Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/211/03

    Zaak C-507/04: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 12 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Oostenrijk (Niet-nakoming — Behoud van vogelstand — Richtlijn 79/409/EEG — Uitvoeringsmaatregelen)

    PB C 211 van 8.9.2007, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.9.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 211/2


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 12 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Oostenrijk

    (Zaak C-507/04) (1)

    (Niet-nakoming - Behoud van vogelstand - Richtlijn 79/409/EEG - Uitvoeringsmaatregelen)

    (2007/C 211/03)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. van Beek, B. Schima en M. Lang, gemachtigden)

    Verwerende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: H. Dossi, gemachtigde)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Onvolledige en onjuiste omzetting van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103, blz. 1)

    Dictum

    1)

    De Republiek Oostenrijk is de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 10 EG, artikel 249 EG en artikel 18 van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, door geen juiste uitvoering te geven aan de volgende bepalingen:

    artikel 1, leden 1 en 2, van Richtlijn 79/409 in Burgenland, in Kärnten, in Niederösterreich, in Oberösterreich en in Steiermark;

    artikel 5 van Richtlijn 79/409 in Burgenland, in Kärnten, in Niederösterreich en in Oberösterreich;

    artikel 6, lid 1, van Richtlijn 79/409 in Oberösterreich;

    artikel 7, lid 1, van Richtlijn 79/409 in Kärnten, in Niederösterreich en in Oberösterreich,

    artikel 7, lid 4, van Richtlijn 79/409 in de volgende Länder en met betrekking tot de volgende soorten:

    in Kärnten met betrekking tot het auerhoen, het korhoen, de meerkoet, de houtsnip, de houtduif en de Turkse tortel,

    in Niederösterreich met betrekking tot de houtduif, het auerhoen, het korhoen en de houtsnip,

    in Oberösterreich met betrekking tot het auerhoen, het korhoen en de houtsnip,

    in het Land Salzburg met betrekking tot het auerhoen, het korhoen en de houtsnip,

    in Steiermark met betrekking tot het auerhoen, het korhoen en de houtsnip,

    in Tirol met betrekking tot het auerhoen en het korhoen,

    in Vorarlberg met betrekking tot het korhoen, en

    in het Land Wien met betrekking tot de houtsnip;

    artikel 8 van richtlijn 79/409 in Niederösterreich;

    artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 79/409 in Burgenland, in Niederösterreich met betrekking tot § 20, lid 4, van het Niederösterreichische Naturschutzgesetz (wet op de natuurbescherming in Niederösterreich), in Oberösterreich, in het Land Salzburg, in Tirol en in Steiermark;

    artikel 11 van richtlijn 79/409 in Niederösterreich.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 45 van 19.2.2005.


    Top