This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0192
Case C-192/15: Request for a preliminary ruling from the Raad van State (Netherlands) lodged on 24 April 2015 — T.D. Rease, P. Wullems; other party: College bescherming persoonsgegevens
Zaak C-192/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 24 april 2015 — T.D. Rease, P. Wullems, andere partij College bescherming persoonsgegevens
Zaak C-192/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 24 april 2015 — T.D. Rease, P. Wullems, andere partij College bescherming persoonsgegevens
PB C 236 van 20.7.2015, p. 26–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 236/26 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 24 april 2015 — T.D. Rease, P. Wullems, andere partij College bescherming persoonsgegevens
(Zaak C-192/15)
(2015/C 236/35)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekers: T.D. Rease, P. Wullems
Andere partij: College bescherming persoonsgegevens
Prejudiciële vragen
1) |
Valt het door een voor de verwerking verantwoordelijke, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder d, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31), buiten de EU opdrachtgeven aan een recherchebureau gevestigd binnen de EU om middelen in te zetten voor de verwerking van persoonsgegevens op het grondgebied van een lidstaat onder het gebruik maken van middelen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van die richtlijn? |
2) |
Laat richtlijn 95/46/EG […], in het bijzonder artikel 28, derde en vierde lid, gelet op de doelstelling van die richtlijn, ruimte aan de nationale autoriteiten om bij handhaving van de in die richtlijn gegeven bescherming van de individuele persoon door de toezichthoudende autoriteit prioriteiten te stellen die ertoe leiden dat handhaving achterwege blijft in het geval slechts een individu of een kleine groep personen over de overtreding van die richtlijn klaagt? |