel zijn geconstateerd ;

d ) " primaire haard " : een haard die epizootiologisch los staat van een vroeger geconstateerde haard in hetzelfde gebied van een Lid-Staat , zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 64/432/EEG , of het voor de eerste maal uitbreken van een ziekte in een ander gebied van dezelfde Lid-Staat .

Artikel 3

1 . Iedere Lid-Staat meldt binnen 24 uur rechtstreeks aan de Commissie en aan de Lid-Staten :

- de op zijn grondgebied geconstateerde primaire haard van een van de in bijlage I genoemde ziekten ,

- de intrekking - na opruiming van de laatste haard - van de beperkingen die op zijn grondgebied zijn ingesteld na het uitbreken van een van de in bijlage I genoemde ziekten .

2 . De in lid 1 bedoelde meldingen met de volgens bijlage II vereiste inlichtingen worden per telex gedaan .

3 . Voor klassieke varkenspest zijn de inlichtingen die zijn gemeld overeenkomstig Richtlijn 80/217/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest ( 11 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/1274/EEG van de Raad ( 12 ) , toereikend .

Artikel 4

1 . Onverminderd de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde bepalingen meldt iedere Lid-Staat ten minste op de eerste werkdag van iedere week de op zijn grondgebied geconstateerde secundaire haarden van een van de in bijlage I genoemde ziekten rechtstreeks aan de Commissie .

Deze meldingen hebben betrekking op de week die eindigt te middernacht op de aan de melding voorafgaande zondag .

De Commissie legt de eventuele verbanden tussen deze inlichtingen en stuurt een overzicht van de gegevens naar de veterinaire diensten van iedere Lid-Staat .

2 . Het feit dat de Commissie geen meldingen ontvangt , betekent dat er tijdens de in lid 1 , tweede alinea , bedoelde periode geen secundaire haarden zijn uitgebroken .

3 . De in lid 1 bedoelde meldingen worden per telex gedaan en bevatten de volgens bijlage II vereiste inlichtingen .

Artikel 5

1 . Voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn zal overeenkomstig de procedure van artikel 6 het formulier worden vastgesteld waarmee de volgens bijlage II vereiste inlichtingen moeten worden verstrekt .

2 . Volgens de procedure van artikel 6 kan worden besloten :

- tot aanvulling of wijziging van de bijlagen ,

- tot tijdelijke wijziging van de strekking , inhoud en frequentie van de melding , onverminderd artikel 4 en rekening houdende met de betrokken ziekte en de bijzondere epizootiologische ontwikkeling ervan .

Artikel 6

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure wordt deze procedure door de voorzitter , hetzij op diens eigen initiatief , hetzij op verzoek van een Lid-Staat , onverwijld ingeleid bij het bij besluit van de Raad van 15 oktober 1968 ingestelde Permanent Veterinair Comité , hierna " het Comité " genoemd .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter op basis van de urgentie van de ter behandeling voorgelegde vraagstukken kan vaststellen . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van 45 stemmen .

4 . De Commissie stelt de maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer , wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . Wanneer zij niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité , of wanneer het Comité geen advies heeft uitgebracht , legt de Commissie onverwijld een voorstel voor aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen . De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien de Raad drie maanden nadat het voorstel bij hem is ingediend geen maatregelen heeft vastgesteld , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld en onmiddellijk ten uitvoer gelegd , behalve wanneer de Raad zich met een eenvoudige meerderheid van stemmen heeft uitgesproken tegen genoemde maatregelen .

Artikel 7

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1984 aan deze richtlijn te voldoen en stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 21 december 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

O . MOELLER

( 1 ) Advies uitgebracht op 12/13 april 1982 ( nog niet in het Publikatieblad verschenen ) .

( 2 ) PB nr . C 112 van 3 . 5 . 1982 , blz . 4 .

( 3 ) PB nr . 121 van 29 . 7 . 1964 , blz . 1977/64 .

( 4 ) PB nr . L 375 van 31 . 12 . 1980 , blz . 75 .

( 5 ) PB nr . L 55 van 8 . 3 . 1971 , blz . 23 .

( 6 ) PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980 , blz . 8 .

( 7 ) PB nr . L 302 van 31 . 12 . 1972 , blz . 24 .

( 8 ) PB nr . L 325 van 1 . 12 . 1980 , blz . 14 .

( 9 ) PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980 , blz . 4 .

( 10 ) PB nr . L 325 van 1 . 12 . 1980 , blz . 16 .

( 11 ) PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980 , blz . 11 .

( 12 ) PB nr . L 375 van 31 . 12 . 1980 , blz . 75 .

BIJLAGE I

Dierziekten die gemeld moeten worden

Mond - en klauwzeer

Runderpest

Besmettelijke longziekte bij runderen

Blauwtong

Vesiculaire varkensziekte

Klassieke varkenspest

Afrikaanse varkenspest

Teschener ziekte

Vogelpest

Pseudovogelpest

BIJLAGE II

Bij de melding te verstrekken gegevens

1 . Krachtens artikel 3 vereiste inlichtingen bij het uitbreken van primaire haarden van de in bijlage I vermelde ziekten :

1 . Datum van verzending

2 . Uur van verzending

3 . Naam van de Lid-Staat

4 . a ) Naam van de ziekte

b ) Type virus , indien van toepassing

5 . Datum van constatering

6 . Plaats van het bedrijf

7 . Aantal verdachte dieren ter plekke : a ) runderen , b ) varkens , c ) schapen , d ) geiten , e ) pluimvee

8 . Aantal geslachte dieren : a ) runderen , b ) varkens , c ) schapen , d ) geiten , e ) pluimvee

9 . Aantal vernietigde karkassen : a ) runderen , b ) varkens , c ) schapen , d ) geiten , e ) pluimvee

2 . Krachtens artikel 4 vereiste inlichtingen bij het uitbreken van secundaire haarden van de in bijlage I genoemde ziekten :

1 . Datum van verzending

2 . Uur van verzending

3 . Naam van de Lid-Staat

4 . Voor elke ziekte :

a ) naam van de ziekte

b ) aantal haarden

3 . Krachtens artikel 3 vereiste inlichtingen bij intrekking van de beperkingen in een Lid-Staat na opruiming van de laatste haard van de in bijlage I genoemde ziekten :

1 . Datum van verzending

2 . Uur van verzending

3 . Naam van de Lid-Staat

4 . Naam van de ziekte

5 . Datum van intrekking van de beperkingen

Top