EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document E2013J0006
Judgment of the Court of 27 November 2013 in Case E-6/13 — Metacom AG v Rechtsanwälte Zipper & Collegen (Lawyers’ freedom to provide cross-border services — Directive 77/249/EEC — Self-representation — Notification requirement in national law — Consequences of failure to notify)
Arrest van het Hof van 27 november 2013 in zaak E-6/13 — Metacom AG tegen Rechtsanwälte Zipper & Collegen (Het vrij verrichten van grensoverschrijdende diensten door advocaten — Richtlijn 77/249/EEG — Zelfvertegenwoordiging — Nationaalrechtelijke verplichting om zich te melden — Gevolgen van het verzuim zich te melden)
Arrest van het Hof van 27 november 2013 in zaak E-6/13 — Metacom AG tegen Rechtsanwälte Zipper & Collegen (Het vrij verrichten van grensoverschrijdende diensten door advocaten — Richtlijn 77/249/EEG — Zelfvertegenwoordiging — Nationaalrechtelijke verplichting om zich te melden — Gevolgen van het verzuim zich te melden)
PB C 88 van 27.3.2014, p. 13–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 88/13 |
ARREST VAN HET HOF
van 27 november 2013
in zaak E-6/13
Metacom AG tegen Rechtsanwälte Zipper & Collegen
(Het vrij verrichten van grensoverschrijdende diensten door advocaten — Richtlijn 77/249/EEG — Zelfvertegenwoordiging — Nationaalrechtelijke verplichting om zich te melden — Gevolgen van het verzuim zich te melden)
2014/C 88/10
In zaak E-6/13, Metacom AG tegen Rechtsanwälte Zipper & Collegen — VERZOEK van het Fürstliche Landgericht des Fürstentums Liechtenstein (Prinselijke rechtbank, Liechtenstein) aan het Hof overeenkomstig artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, inzake de uitlegging van Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten, heeft het Hof, samengesteld als volgt: Carl Baudenbacher, president, Per Christiansen (rechter-rapporteur) en Páll Hreinsson, rechters, op 27 november 2013 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:
1. |
Een advocaat die in eigen naam een procedure inleidt in een andere EER-staat dan die waarin hij is gevestigd, kan zich beroepen op Richtlijn 77/249/EEG indien hij handelt in het kader van zijn beroepsactiviteiten en indien in de nationale rechtsorde van de staat van ontvangst is vastgesteld dat een advocaat in eigen naam mag handelen in de hoedanigheid van advocaat in gerechtelijke procedures. |
2. |
Een nationaal voorschrift, zoals artikel 59 van de Liechtensteinse wet betreffende de advocatuur, krachtens hetwelk een in een andere EER-staat gevestigde advocaat onder alle omstandigheden en ambtshalve niet alleen documenten moet overleggen tot staving van zijn bevoegdheid tot de uitoefening van het beroep van advocaat, maar de bevoegde autoriteiten van de staat van ontvangst vooraf ook moet melden dat hij diensten in die staat wil verrichten en krachtens hetwelk die melding jaarlijks moet worden hernieuwd, is in strijd met artikel 7, lid 1, van Richtlijn 77/249/EEG en artikel 36 EER. |
3. |
De niet-inachtneming van een nationaal voorschrift zoals artikel 59 van de Liechtensteinse wet betreffende de advocatuur kan geen relevante overweging zijn bij de beoordeling van de mogelijkheid om honoraria te vorderen in verband met de grensoverschrijdende dienstverlening door een advocaat. |