EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0574

Zaak C-574/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechië) op 20 september 2021 — QT / 02 Czech Republic a.s.

PB C 481 van 29.11.2021, p. 19–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 481/19


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechië) op 20 september 2021 — QT / 02 Czech Republic a.s.

(Zaak C-574/21)

(2021/C 481/25)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší soud České republiky

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: QT

Verwerende partij: O2 Czech Republic a. s.

Prejudiciële vragen

1)

Moet het begrip “provisie, die voor de handelsagent verloren gaat” in de zin van artikel 17, lid 2, onder a), tweede streepje, van richtlijn 86/653/EEG (1) van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten aldus worden uitgelegd dat het tevens ziet op een provisie voor overeenkomsten die de betrokken handelsagent zouden hebben gesloten met de klanten die hij de door hem vertegenwoordigde principaal zou hebben aangebracht of met wie hij de transacties aanzienlijk zou hebben uitgebreid indien de agentuurovereenkomst niet was beëindigd?

2)

Zo ja, onder welke voorwaarden geldt deze conclusie dan ook voor zogeheten eenmalige provisies voor het sluiten van een overeenkomst?


(1)  PB 1986, L 382, blz. 17.


Top