This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022TN0123
Case T-123/22: Action brought on 7 March 2022 — Ecocert India v Commission
Zaak T-123/22: Beroep ingesteld op 7 maart 2022 — Ecocert India/Commissie
Zaak T-123/22: Beroep ingesteld op 7 maart 2022 — Ecocert India/Commissie
PB C 207 van 23.5.2022, p. 43–44
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 207 van 23.5.2022, p. 28–29
(GA)
23.5.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 207/43 |
Beroep ingesteld op 7 maart 2022 — Ecocert India/Commissie
(Zaak T-123/22)
(2022/C 207/58)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Ecocert India Pte Ltd (Gurugram, India) (vertegenwoordigers: Y. Martinet, D. Todorova en J. Sohm, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
artikel 1, juncto punt 5 van bijlage I, voor zover het betrekking heeft op India, van uitvoeringsverordening (EU) 2021/2325 van de Commissie van 16 december 2021 tot vaststelling, op grond van verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad, van de lijst van derde landen en van de lijst van controleautoriteiten en controleorganen die op grond van artikel 33, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad zijn erkend met het oog op de invoer van biologische producten in de Unie (1), nietig verklaren voor zover daarin Ecocert India Private Limited wordt verwijderd van de lijst met voor India erkende controleorganen, die geaccrediteerd zijn voor het uitvoeren van controles en voor het afgeven van inspectiecertificaten waarmee toestemming wordt verleend om uit India ingevoerde waren in de Europese Unie in het vrije verkeer te brengen als biologische producten, en |
— |
de Commissie verwijzen in alle kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster vier middelen aan.
1. |
Verweerster was niet bevoegd om verzoekster te verwijderen van de lijst van erkende Indiase controleorganen.
|
2. |
Verweerster heeft wezenlijke vormvoorschriften geschonden.
|
3. |
Verweerster heeft de feiten kennelijk onjuist opgevat en het bewijs niet gecontroleerd en heeft bij de vaststelling van verordening (EU) 2021/2325 blijk gegeven van een beoordelingsfout.
|
4. |
Verweerster heeft het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, het evenredigheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel geschonden.
|
(2) Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB 2007, L 189, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB 2008, L 334, blz. 25).
(4) Gedelegeerde verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie van 27 mei 2021 tot aanvulling van verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met voorschriften inzake de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen moet worden verzonden met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad voor ingevoerde biologische producten en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen (PB 2021, L 292, blz. 20).