EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0668

Zaak C-668/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2017 door Viridis Pharmaceutical Ltd. tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 15 september 2017 in zaak T-276/16, Viridis Pharmaceutical Ltd./Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

PB C 83 van 5.3.2018, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/10


Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2017 door Viridis Pharmaceutical Ltd. tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 15 september 2017 in zaak T-276/16, Viridis Pharmaceutical Ltd./Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(Zaak C-668/17 P)

(2018/C 083/16)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Viridis Pharmaceutical Ltd. (vertegenwoordigers: C. Spintig, Rechtsanwalt, S. Pietzcker, Rechtsanwalt, M. Prasse, Rechtsanwältin)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO), Hecht-Pharma GmbH

Conclusies

1.

vernietiging van het bestreden arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

2.

terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht

3.

verwijzing van het EUIPO in de kosten van rekwirante

subsidiair: de beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert in haar hogere voorziening aan dat het Gerecht in het bestreden arrest meermaals de Uniemerkenverordening (UMV) (1) heeft geschonden.

Om te beginnen voert rekwirante schending aan van artikel 58, lid 1, onder a), eerste zin, eerste deel, UMV: het Gerecht heeft op grond van een onjuiste rechtsopvatting aangenomen dat er slechts sprake kan zijn van een rechtsverkrijgend gebruik van een voor een geneesmiddel ingeschreven Uniemerk als de noodzakelijke toelating voor het in de handel brengen van geneesmiddelen is verleend. Het Gerecht heeft dezelfde bepaling bovendien ook geschonden door het gebruik van een Uniemerk in het kader van een klinische studie overeenkomstig artikel 8, lid 3, onder i), van richtlijn 2001/83/EG (2) te kwalificeren als gedwongen intern gebruik en daardoor niet als normaal gebruik.

Verder voert rekwirante schending aan van artikel 58, lid 1, onder a), eerste zin, tweede deel, UMV: het Gerecht heeft op grond van een onjuiste rechtsopvatting aangenomen dat een klinische studie met het oog op de voorbereiding van een vergunningsaanvraag voor het in de handel brengen als geneesmiddel niet als een geldige reden voor het niet-gebruik van een merk kan worden beschouwd als pas duidelijk na de inschrijving van het merk om de klinische studie wordt verzocht en/of als niet de omvangrijke financiële middelen worden ingezet die noodzakelijk zijn om de klinische studie zo snel mogelijk te kunnen beëindigen.


(1)  Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB 2017, L 154, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB 2001, L 311, blz. 67).


Top