This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020TA0122
Cases T-122/20 and T-123/20: Judgment of the General Court of 16 November 2022 — Sciessent v Commission (Biocidal products — Active substances — Silver zeolite and silver copper zeolite — Refusal of approval for product-types 2 and 7 — Article 4 and Article 19(1)(b) of Regulation (EU) No 528/2012 — Efficacy — Active substances for use in treated articles — Assessment of the efficacy of the treated articles themselves — Competence of the Commission — Principle of non-discrimination — Legal certainty — Legitimate expectations)
Zaken T-122/20 en T-123/20: Arrest van het Gerecht van 16 november 2022 — Sciessent/Commissie [“Biociden – Werkzame stoffen – Zilverzeoliet en zilverkoperzeoliet – Niet-goedkeuring voor de productsoorten 2 en 7 – Artikel 4 en artikel 19, lid 1, onder b), van verordening (EU) nr. 528/2012 – Werkzaamheid – Werkzame stoffen die zijn bestemd voor gebruik in behandelde voorwerpen – Beoordeling van de werkzaamheid van de behandelde voorwerpen zelf – Bevoegdheid van de Commissie – Discriminatieverbod – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen”]
Zaken T-122/20 en T-123/20: Arrest van het Gerecht van 16 november 2022 — Sciessent/Commissie [“Biociden – Werkzame stoffen – Zilverzeoliet en zilverkoperzeoliet – Niet-goedkeuring voor de productsoorten 2 en 7 – Artikel 4 en artikel 19, lid 1, onder b), van verordening (EU) nr. 528/2012 – Werkzaamheid – Werkzame stoffen die zijn bestemd voor gebruik in behandelde voorwerpen – Beoordeling van de werkzaamheid van de behandelde voorwerpen zelf – Bevoegdheid van de Commissie – Discriminatieverbod – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen”]
PB C 24 van 23.1.2023, p. 33–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 24/33 |
Arrest van het Gerecht van 16 november 2022 — Sciessent/Commissie
(Zaken T-122/20 en T-123/20) (1)
(“Biociden - Werkzame stoffen - Zilverzeoliet en zilverkoperzeoliet - Niet-goedkeuring voor de productsoorten 2 en 7 - Artikel 4 en artikel 19, lid 1, onder b), van verordening (EU) nr. 528/2012 - Werkzaamheid - Werkzame stoffen die zijn bestemd voor gebruik in behandelde voorwerpen - Beoordeling van de werkzaamheid van de behandelde voorwerpen zelf - Bevoegdheid van de Commissie - Discriminatieverbod - Rechtszekerheid - Gewettigd vertrouwen”)
(2023/C 24/46)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Sciessent LLC (Beverly, Massachusetts, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en P. Sellar, advocaten, en V. McElwee, solicitor)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Dawes en R. Lindenthal, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: R. Shahsavan Eriksson, C. Meyer-Seitz, A. Runeskjöld, M. Salborn Hodgson, H. Shev, H. Eklinder en O. Simonsson, gemachtigden), Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) (vertegenwoordigers: M. Heikkilä, C. Buchanan en T. Zbihlej, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroepen op grond van artikel 263 VWEU vordert verzoekster, Sciessent LLC, nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1960 van de Commissie van 26 november 2019 tot niet-goedkeuring van zilverzeoliet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 2 en 7 (PB 2019, L 306, blz. 42), en uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1973 van de Commissie van 27 november 2019 tot niet-goedkeuring van zilverkoperzeoliet als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 2 en 7 (PB 2019, L 307, blz. 58).
Dictum
1) |
De zaken T-122/20 en T-123/20 worden gevoegd voor het onderhavige arrest. |
2) |
De beroepen worden verworpen. |
3) |
Sciessent LLC draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie. |
4) |
Het Koninkrijk Zweden en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) dragen elk hun eigen kosten. |